Gedaan met laden. U bevindt zich op: Sterfte Bevolking

Sterfte

Gepubliceerd op 10 juli 2024 • Volgende update: juli 2025
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Bijna 65.000 overlijdens in 2023

In 2023 stierven er in totaal 64.670 inwoners van het Vlaamse Gewest (bij de ). Dat zijn er 2.858 minder dan in 2022. In vergelijking met het piekjaar 2020 stierven er 6.249 inwoners van het Vlaamse Gewest minder (-8,8%).

In 2023 opnieuw minder geboorten dan overlijdens

In 2023 waren er opnieuw minder geboorten dan overlijdens in het Vlaamse Gewest: 62.338 geboorten tegenover 64.670 overlijdens. Dat resulteerde in een negatief van -2.332. Ook in 2020 en 2022 overschreed het aantal overlijdens het aantal geboorten. In 2020 was er een negatief natuurlijk saldo van -8.121; in 2022 bedroeg dat –4.244.

Tussen 2000 en 2019 alsook in 2021 waren er steeds meer geboorten dan overlijdens in het Vlaamse Gewest. Dat gaf telkens een positief natuurlijk saldo.

Aandeel vroegtijdige sterfte daalt

slaat op de overlijdens vóór de leeftijd van 75 jaar. In 2023 vonden 17.404 overlijdens plaats vóór de leeftijd van 75 jaar, wat neerkomt op 27% van het totaal aantal overlijdens. Bij mannen was dat 33%, bij vrouwen 21%. Hiermee lag het aandeel vroegtijdige sterfte in 2023 in lijn met de waargenomen evolutie uit het verleden. De figuur vertoont een kleine knik naar beneden in 2020. In dat jaar met een hoog aantal overlijdens ten gevolge van de Covid-19-pandemie lag het aandeel vroegtijdige sterfte in de totale sterfte nog wat lager dan verwacht volgens de evolutie.

In het Vlaamse Gewest waren er in 2023 bijna 10 overlijdens per 1.000 inwoners. In het Waalse Gewest lag dat net iets hoger (10,3 per 1.000 inwoners), in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest lager (6,9 per 1.000 inwoners).

In het Vlaamse Gewest waren er tussen 2000 en 2023 nooit meer dan 10 overlijdens per 1.000 inwoners. Enkel in 2020 lag het bruto sterftecijfer op 10,7.

Bruto sterftecijfers hangen samen met de leeftijdsopbouw van de bevolking. Anders dan in het Vlaamse en Waalse Gewest was er over de afgelopen jaren een verjonging van de bevolking van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (relatief meer jongeren, minder ouderen), wat de daling van het bruto sterftecijfer in dat gewest mee verklaart.

Grote gemeentelijke variatie in het bruto sterftecijfer in 2022-2023

144 steden en gemeenten hadden in 2022-2023 een bruto sterftecijfer hoger dan het gemiddelde voor het Vlaamse Gewest (9,8 per 1.000) inwoners. Vooral, maar niet uitsluitend in de kustgemeenten, met hun oudere bevolking, werden relatief hoge waarden genoteerd. Gemeenten met een relatief laag bruto sterftecijfers waren er in de noordelijke helft van Limburg, de Noorderkempen en in een uitgebreide regio rond het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.

Van de centrumsteden scoorden Leuven (7,9), Mechelen (8,4), Antwerpen (8,6), Gent (8,8), Sint-Niklaas (9,4), Turnhout (9,4) en Roeselare (9,6) lager dan het Vlaamse gemiddelde. Genk (10,2), Aalst (10,4), Hasselt (10,5), Kortrijk (10,8), Brugge (11,7) en Oostende (14,5) noteerden bovengemiddelde waarden.

Vlaams Gewest onder het EU-gemiddelde voor het bruto sterftecijfer

Het Vlaamse Gewest en België (beide 10,0) scoren voor het bruto sterftecijfer van 2022 lager dan het Europese gemiddelde (11,5). Lidstaten met relatief hoge scores zijn Bulgarije en Letland. Lidstaten met lage scores zijn Ierland en Luxemburg. Ten dele weerspiegelt de rangschikking ook de leeftijdsopbouw van de totale bevolking in de lidstaten, met gewoonlijk hoge scores voor landen met een oudere bevolking en lage scores voor landen met een jongere bevolking.