In 2023 lag het aandeel werkenden met avondwerk in het Vlaamse Gewest (12,3%) hoger dan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (10,1%) en het Waalse Gewest (10,4%).In de Europese Unie (EU27) bedroeg het aandeel werkenden met avondwerk gemiddeld 12,7%. Het Vlaamse Gewest scoorde dus iets lager dan het EU-gemiddelde. Griekenland kende met 35,6% het hoogste aandeel werkenden met avondwerk, Litouwen met 5,2% het laagste aandeel.
Het aandeel werkenden met nachtwerk lag in 2023 in het Vlaamse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (telkens 3,3%) ongeveer op hetzelfde niveau als in het Waalse Gewest (3,5%).In de EU27 bedroeg het aandeel werkenden met nachtwerk gemiddeld 4,6%. Dat is hoger dan in het Vlaamse Gewest. Slovakije (11,2%) had het hoogste aandeel met nachtwerk en Litouwen (1,6%) het laagste aandeel.
In 2023 lag het aandeel werkenden met zaterdagwerk in het Vlaamse Gewest (20,8%) iets hoger dan in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest (19,1%) maar lager dan het Waalse Gewest (22,8%). In de EU27 bedroeg het aandeel werkenden met zaterdagwerk 21,4%. Er zijn zeer grote verschillen tussen de EU-landen: Griekenland (41,5%) kende het hoogste aandeel, Litouwen het laagste aandeel (3,8%).
In 2023 lag het aandeel werkenden met zondagwerk in het Vlaamse Gewest (12,3%) en het Waalse Gewest (12,5%) iets hoger dan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (10,1%). In de EU27 lag het aandeel werkenden met zondagwerk gemiddeld op 11,6%. Het Vlaamse Gewest bevond zich hier iets boven het EU-gemiddelde. Malta (19,0%) kende het hoogste aandeel en Litouwen het laagste aandeel (2,5%).
In 2023 lag het aandeel werknemers met ploegenarbeid in het Vlaamse Gewest (13,9%) hoger dan in het Waalse Gewest (12,4%) en veel hoger dan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (7,1%). In de EU27 lag het aandeel werknemers dat in ploegen werkt gemiddeld op 17,9%. Het aandeel in het Vlaamse Gewest lag daarmee lager dan het EU-gemiddelde. Griekenland (36,1%) had het hoogste aandeel en Frankrijk (6,5%) het laagste aandeel.
In 2023 lag het aandeel werkenden dat minstens af en toe thuis werkt in het Vlaamse Gewest (39,6%) hoger dan in het Waalse Gewest (31,2%), maar lager dan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (43,2%). In de EU27 lag het aandeel met thuiswerk gemiddeld op 22,5%, veel lager dan in het Vlaamse Gewest. De verschillen tussen de EU-landen zijn zeer groot. Nederland (55,6%) kende het hoogste aandeel en Bulgarije (2,8%) het laagste aandeel.