Uitvoer/invoer van goederen

De goederenuitvoer (open definitie) in het Vlaamse Gewest bedroeg 104,2 miljard euro in het 4de kwartaal van 2024. Dit is 2% minder dan in het 4de kwartaal van 2023 (in lopende prijzen). In het 1ste kwartaal van 2023 was de uitvoer nagenoeg gelijk als in het 1ste kwartaal van 2022 (-0,1%). In het 2de kwartaal van 2023 tot en met het 1ste kwartaal van 2024 lag de uitvoer telkens duidelijk lager dan het jaar voordien (in lopende prijzen). De daling werd minder uitgesproken in het 2de en 3de kwartaal van 2024 (-1,8% en -0,9%). De terugloop van 2% in het 4de kwartaal van 2024 kwam er vooral door lagere uitvoerwaarden voor edelstenen, aardolieproducten en farmaceutische producten. Aan de andere kant was er ook een toename van de waarde van uitgevoerde voertuigen, precisie-instrumenten, diverse chemische producten, koper en cacao(bereidingen).

De goedereninvoer (open definitie) in het Vlaamse Gewest kwam in het 4de kwartaal van 2024 op 101,4 miljard euro. Dat is 2,9% minder dan in het 4de kwartaal van 2023 (in lopende prijzen). De terugloop kwam vooral door een lagere waarde van edelstenen, organische chemische producten, aardolieproducten, kleding en schoeisel. Tegelijk was er een toename van de waarde van farmaceutische producten, anorganische en diverse chemische producten, granen, fruit en cacao(bereidingen). In het 1ste kwartaal van 2023 was er nog een stijging van de invoer met 2,6%. Vanaf het 2de kwartaal van 2023 lag de invoer lager dan een jaar eerder (in lopende prijzen). Deze terugloop zwakte af in het 2de en verder in het 3de kwartaal van 2024, maar werd dus weer iets scherper in het 4de kwartaal van 2024.

De cijfers over de in- en uitvoer voor het 4de kwartaal van 2024 zijn voorlopig en kunnen in de komende maanden nog aangepast worden.

De uitvoer van goederen in het Vlaamse Gewest bedroeg volgens voorlopige cijfers 418 miljard euro in 2024, of 3,7% minder dan in 2023 (in lopende prijzen). De Vlaamse invoer van goederen kwam op 408 miljard euro in 2024 (voorlopige cijfers), of 6,3% minder dan in 2023. Deze dalingen volgen op (sterkere) dalingen in 2023 en zijn een gevolg van een vertraging van de wereldhandel. De belangrijkste reden voor de daling van de Vlaamse uitvoer is de terugloop van de uitvoer van aardolie en aardgas, organische chemische producten en edelstenen en diamanten. Aan de invoerkant waren vooral een lagere invoer van organische chemische producten, aardolie en aardgas en voertuigen en onderdelen verantwoordelijk voor de lagere totale invoerwaarde.

De Vlaamse in- en uitvoer namen sinds 2003 jaarlijks gestaag toe. Maar in het recessiejaar 2009 was er sprake van een krimp door de financieel-economische crisis. In 2010 en 2011 herstelde de buitenlandse handel zich. De invoer was tussen 2008 en 2012 een aantal jaren groter dan de uitvoer (uitgedrukt in euro) door prijsstijgingen van ingevoerde aardolie. Vanaf 2013 is de uitvoer steeds groter dan de invoer. In 2019 was er een daling van zowel de uitvoer als de invoer van goederen. Handelsconflicten en protectionistische maatregelen (handelsconflict met China) waren daar de oorzaak van. De Covid-19-crisis zorgde voor een nog grotere terugval van de in- en uitvoer in 2020. In 2022 was de waarde van de invoer opnieuw groter dan die van de uitvoer. Dat hangt samen met de toen duurdere ingevoerde aardolie en aardgas. In 2023 waren uitvoer en invoer lager, voornamelijk door de prijsdaling van energieproducten. In 2024 was de waarde van de uitvoer opnieuw iets groter dan die van de invoer.

De landen van de Europese Unie (EU) zijn de belangrijkste exportmarkt voor het Vlaamse Gewest: de EU27-landen waren in 2024 goed voor 65% van de Vlaamse uitvoer. Het zijn vooral de EU14-landen (58% van de Vlaamse uitvoer) en meer bepaald de 3 buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland (43% van de Vlaamse uitvoer) die heel belangrijk zijn. De EU13-landen waren goed voor 7% af van de Vlaamse export. Voor de landen buiten de EU27 hadden de VS en Canada samen en het VK een aandeel van 7% en 6%. Handelsblokken zoals BRICS (open definitie) en Next-11 (open definitie) waren goed voor 4%.

Vergeleken met 2023 nam het aandeel van de EU27 iets toe (+1 procentpunt) door de toename van de EU14 (+ 1 procentpunt). Het aandeel van het VK daalde tussen 2020 en 2022, maar nam sindsdien terug iets toe. De VS en Canada groeiden de laatste jaren in belang. Het aandeel van de BRICS en de Next-11 liep in 2024 terug.

De EU27-landen zijn ook de voornaamste importlanden: in 2024 ging het om een aandeel van 60%. Dat is een minder hoog cijfer dan bij de export. Het gaat vooral om de EU14-landen. Aan de invoerkant valt het grotere belang van de BRICS op (11%). Dat komt door het aandeel van de import uit China (8%).

De 5 belangrijkste uitvoerproducten in 2024 waren voertuigen en onderdelen, farmaceutische producten, aardolie en aardgas, machines en werktuigen en kunststofproducten en toepassingen. Deze waren samen goed voor 49% van de waarde van de Vlaamse uitvoer. Vergeleken met 2023 nam het belang van aardolie en aardgas iets af.

Dezelfde producten waren in 2024 goed voor 51% van de totale invoer. Aardolie en aardgas waren de belangrijkste invoerproducten in waarde. Ook aan de invoerzijde daalde het belang van aardolie en aardgas, maar steeg dat van farmaceutische producten.

Het Vlaamse Gewest stond anno 2024 in voor 82% van de Belgische goederenuitvoer. Voor de goedereninvoer was dat 85%.

België heeft, net zoals onze 3 buurlanden, een grotere buitenlandse handel dan het Vlaamse Gewest (uitgedrukt in euro). Het gaat dan ook over grotere economieën. De Duitse uitvoer was in 2024 goed voor 1.556 miljard euro. België was in 2024 het 5de belangrijkste exportland in de EU, na Duitsland, Nederland, Italië en Frankrijk.

De uitvoer liep terug in zowel België (en alle gewesten) als in de 3 buurlanden in 2024. De terugloop (in lopende prijzen) was groter in België (-6%) dan in de 3 buurlanden (tussen –1,2% en –1,7%). Er was een daling in elk gewest, maar vooral in het Brusselse (-15%) en het Waalse (-8%).

Bij de invoer was Duitsland ook de grootste importeur (1.317 miljard euro). België staat hier eveneens op de 5de plaats, na Duitsland, Nederland, Frankrijk en Italië.