Voor de vergelijking van het Vlaamse Gewest met de andere gewesten in België en de EU-landen werden de 21 sectoren geaggregeerd tot 6 grote categorieën.
In 2023 was in het Vlaamse Gewest 22,6% van de werkenden actief in de categorie ‘industrie, bouw, energie en delfstoffen’. Dat is veel hoger dan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (11,6%) en iets hoger dan in het Waalse Gewest (19,7%), maar beduidend lager dan het gemiddelde in de Europese Unie (EU27) (28,0%). Er bestaan grote verschillen tussen de EU-landen: Roemenië (44,7%) kende het hoogste percentage in deze categorie, Luxemburg (9,2%) het laagste.
Het aandeel van de categorie ‘handel, vervoer, opslag en reparatie’ lag in het Vlaamse Gewest in 2023 op 18,2%, tegenover 14,6% in Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, 16,3% in het Waalse Gewest en 18,7% in de Europese Unie. De verschillen tussen de EU-landen blijven hier beperkt. Roemenië (25,0%) kende het hoogste percentage in deze categorie, Luxemburg (12,8%) het laagste.
De categorie ‘zakelijke en andere dienstverlening’ was in het Vlaamse Gewest goed voor 22,3% van de werkenden. Dat aandeel lag iets hoger dan in het Waalse Gewest (20,3%) maar veel lager dan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (32,2%). Het Vlaamse Gewest scoorde hoger dan het EU-gemiddelde (21,1%). Er zijn grote verschillen tussen de EU-landen: Luxemburg (35,5%) had het hoogste aandeel voor deze categorie, Roemenië (11,7%) het laagste.
In 2023 lag het aandeel van de categorie ‘gezondheidszorg en welzijn’ in het Vlaamse Gewest op 15,1%, iets hoger dan in het Waalse Gewest (14,6%) en beduidend hoger dan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (8,7%) en in de Europese Unie (11,2%). Denemarken (19,3%) kende het hoogste aandeel voor deze categorie, Bulgarije (5,4%) het laagste.
De categorie ‘onderwijs, kunst en recreatie’ vertegenwoordigde in het Vlaamse Gewest 14,3% van de werkenden. Dat is minder dan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (16,5%) en het Waalse Gewest (15,8%). De Vlaamse score lag iets hoger dan het EU-gemiddelde (13,7%). In Malta (21,8%) lag het aandeel van deze categorie het hoogst, in Roemenië (8,1%) het laagst.
Ten slotte was in het Vlaamse Gewest in 2023 7,5% van de werkende bevolking actief in de categorie ‘overheid en sociale zekerheid’, veel lager dan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (16,5%) en in het Waalse Gewest (13,3%), maar iets hoger dan het gemiddelde in de Europese Unie (7,2%). Luxemburg (19,1%) had veruit het hoogste aandeel voor deze categorie, gevolgd door België (10,1%), Griekenland (9,0%) en Cyprus (8,8%). Finland (5,1%) had het laagste aandeel.