Aanvullende reglementen - Procedures en bekendmaking (Loket voor lokale besturen)

Heeft het besluit enkel betrekking op gemeentewegen en behoren die wegen niet tot een speciale beschermingszone of havengebied? Dan wordt het aanvullend reglement ter kennisgeving overgemaakt aan het Departement MOW:

• De gemeente is autonoom bevoegd voor de maatregelen die in het aanvullend reglement vastgesteld worden – op voorwaarde dat de wettelijke randvoorwaarden worden nageleefd.
• Voor die aanvullende reglementen geldt louter een meldingsplicht: ze kunnen dus in werking treden na bekendmaking:
  • het AR wordt gepubliceerd op de webtoepassing van de gemeente (art.286 - 288 decreet over het lokaal bestuur dd.22/12/2017)
  • het AR wordt ter kennisgeving aan het Departement MOW overgemaakt via een melding in het digitaal loket.

De verkeerstekens die enkel betrekking hebben op het verkeer op het kruispunt van een gemeente- en een gewestweg horen thuis in het AR van de gewestweg. Ook al worden ze geplaatst op de gemeenteweg (zie Maatregelen m.b.t. het kruispunt van een gemeente- en een gewestweg (bij locatie)).

De gemeenten maken deze besluiten ter kennisgeving over aan het Departement MOW. De AR kunnen pas in werking treden na een termijn van 60 dagen vanaf de kennisgeving, omdat de Vlaamse Regering over een schorsings- en vernietigingsrecht beschikt t.a.v. deze besluiten.

De Vlaamse Regering kan de uitvoering van die AR schorsen in het belang van het verkeer van havenvoertuigen binnen het havengebied.

Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer de bijzondere verbodsbepalingen in het gemeentelijk AR de uitvoerbaarheid van de bepalingen in de havenverordeningen zouden gaan beperken (vb. toegangsverbodsborden).

In geval van schorsing kan de gemeente binnen een termijn van 30 dagen aan de Vlaamse Regering (Departement MOW) een gemotiveerd verzoek tot opheffing van de schorsing overmaken.

• Doet de gemeente dat niet? Dan wordt het AR waarvan de uitvoering is geschorst, geacht nooit te hebben bestaan.
• Dient de gemeente wel een gemotiveerd verzoek in tot opheffing van de schorsing? Dan heeft de Vlaamse Regering 30 dagen de tijd vanaf de ontvangst van het verzoek om tot vernietiging over te gaan. Wanneer het AR niet vernietigd wordt, is de schorsing opgeheven en kan het AR in werking treden.

Als het AR volgens de Vlaamse Regering in werking kan treden, wordt het gelijktijdig bekendgemaakt door de gemeente.

“De voor het openbaar verkeer openstaande wegen in de domeinbossen en de bosreservaten zoals bedoeld in het bosdecreet van 13 juni 1990, en in de natuurreservaten, het VEN of onderdelen ervan en de speciale beschermingszones of onderdelen ervan zoals bedoeld in het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu” (openbare wegen conform art.6 van het decreet AR(opent in nieuw venster)).

Hiervoor geldt een goedkeuringsprocedure - let op art.4 in het BVR AR(opent in nieuw venster). De gemeenten maken deze besluiten dus ter goedkeuring over aan het Departement MOW.

Als het AR enkel betrekking heeft op gemeentewegen in speciale beschermingszones is er geen termijn van 60 dagen voorzien, let op art.4.§4. in het BVR. Met andere woorden, voor de uitvoering van het AR in kwestie hoeft de gemeente niet te wachten op de goedkeuring door de minister. Het kan dus in werking treden:

• na overmaking aan het Departement MOW via het digitaal loket;
• na bekendmaking van het AR op de webtoepassing van de gemeente (art.286 - 288 decreet over het lokaal bestuur dd.22/12/2017)

Zodra het AR één of meerdere gewestwegen bevat, moet het reglement ter goedkeuring worden overgemaakt.

In beginsel is het de gewestelijke wegbeheerder (meestal AWV) dat AR op deze wegen uitvaardigt. Het decreet voorziet de mogelijkheid dat ook de gemeente AR kan opstellen over de gewestwegen op het eigen grondgebied. Dat gebeurt bij voorkeur wel na voorafgaand overleg met de gewestelijke wegbeheerder.

De maatregelen die betrekking hebben op die wegen kunnen pas in werking treden na de goedkeuring van het besluit door het Vlaamse gewest.

De gemeenten moeten daarvoor het AR ter goedkeuring overmaken aan het Departement MOW. Zij staan verder in voor de coördinatie van het goedkeuringsproces.

Het besluit kan zijn:

• een goedkeuring
• een afkeuring
• een wijziging
• een vervanging door eigen beslissing

Art.4 en 5 van het decreet AR(opent in nieuw venster) voorzien de mogelijkheid dat de gemeenteraad de bevoegdheid om aanvullende reglementen op te stellen toevertrouwt aan het college van burgemeester en schepenen.

In dat geval moet de gemeente een delegatiebesluit overmaken aan het Departement MOW via aanvullendereglementen@mow.vlaanderen.be(opent in uw e-mail applicatie).

De delegatie kan zich beperken:

• tot bepaalde maatregelen – het college is dan enkel bevoegd voor de maatregelen in het delegatiebesluit, zoals het voorbehouden van parkeerplaatsen voor personen met een handicap.
• tot bepaalde wegen – bv. enkel voor de maatregelen op de gemeentewegen. Maatregelen m.b.t. gewestwegen, alsook gebiedsdekkende maatregelen m.b.t. gemeente- en gewestwegen blijven dan tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoren.
• in de tijd – het college is dan bevoegd voor een welbepaalde termijn.