Omgevingsvergunning: Verhardingen aanleggen bij een woning (terras, oprit, overwelving gracht, kunstgras, kiezels...)
Voor het aanleggen van verharde constructies, opritten, overwelvingen en terrassen heeft u een omgevingsvergunning (de vroegere bouwvergunning) nodig.
Ook kunstgras en kiezels worden beschouwd als verharding, omdat dit essentiële ecosysteemfuncties van de bodem verhindert. Het plaatsen ervan is dus ook vergunningsplichtig.
Mits aan een aantal voorwaarden voldaan wordt, geldt voor deze ingrepen een vrijstelling van de vergunningsplicht. In dat geval kunt u de werken uitvoeren zonder voorafgaande procedures.
Ook zwembaden, zwemvijvers en siervijvers worden beschouwd als verhardingen. Dit wordt behandeld op een aparte webpagina.
De aanleg van parkeerplaatsen in de voortuin is nooit vrijgesteld van vergunning.
Vergunningsplichtig of vrijstelling?
In principe heeft u voor de aanleg van niet–overdekte constructies zoals terrassen, kunstgras, kiezelpaden, dolomiet, tuinpaden, openluchtzwembaden, zwemvijvers, siervijvers, op de grond geplaatste zonnepanelen, gemetste barbecues en een propaangastank altijd een vergunning nodig. Maar onder bepaalde voorwaarden geldt een vrijstelling van de vergunningsplicht.
De plaatsing in de voortuin van de strikt noodzakelijke toegang tot en oprit naar het gebouw is vrijgesteld. Opgelet: het hemelwater dat erop valt, mag niet worden afgevoerd van het eigen terrein. Het water mag dus niet naar de riolering of naar de straat lopen. Deze vrijstelling van vergunningsplicht geldt niet voor het overwelven of inbuizen van grachten en waterlopen, behalve voor het aanbrengen van maximaal één overwelving of inbuizing van een baangracht per goed. De lengte van de overwelving of inbuizing bedraagt maximaal vijf meter. De overwelving of inbuizing heeft een minimale binnendiameter van 400 millimeter.
Als vuistregel voor de toegelaten breedte van de vrijgestelde toegangen geldt een breedte van maximaal 3 meter voor een garage en van maximaal 1,5 meter voor een toegang naar de voordeur.
De vrijstelling geldt enkel in de voortuin. Een toegang naar een garage die achteraan het perceel is gelegen, is dus wel vergunningsplichtig.
De aanleg van parkeerplaatsen in de voortuin is nooit vrijgesteld van vergunning.
Ga voor andere types verharding na of uw project voldoet aan de voorwaarden voor een vrijstelling (zie hieronder).
Als uw project niet aan al deze voorwaarden voldoet, is het vergunningsplichtig. Doorloop dan onderstaande stappen.
Een omgevingsvergunning aanvragen
- Stap 1
Voor werken waarvoor een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen (vroeger: bouwvergunning) nodig is, is in principe ook de medewerking van een architect verplicht.
Echter, het aanleggen of wijzigen van verhardingen, wegen, opritten of parkeerplaatsen is vrijgesteld van de medewerking van een architect.
- Stap 2
De wet voorziet een ‘gewone’ procedure (met openbaar onderzoek) en een ‘vereenvoudigde’ procedure (zonder openbaar onderzoek). De gemeente kan u informeren over
- welke procedure van toepassing is voor uw aanvraag
- tot welke overheid u de aanvraag moet richten (gemeente, provincie of Vlaams gewest).
- een eventuele dossiertaks verbonden aan het indienen van een aanvraag.
- Stap 3
Voor eenvoudige aanvragen kunt u gebruik maken van de ‘snelinvoer’.
Dit kan enkel als aan de drie onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
- u deze handeling plant aan of bij een woning.
- u de aanvraag voor deze handeling niet combineert met de aanvraag voor een andere handeling.
- u de aanvraag niet samen met een andere persoon indient.
Anders dient u het dossier in via de gewone invoer.
Wat na de aanvraag
Binnen de dertig dagen na het indienen van de aanvraag krijgt u bericht over de volledigheid en ontvankelijkheid van de aanvraag. U verneemt dan ook of de aanvraag onderworpen moet worden aan een openbaar onderzoek.
U kunt een beslissing verwachten binnen de drie (procedure zonder openbaar onderzoek) tot zes maanden (procedure met openbaar onderzoek). Deze termijnen zijn richtinggevend, niet bindend.