Aansprakelijkheidsverzekering
Lokale en provinciale mandatarissen kunnen in de uitoefening van hun mandaat een burgerrechtelijke of strafrechtelijke aansprakelijkheid dragen. Daarnaast is er ook nog de bestuurdersaansprakelijkheid van sommige mandatarissen. Er zijn verschillende beschermingsmechanismen voorzien.
Burgerlijke aansprakelijkheid van raadsleden
De burgerlijke aansprakelijkheid van lokale en provinciale raadsleden is decretaal geregeld. De mandatarissen zijn gedekt voor de burgerlijke aansprakelijk die hen persoonlijk ten laste valt bij de normale uitoefening van hun mandaat naar aanleiding van de lichamelijke, materiële of immateriële schade die ze berokkenen aan derden, inclusief rechtsbijstandsverzekering (burgerlijke en strafrechtelijke verdediging).
Het bestuur sluit ook een verzekering voor ongevallen af die raadsleden overkomen in de normale uitoefening van hun mandaat.
Het bestuur betaalt bovendien de geldboeten wegens een misdrijf van raadsleden bij de normale uitoefening van hun mandaat. Uitzonderingen zijn:
- een herhaling van een misdrijf
- persoonlijke inbreuken op de verkeersreglementering, inclusief foutparkeren of snelheidsovertredingen.
Het bestuur kan de betaalde bedragen terugvorderen bij bedrog, zware schuld of vaak voorkomende lichte schuld van de betrokken mandataris.
Burgerlijke aansprakelijkheid van uitvoerende mandatarissen
De federale staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, de provincie, de gemeente of het OCMW is, naargelang de aard van de uitgeoefende bevoegdheid, burgerrechtelijk aansprakelijk als lokale of provinciale uitvoerende mandatarissen schade berokkenen aan derden in de normale uitoefening van hun mandaat.
Uitvoerende mandatarissen zijn zelf aansprakelijk bij bedrog en bij zware schuld. Bij lichte schuld zijn mandatarissen alleen aansprakelijk als die eerder gewoonlijk dan toevallig .
Bij instelling van een vordering van schadevergoeding tegen een uitvoerend mandataris voor de burgerlijke rechter of de strafrechter, moeten deze mandatarissen de federale staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, de provincie, de gemeente of het OCMW daarvan op de hoogte brengen. De mandataris kan, naargelang de aard van de uitgeoefende bevoegdheid, ook het betrokken bestuur mee in het geding trekken. Het betrokken bestuur kan ook vrijwillig tussenkomen.
De gemeente, het OCMW of de provincie sluiten een verzekering af om de burgerlijke aansprakelijkheid te dekken die persoonlijk ten laste komt van een lokaal of provinciaal uitvoerend mandataris in de normale uitoefening van hun mandaat. Het bestuur sluit ook een rechtsbijstandsverzekering af en een verzekering voor ongevallen die mandatarissen overkomen in de normale uitoefening van hun mandaat.
Het bestuur betaalt bovendien de geldboeten wegens een misdrijf van mandatarissen bij de normale uitoefening van hun mandaat. Uitzonderingen zijn:
- een herhaling van een misdrijf
- persoonlijke inbreuken op de verkeersreglementering, inclusief foutparkeren of snelheidsovertredingen.
Het bestuur kan de betaalde bedragen terugvorderen bij bedrog, zware schuld of vaak voorkomende lichte schuld van de betrokken mandataris. Het bestuur kan ook beslissen dat de geldboete maar gedeeltelijk vergoed moet worden.
Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Lokale en provinciale mandatarissen kunnen een strafrechtelijke aansprakelijkheid dragen bij de uitoefening van hun mandaat. De strafrechtelijke aansprakelijkheid wordt niet gedekt.
De Vlaamse Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, de provincies, de gemeenten en de OCMW’s kunnen sinds 2018 op grond van artikel 5 van het Strafwetboek ook strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld als rechtspersoon. Mandatarissen zelf kunnen echter ook nog vervolgd worden voor misdrijven die gepleegd zijn in de uitoefening van hun mandaat.
Bestuurdersaansprakelijkheid
Gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en verenigingen of vennootschappen voor maatschappelijk welzijn zijn op grond van het decreet over het lokaal bestuur (DLB) verplicht om een verzekering af te sluiten die de bestuurdersaansprakelijkheid van hun bestuurders dekt.
In subsidiaire orde en dus wanneer de rechtspersoon, waarin de mandataris het bestuur vertegenwoordigt, die aansprakelijkheidsverzekering niet afsluit, staat het bestuur in voor de verzekering van de bestuurdersaansprakelijkheid van zijn mandatarissen. Een bestuur zal aldus moeten nagaan of zijn mandatarissen gedekt zijn in de rechtspersonen waar zij het bestuur vertegenwoordigen. Als dit niet het geval is, neemt het bestuur contact op met die rechtspersonen aangezien de verplichting tot het afsluiten van een aansprakelijkheidsverzekering in eerste instantie bij die rechtspersonen ligt.
Het is aldus niet de bedoeling dat de lokale besturen steeds een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering afsluiten voor hun mandatarissen met bestuurdersverantwoordelijkheden in allerhande verzelfstandigde agentschappen of verenigingen. Enkel als een bepaalde rechtspersoon die decretale verzekeringsverplichting niet nakomt, stelt het decreet over het lokaal bestuur vast dat het lokaal bestuur voor die verzekering moet instaan. Het gaat in dergelijk geval niet om een verplichting tot een allesomvattende verzekeringspolis voor de bestuurdersaansprakelijkheid doordat het bestuur, na een nazicht van de dekking van de betrokken mandataris, op de hoogte is bij welke rechtspersoon de bestuurdersaansprakelijkheid van de mandataris niet gedekt zou zijn.