Loopbaanonderbreking, tijdskrediet en thematische verloven

In het Vlaamse Gewest werden in 2024 gemiddeld per maand iets meer dan 165.000 onderbrekingsuitkeringen betaald voor de verschillende vormen van loopbaanonderbreking (open definitie) (publieke sector), voor tijdskrediet (open definitie) (privésector) en voor thematische verloven (open definitie) (privé- en publieke sector). Bij thematische verloven gaat het om verlof voor palliatieve zorgen, ouderschapsverlof en verlof voor medische bijstand en mantelzorg (nieuw sinds september 2020).

Het aantal onderbrekingsuitkeringen is na een stijging tussen 2013 en 2015 in de periode 2016-2019 weer gedaald. In 2020 bleef het aantal onderbrekingsuitkeringen nagenoeg op hetzelfde niveau als in 2019. In 2021 was er sprake van een daling. Na een beperkte toename in 2022-2023 lag het aantal onderbrekingsuitkeringen in 2024 nagenoeg op hetzelfde niveau als in 2023.

De algemene evolutie verhult wel verschillen in evolutie tussen de diverse vormen van onderbreking. Het aantal onderbrekingsuitkeringen in het stelsel van loopbaanonderbreking daalde tussen 2023 en 2024 met 18%. Die daling is hoofdzakelijk een gevolg van de gedeeltelijke bevoegdheidsoverdracht in het kader van de 6de staatshervorming, waardoor nieuwe aanvragen voor loopbaanonderbreking in het Vlaamse Gewest onder de Vlaamse regeling van het zogenaamde ‘zorgkrediet’ vallen. Zij zijn niet opgenomen in de hier gepresenteerde cijfers over loopbaanonderbreking. Bij de onderbrekingsuitkeringen voor tijdskrediet was er ook sprake van een (beperkte) afname (-3%). In het stelsel van de thematische verloven daarentegen was er een toename tussen 2023 en 2024 (+5%).

Bij de thematische verloven is het aantal onderbrekingsuitkeringen voor ouderschapsverlof tussen 2023 en 2024 opnieuw toegenomen (+9%). In 2020 kenden de uitkeringen voor ouderschapsverlof een aanzienlijke aangroei omdat er in dat jaar ook corona-ouderschapsverlof van toepassing was. Toen ging ongeveer 1 op de 4 uitkeringen voor ouderschapsverlof naar corona-ouderschapsverlof. Het aantal uitbetalingen voor palliatief verlof, medische bijstand en voor mantelzorg daalde tussen 2023 en 2024.

In 2024 waren de uitkeringen voor ouderschapsverlof goed voor 79% van het totaal aantal uitkeringen voor thematische verloven. Bijna 20% van de thematische verloven waren verloven voor medische bijstand. De verloven voor palliatieve zorg en mantelzorg vertegenwoordigden samen minder dan 1% van het totaal aantal thematische verloven.

In 2024 ging 58% van het totaal aantal onderbrekingsuitkeringen naar vrouwen en 42% naar mannen. Bij loopbaanonderbreking (61%) en thematische verloven (63%) lag het vrouwelijke overwicht nog iets hoger. Bij tijdskrediet lag het aandeel vrouwen en mannen nagenoeg even hoog.

37% van de onderbrekingsuitkeringen voor loopbaanonderbreking, tijdskrediet of thematisch verlof ging in 2024 naar 55-plussers. Ongeveer 31% van de uitbetalingen was voor personen van 35 tot 44 jaar. Onder de 25 jaar lag het aantal onderbrekingsuitkeringen voor loopbaanonderbreking, tijdskrediet of thematisch verlof erg laag (0,3% van totaal onderbrekingsuitkeringen).

Er zijn grote verschillen naar leeftijd in de verhouding van de 3 soorten onderbrekingsuitkeringen. Bij de thematische verloven gaat het vooral om 25 tot 54 jaar, bij de loopbaanonderbreking en tijdskrediet om personen van 55 jaar en ouder.

In 2024 werden in het Vlaamse Gewest gemiddeld per maand iets meer dan 165.000 onderbrekingsuitkeringen betaald tegenover ongeveer 10.600 in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en iets meer dan 64.700 in het Waalse Gewest. Daarmee werd bijna 70% van het totaal aantal onderbrekingsuitkeringen in België betaald in het Vlaamse Gewest, 27% in het Waalse Gewest en 4% in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.