Gedaan met laden. U bevindt zich op: Bevolking naar leeftijd en geslacht Bevolking

Bevolking naar leeftijd en geslacht

Gepubliceerd op 9 juli 2024 • Volgende update: juli 2025
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Correctie op 11 september 2024

Op 11 september werd een update van deze statistiek gepubliceerd. De gepubliceerde kaart met gemeentelijke cijfers bevatte een fout in de titel. Daar werd foutief aangegeven dat het de bevolking van 65 en ouder betrof, terwijl dit de bevolking 67 jaar en ouder hoort te zijn. De titel werd daarom aangepast. De cijfers in de kaart waren wel al de correcte gegevens. Deze zijn niet aangepast.

Vlaamse leeftijdspiramide heeft zware top en smalle basis

De bevolkingspiramide van het Vlaamse Gewest vertoonde in 2024 het karakteristieke profiel van een verouderde bevolking: een zware top en een smallere basis.

De 55- tot 64-jarigen vormen de grootste leeftijdsgroep in de . Het gaat om mannen en vrouwen geboren in de jaren 1960, de babyboomjaren.

De leeftijdsgroep van honderdjarigen aan de top telt meer dan 1.600 personen. De bredere leeftijdsgroep van 85-plussers staat voor 3,3% van de totale bevolking.

De leeftijdsgroep van min-5-jarigen aan de basis is kleiner dan de leeftijdsgroep van 5- tot 9-jarigen. Die krimp verwijst naar het dalend aantal geboorten in recente jaren.

Globaal waren er begin 2024 in het Vlaamse Gewest meer vrouwen dan mannen: 102 vrouwen tegenover 100 mannen. Bij de oudere bevolking is het overwicht van vrouwen veel groter. Er waren in 2024 119 vrouwen tegenover 100 mannen onder de 65-plussers, 177 vrouwen tegenover 100 mannen onder de 85-plussers en 429 vrouwen tegenover 100 mannen onder de honderdjarigen.

Vlaamse bevolking vergrijst: bijna 1 op 5 is 67-plusser

Sinds 2000 neemt het aandeel van de bevolking van 67 jaar of ouder toe: van 15% in 2000 tot 19% in 2024. Het aandeel jonger dan 18 jaar daalde van 21% in 2000 naar 19% in 2024. Ook het aandeel van de brede middengroep tussen 18 en 66 jaar daalde: van 65% in 2000 naar 62% in 2024.

De leeftijdsgroep van 18 tot 24 jaar (potentiële instroom van ‘jongvolwassenen’ op de arbeidsmarkt) is tegenwoordig merkbaar kleiner dan de leeftijdsgroep van 60 tot 66 jaar (potentiële uitstroom van ‘senioren’ op de arbeidsmarkt). In 2024 stonden 83 18- tot 24-jarigen tegenover 100 60- tot 66-jarigen, in 2000 waren dat nog 113 18- tot 24-jarigen tegenover 100 60- tot 66-jarigen.

In 1 op 3 gemeenten is meer dan 20% van bevolking 67-plusser

In 102 van de 300 gemeenten van het Vlaamse Gewest lag het aandeel 67-plussers in de totale bevolking in 2024 hoger dan 20%. In 29 gemeenten lag dat aandeel lager dan 17%.

In de kustgemeenten Koksijde, Nieuwpoort, Knokke-Heist, De Haan, Middelkerke, De Panne en Blankenberge is meer dan 30% van de bevolking 67 jaar of ouder. Het aandeel 67-plussers lag het laagst in Machelen, Vilvoorde, Drogenbos, Antwerpen, Zaventem, Spiere-Helkijn, Gent en Niel (telkens minder dan 15%).

In het algemeen kleurde de bevolking wat grijzer in de provincie West-Vlaanderen, in de Vlaamse Ardennen, in zuidoostelijke deel van Vlaams-Brabant en in delen van Limburg, alsook in gemeenten aan de oostzijde van de stad Antwerpen.

Vlaams Gewest voor aandeel 67-plussers en 85-plussers op het EU-gemiddelde

Het aandeel 67-plussers binnen de in het Vlaamse Gewest (18,6%) lag in 2023 dicht bij het gemiddelde voor de Europese Unie (EU27) (18,8%). Door de jongere bevolking van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (11,3%) scoorde België lager op dit vlak (17,3%). Het hoogste aandeel 67-plussers was te vinden in Italië (21,5%) en Portugal (21,3%). Luxemburg heeft het laagste aandeel (12,9%).

Het aandeel 85-plussers binnen de gewoonlijk verblijvende bevolking lag in 2023 in het Vlaamse Gewest op 3,2%, net iets boven het gemiddelde voor de EU27 (3,0%). Ook in dit opzicht scoorde het Vlaamse Gewest hoger dan het Waalse en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Het aandeel 85-plussers is voor België zo goed als gelijk aan het gemiddelde voor de EU27 (2,9%). Het hoogste aandeel 85-plussers was voor Italië (3,8%), het laagste voor Slovakije (1,5%).