Gedaan met laden. U bevindt zich op: Hoe duurzame netwerken uitbouwen Verdere inspiratie

Hoe duurzame netwerken uitbouwen

Op 23 mei zaten we fysiek samen om in een ‘INO-deelt’ sessie met elkaar in gesprek te gaan rond de mogelijkheden en uitdagingen in het werken met netwerken.

Deze keer gingen we als een groep ambtenaren (Vlaams en federaal), enkele consultants en zelfs iemand uit het bedrijfsleven met elkaar in gesprek. Voor dit gesprek hadden we twee mensen expliciet gevraagd om er al even wat uitgebreider over na te denken, namelijk Lotte Verstraeten die binnen het transitieprogramma leven, leren en werken in 2050 werkt en Frits Bussemaker die onder andere als community builder bij de Nederlandse Rijks Innovatie Community actief is geweest.

Frits schreef een tijdje geleden een artikel met tien belangrijke lessen om een netwerk op te zetten en te managen(PDF bestand opent in nieuw venster).

Opstarten

Het gesprek begon met de vraag hoe je om moet gaan met een erg diverse groep partners die concurrenten van elkaar zijn. Een mogelijke aanpak hierin is de vraag centraal te zetten, want mogelijks valt het ‘concurrent zijn’ weg. Nagenoeg altijd geldt dat mensen niet 100% concurrenten zijn, en dat er dus ruimte is om samen te werken. Hier is dus een belangrijke rol voor de community-manager weggelegd, want zij moet uit de verschillende noden een vertaling maken van wat er eigenlijk overeenkomsten zijn.

Meer algemeen wordt gedeeld dat het gezond is om gewoon te beginnen door ‘het te doen’ en je niet te verliezen in tools. Ook lijkt het handig om (indien mogelijk) te starten met een kleine(re) kern die elkaar vertrouwd en het vervolgens organisch te laten groeien.

Er is ter sprake gekomen wat de beste manier is om mensen aan het netwerk te doen bijdragen. Wat maakt dat mensen er energie in willen steken?

  • Wellicht de belangrijkste meerwaarde van een netwerk is dat het een impact heeft die je niet alleen kan verwezenlijken. En het is dus belangrijk om met elkaar na te gaan of je ervan overtuigd bent, dat als we in deze community gaan werken, we meer impact krijgen.
  • Ook belangrijk is om met je netwerk een unieke vraag (of leerbehoefte, of…) te hebben en dus van tevoren goed te kijken of je initiatief niet overlapt met een ander (ook omdat het voordeliger kan zijn om je vraag bij een ander al bestaand netwerk onder te brengen). Sommige mensen in de discussie gingen zo ver om te stellen dat de bestaansreden van een community echt glashelder moet zijn, alsof je een VZW opstart.
  • Vaak (misschien wel altijd) speelt ook een persoonlijke motivatie mee. Zoals het feit dat een netwerk maakt dat je van elkaar kan leren. Of het gevoel van eigenwaarde wanneer je iets kan bijdragen.

Zodra het eenmaal loopt

Belangrijk is om te stimuleren dat partners in het netwerk zelf input geven. De overheid kan verschillende rollen hebben (waarbij een subsidiërende rol de anderen wat kan hypothekeren), maar het is zeker goed als de overheid zorgt voor de logistiek.

Een vaak terugkerende vraag was hoe je een netwerk wat je hebt opgestart, na verloop van tijd kan loslaten en zelfsturend kan doen worden. Iets wat bemoeilijkt wordt als er ook subsidies mee gemoeid zijn (en deze afgebouwd worden) of als je bij de opzet te sterk zelf de touwtjes in handen hebt gehouden.

  • Een reactie hierop was dat het belangrijk was hoe je die vraag kadert; ‘hoe houden we het netwerk draaiende’ is niet wervend, maar ‘Hoe blijven we leren’/ ‘hoe zorgen we ervoor dat we impact blijven hebben’ is positiever.
  • Ook is het goed om in gedachte te houden dat zelfsturing ook een vorm van (faciliterend) leiderschap nodig heeft.
  • Een andere insteek is om gewoon te stoppen, met de gedachte ‘ze roepen wel als ze ons weer nodig hebben’. Want vaak is degene die het netwerk heeft gestart niet degene die het kan laten doorgroeien. Het doorgaan van een netwerk zonder de initiatiefnemers is dus gezond (hoewel het ook wat pijnlijk kan zijn). Tegelijkertijd is dit meteen ook een goede test om te kijken of het überhaupt nodig is dat een netwerk blijft bestaan.

Veel van deze overwegingen zij afhankelijk van de fase van het proces waarin een netwerk zich bevindt. Het kan gezond zijn om de regie, maar ook de betrokken personen, gedurende het proces aan te passen. Ook zal je eigen doelstelling en de mate waarin je kan of wil sturen gedurende het proces veranderen.