Eind 2022 waren 29.402 doelgroepwerknemers tewerkgesteld in de sociale economie in het Vlaamse Gewest. Dat komt overeen met bijna 1% van de totale werkende bevolking. Het gaat om werknemers die moeilijk een plaats vinden op de reguliere arbeidsmarkt.
De sociale economie omvat verschillende werkvormen. Sinds 1 januari 2019 gaat het om de collectieve maatwerkbedrijven en –afdelingen (CMW) en de initiatieven lokale diensteneconomie (LDE). Vanaf april 2021 werd arbeidszorg omgevormd tot arbeidsmatige activiteiten (AMA). De maatwerkbedrijven omvatten de vroegere sociale werkplaatsen en de beschutte werkplaatsen, de maatwerkafdelingen vervangen de vroegere invoegbedrijven.
In 2022 waren er 138 erkende maatwerkbedrijven en -afdelingen, 147 lokale diensteneconomie initiatieven en 53 initiatieven of samenwerkingsverbanden in de arbeidsmatige activiteiten. De daling van het aantal erkende ondernemingen wordt in hoofdzaak veroorzaakt door fusies van bedrijven.
Het merendeel van de doelgroepwerknemers (83%) werkt in de collectieve maatwerkbedrijven en -afdelingen. In 2022 ging het om 24.339 personen. Dat zijn er 1% meer dan in 2021. Daarnaast waren in 2022 2.558 doelgroepwerknemers aan het werk in de lokale diensteneconomie. Dat aantal steeg met 2% in vergelijking met 2021. Ten slotte waren er in 2022 ook 2.505 doelgroepwerknemers actief in de arbeidsmatige activiteiten. Door de omvorming van arbeidszorg naar arbeidsmatige activiteiten (met een andere manier van registreren) in april 2021 is voor deze werkvorm voorzichtigheid geboden bij het maken van een vergelijking met de situatie in 2021.