Van de mannelijke bevolking van 15 tot 64 jaar was in 2023 ruim driekwart beroepsactief, hetzij als werkende (74,4%) hetzij als werkloze (2,9%). Van de vrouwen op die leeftijd was 68,3% aan de slag als werkende en was 2,0% op zoek naar een baan. In 2023 waren dus meer vrouwen (29,7%) dan mannen (22,7%) niet-beroepsactief.
Bij de 35- tot 54- jarigen is 87,0% aan het werk. Bij de jongere en oudere leeftijdsgroepen ligt dat aandeel lager. Bij de 15- tot 34-jarigen is een hoger aandeel niet-beroepsactief en bij diegenen die zich wel aanbieden op de arbeidsmarkt is het aandeel werklozen hoger dan bij de oudere leeftijdsgroepen. Bij de 55-plussers is het aandeel niet (meer) beroepsactief het hoogst van alle leeftijdsgroepen (37,9%).
De socio-economische posities bij de 25- tot 64-jarigen vertonen grote verschillen naar onderwijsniveau. Van de kortgeschoolden werkte in 2023 52,6%, tegenover 78,0% van de middengeschoolden en 90,8% van de hooggeschoolden. Omgekeerd lag het aandeel niet-beroepsactieven het laagst bij de hooggeschoolden (7,8%) en het hoogst bij de kortgeschoolden (44,2%).
Ook naargelang huishoudpositie verschillen de socio-economische posities. In 2023 was het aandeel werkenden het hoogst bij samenwonende partners met kinderen (87,1%) en het laagst bij personen die inwonen bij ouders (39,0%). Omgekeerd lag het aandeel niet-beroepsactieven het laagst bij samenwonende partners met kinderen (11,4%) en het hoogst bij personen die inwonen bij ouders (57,0%).
Personen met hinder tijdens hun dagelijkse activiteiten wegens een handicap of langdurig gezondheidsprobleem zijn veel minder vaak aan het werk dan personen zonder hinder (respectievelijk 47,0% en 75,2%). Personen met hinder zijn vaker dan personen zonder hinder niet-beroepsactief (respectievelijk 50,6% en 22,3%).
Er zijn ten slotte ook verschillen naar geboorteland. Personen geboren buiten de EU kennen een lager aandeel werkenden en een hoger aandeel niet-beroepsactieven dan personen geboren in België of personen geboren in de EU. Ook het aandeel werklozen ligt hoger bij personen geboren buiten de EU.