Gedaan met laden. U bevindt zich op: Berekeningswijze PV-bijdrage huurders Beheren van sociaal patrimonium

Berekeningswijze PV-bijdrage huurders

Sinds 26 april 2024 is er een wijzigingsbesluit met daarin een aantal praktische aanpassingen aan de berekeningswijze voor de PV-bijdrage voor sociale huurders. De PV-bijdrage is de bijdrage voor zonnepanelen (photo voltaic). We lichten de wijzigingen en principes hieronder toe.

Het Grondwettelijk Hof vernietigde het principe van de terugdraaiende teller voor eigenaars van zonnepanelen met een digitale meter. Sinds 1 maart 2021 draait de digitale meter niet meer ‘virtueel’ terug. Het werkelijke voordeel van de zonnepanelen voor de sociale huurder met een digitale meter is vanaf dan gelijk aan het ‘zelfverbruik’, dus de gelijktijdig gebruikte zonnestroom.

Op 23 december 2022 keurde de Vlaamse Regering daarom een wijzigingsbesluit goed over de nieuwe berekeningswijze voor de PV-bijdrage van huurders. In nog een later wijzigingsbesluit - goedgekeurd op 26 april 2024 - staan een aantal praktische aanpassingen aan de berekeningswijze voor de PV-bijdrage, om de methodiek verder te optimaliseren. We lichten hieronder de kernpunten van de wijzigingen en de principes toe. U vindt hieronder ook informatie over meetgegevens van woningen met een PV-installatie en instructies rond de afrekening voor 2024.

Kernpunten van de wijzigingen

Om de huidige berekeningswijze van de PV-bijdrage te optimaliseren zitten er 3 belangrijke wijzigingen in het goedgekeurde wijzigingsbesluit:

  1. Er zal geen onderscheid meer gemaakt worden tussen beschermde en niet-beschermde huurders. De niet-beschermde huurders zullen eenzelfde vergoeding per kWh zelfverbruik van energie betalen als de beschermde huurders, wat een voordeliger tarief is voor hen dan voorheen. Deze wijziging wordt ingevoerd met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2024.
  2. De overgangsmaatregel die geldig was voor PV-installaties waarbij geen meetgegevens van de productie beschikbaar waren liep af op 31 december 2023. Deze overgangsmaatregel wordt nu verlengd voor onbepaalde duur. Bijkomend worden de percentages voor PV-installaties waarbij geen kwartaalgegevens van de productie beschikbaar zijn afgerond tot 2 cijfers na de komma.
  3. Vanaf 1 juli 2024 wordt een forfaitaire terugleververgoeding ingevoerd voor de gevallen waarbij de huurder als netgebruiker op het injectiepunt staat geregistreerd.

Principes gewijzigde berekeningsmethodiek

Meetgegevens bij woningen met een PV-installatie

(onderstaand hoofdstuk is ongewijzigd tegenover het besluit van 23 december 2022)

Hoe rekent u de PV-bijdrage voor 2024 af?

Algemeen wordt de vergoeding voor het zelfverbruik van de PV-installatie aan de huurder doorgerekend via maandelijkse voorafbetalingen met een jaarlijkse afrekening.

Hoe berekent u de forfaitaire terugleververgoeding vanaf 1 juli 2024?

De forfaitaire terugleververgoeding berekent u door een gemiddeld injectietarief te vermenigvuldigen met het verschil tussen de productieopbrengst van de PV-installatie en het zelfverbruik.

Terugleververgoeding = injectietarief x (productie - zelfverbruik)

Als de huurder op het moment van de berekening van de vergoeding de woning minder dan 1 jaar heeft bewoond, dan wordt de productieopbrengst en het zelfverbruik pro rata toegepast.

Belangrijk:

De berekeningsmethodiek voor de forfaitaire terugleververgoeding houdt geen rekening met de werkelijke grootte van de PV-installatie. Vooral voor woningen met een ondergedimensioneerde PV-installatie is dit forfait zeer nadelig. Gelieve duidelijk te communiceren aan uw huurders dat zij er alle baat bij hebben om hun teruglevercontract stop te zetten zodat u als woonmaatschappij zich kan registreren.

Meer informatie

Met vragen kunt u terecht bij de helpdesk woningkenmerken op woningkenmerken.wonen@vlaanderen.be(opent in uw e-mail applicatie).