Een tweede tussenstand van het InnovatieNetwerk Overheid - November 2023
Drie jaar is er al voorbij sinds de opstart van het InnovatieNetwerk Overheid. Tijd om weer eens te evalueren hoe jullie onze aanpak vinden tot nu toe. We hoorden jullie stemmen in een innovatieve bevraging en een meer uitgebreid feedbackgesprek met een kleine 20 deelnemers.
Zonder ons te veel op de borst te kloppen, mag wel gesteld worden dat de belangrijkste feedback positief was. De reacties waren dat men het INO waardevol en nodig vond. Zo gaf (een beetje onverwachts) veruit de meeste respondenten aan dat ze de lessen en inspiratie die ze in de INO bijeenkomsten hadden opgepikt al in zekere mate in hun werk toepassen. Ook spreekt men zich unaniem uit over de meerwaarde van over de muurtjes te kunnen kijken en zich te laten enthousiasmeren door te zien wat er gebeurt bij een andere entiteit/overheid/organisatie.
Natuurlijk is enthousiasme over wat we tot nu toe doen erg welkom. Maar we zijn zeker ook geïnteresseerd in jullie mening omtrent de ‘how’ en ‘what’ voor de toekomst van INO. Hierover zijn verschillende zaken naar voren gekomen, maar de belangrijkste vijf sommen we even op.
Het zou goed zijn als we onze krachten meer bundelen.
Er zijn binnen de Vlaamse overheid meerdere initiatieven om innovatie te stimuleren: PIO, Sandbox, Digital Leaders Academy, Smart Regions, INO, … We zien dat ze elk hun toegevoegde waarde hebben en elkaar ook aanvullen. Het zou goed zijn als we deze krachten meer bundelen. Samenwerking en afstemming tussen deze initiatieven vermijdt dat er nieuwe schotten ontstaan en helpt om elkaars kracht te versterken. Integrale projecten op het vlak van HR en digitale transformatie bieden ook een kans om hierin de geleerde lessen uit deze verschillende initiatieven toe te passen. We bundelen ook de krachten als de community zelf meer opneemt (en kan opnemen) zodat het INO Team minder aan het roer komt te staan.
Daarnaast wordt gesuggereerd dat we met de INO-werking mogelijks tegen de grenzen aanlopen van wat er bottom up kan ontstaan. Middenmanagement en topmanagement lijken dan een goede en vaak voorgestelde volgende doelgroep. Met name het topmanagement wordt veel genoemd, hoewel het middenmanagement ook met interessante barrières zit. Hier lijkt er namelijk een zekere terughoudendheid richting innovatie te bestaan die ingegeven lijkt door de nood aan stabiliteit en betrouwbaarheid.
Groei van een coalition of the willing naar (ook) een coalition of the doing
Ten derde, blijven we als INO voorlopig erg veilig in algemene reflecties hangen. INO zou ervoor kunnen kiezen om gezamenlijk (ook) concrete, multidisciplinaire dossiers aan te pakken. Dat is een kantelpunt van een coalition of the willing naar (ook) een coalition of the doing. Want je vertrekt in deze optiek van een versterkende en ondersteunende aanpak waarbij zaken worden geïntroduceerd, naar een meer inhoudelijke aanpak waar effectief keuzes gemaakt worden en je riskeert tegen strategieën en ‘politiek’ aan te lopen (hoewel je het natuurlijk ook beide nog kan blijven doen). Het stimuleren van multidisciplinair samenwerken is iets waar INO zich op zou kunnen profileren. Door eerst het maatschappelijk probleem te (laten) duiden en vervolgens mensen te doen nadenken over welk stukje van de puzzel zij zijn. Als we dit heel concreet maken betekent dit één à twee keer per jaar een entiteit-overkoepelende case uit werken en tonen.
Hoewel er al verschillende zaken in gebeuren, blijft een betere cultuur van innovatie een belangrijk onderwerp, waar o.a. mensen een gemeenschappelijke taal hebben, meer durven uittesten en fouten durven maken en boven het maaiveld durven uitstappen. Daarbij is de term innovatie minder belangrijk (en schrikt sommigen zelfs een beetje af), maar een gezamenlijk begrip juist wel wezenlijk. Maar hier zit ook een grens aan. We kunnen als overheid namelijk niet grenzeloos innovatief zijn, we moeten ook een betrouwbare overheid blijven.
Tenslotte polsten we wat jullie vonden van ons concept van ‘de Civil Entrepreneur’ waarmee we een nieuw beeld introduceren van hoe een innovatieve persoon in en rond de overheid aan de slag kan gaan. Het blijkt dat deze term aanslaat, dat mensen er (positief) door getriggerd worden. Maar natuurlijk moet het introduceren en uitrollen van dit idee wel met de nodige elegantie gebeuren.
Een civil entrepreneur is géén held die alles kan en alle vrijheid krijgt, maar maakt deel uit van een team.
Vertrek van de nood waarop het civil entrepreneurschap een antwoord biedt, en minder over wat het precies is. In plaats van een ideaalbeeld wat geponeerd wordt, wil je dat mensen er zelf mee gaan spelen en er zo voor hun eigen context en persoonlijkheid invulling aan geven. ‘Wat betekent dat voor mij’?
Leg uit dat een civil entrepreneur géén held is die alles kan en alle vrijheid krijgt, maar deel uitmaakt van een team van civil entrepeneurs met verschillende profielen. Dit helpt het gevaar van enthousiaste maar snel opgebrande ‘lone wolves’ tegen te gaan.
Zorg voor structuur en context waarbinnen civil entrepreneurshap optimaal kan werken. Een organisatie moet de meerwaarde van deze ingesteldheid en skills ook erkennen en eventueel belonen.
Let op dat civil entrepreneurschap niet verwordt tot een (element in een) efficiëntie-slag.
Voorgaande is een greep uit een veelheid van voorstellen en ideeën over de toekomstige werking van INO. We zijn dankbaar voor deze inspiratie. We bekijken welke keuzes we kunnen maken binnen de beschikbare capaciteit en hoe we hiermee de focus van INO kunnen versterken in afstemming met jullie behoeften rond een innovatieve en veerkrachtige overheid.