Panelgesprek 'Op weg naar de top': verslag
Heb jij de ambitie om ooit een topfunctie uit te oefenen bij de Vlaamse overheid? Misschien denk je dat zo’n job niets voor jou is. Ons advies: laat je niet tegenhouden door twijfels en ga ervoor als er een vonk is. Dat blijkt ook uit de getuigenissen van Barbara Van den Haute, James Van Casteren en Julie Bynens tijdens het panelgesprek op donderdag 16 december 2021. 3 Vlaamse (voormalig) topambtenaren die net zoals iedereen onderaan de ladder zijn gestart.
Hoe is jullie carrièrepad verlopen?
Julie Bynens, secretaris-generaal van Departement Kanselarij en Buitenlandse zaken: “Ik startte mijn carrière als beleidsmedewerker Internationaal Beleid. Vervolgens stapte ik over naar de diplomatie en vertegenwoordigde ik de Vlaamse Regering in Nederland, daarna bij de Verenigde Naties in Genève en ten slotte bij de EU. In 2018 was er een vacature voor de secretaris-generaal van het Departement Buitenlandse Zaken. Dat was mijn start als leidend ambtenaar.”
Barbara Van den Haute, voormalig administrateur-generaal van Digitaal Vlaanderen: “Mijn carrière startte in de privésector. Ik werkte in kmo’s en grote bedrijven. De volgende stap was bij de federale overheid, omdat ik mij aangetrokken voelde tot de complexere IT-uitdagingen daar. IT is dan ook de rode draad in mijn loopbaan. Na een aantal jaren stapte ik over naar de Vlaamse overheid. Ik ging er aan de slag als afdelingshoofd en groeide door. Toen de fusie voor Digitaal Vlaanderen in de steigers stond, kreeg ik een duwtje in de rug van mijn collega’s. Ze vonden dat ik zeker moest solliciteren. Na wat twijfelen, besloot ik om de stap te wagen. En kijk.”
Het is belangrijk om je goed te laten omringen, zodat je het overzicht bewaart. Vertrouwen geven, daar draait het om.
James Van Casteren, administrateur-generaal van Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap: “Bij mij draaide het van bij de start rond de Vlaamse overheid. Ik begon als universitair medewerker en groeide door: coördinerende functie, afdelingshoofd en ten slotte administrateur-generaal. Hoe mijn pad naar de top is verlopen? Zodra ik een job onder de knie kreeg, begon ik naar de bovenliggende processen te kijken en zocht ik naar verbeterpunten. Als ik dan een kans kreeg om extra verantwoordelijkheid te dragen, dan ging ik ervoor.”
Van middenkader naar de top: is dat een grote sprong?
Barbara: “Toch wel, want je bent de kapitein op het schip. Dat is boeiend, want je kunt eigen accenten leggen, maar het is wel aan jou om knopen door te hakken. Voor mij persoonlijk was die sprong niet te groot, want ik laat me goed omringen door mensen met kennis van zaken.”
Julie: “Voor mij was het wel een leerschool. Ik kom uit de diplomatie en dat is echt wel ander werk. Als leidinggevende ben je vooral bezig met mensen aan te sturen. Je coacht ze en dat vraagt om een andere aanpak. Het is inderdaad belangrijk om je goed te laten omringen zodat je het overzicht bewaart. Vertrouwen geven, daar draait het rond.”
James: “Voor mij ging die overgang gemoedelijk. Maar als ik nu terugblik op mijn periode als afdelingshoofd, dan was dat echt wel een veilige cocon. Als leidend ambtenaar daarentegen moet je beslissingen verdedigen bij de regering, het parlement en het publiek. Veel beslissingen die je neemt, hebben grote gevolgen. Die druk moet je kunnen dragen.”
Tijd om een cliché te bevestigen of te ontkrachten: moet je als topambtenaar ervaring op een kabinet hebben?
Barbara: “Ik denk dat niemand van ons 3 ooit gewerkt heeft op een kabinet. Die ervaring heb je dus niet nodig.”
Julie: “Sterker nog, het feit dat je onafhankelijk bent, heeft alleen maar voordelen. Je bent aanvaardbaar voor alle betrokken partijen.”
Tijdens gesprekken met vrouwelijke high potentials in ons agentschap merk ik dat ze vaak wat schroom hebben om ervoor te gaan.
Waarom zijn er nog altijd zo weinig vrouwen in het topkader?
Barbara: “Zelf heb ik als vrouw nooit drempels ervaren tijdens mijn carrière. Maar ik geef toe: zonder dat duwtje in de rug van mijn collega’s had ik misschien niet gesolliciteerd.”
James: “Tijdens gesprekken met vrouwelijke high potentials in ons agentschap merk ik dat ze vaak wat schroom hebben om ervoor te gaan. Ze vragen zich af of ze een functie met meer verantwoordelijkheid wel aankunnen. En of de combinatie met het gezin wel haalbaar is. Ik kan natuurlijk niet in hun plaats beslissen, maar ik probeer ze in elk geval wel te overtuigen om de volgende stap in hun carrière te zetten.”
Moet je een workaholic zijn om zo’n topfunctie aan te kunnen?
Julie: “Het klinkt misschien vreemd, maar ik solliciteerde om een betere balans te vinden tussen mijn werk- en privéleven. Als diplomate stond ik voor de keuze om naar het buitenland te vertrekken en dat was voor mijn gezin niet evident. Je kunt als leidend ambtenaar ook in het werk verdrinken, want er ligt genoeg werk op de plank. Het is een kwestie van je grenzen te bewaken en afspraken te maken. Die aanbeveling geef ik trouwens ook aan mijn medewerkers.”
James: “Dat evenwicht vinden lukt vandaag beter en beter. De eerste jaren leidde ik een veranderingstraject en draaide ik weken van 60 of 70 uur. Maar hoe beter je een organisatie leert kennen, hoe meer vertrouwen je kunt geven aan je mensen. Dan is het eenvoudiger om te delegeren. Een 9-tot-5-baan zal het nooit worden, maar de balans is vandaag oké.”
Barbara: “Ja, de werkdruk komt in pieken en dalen. Belangrijk is dat je managementsamenvattingen vraagt aan je mensen. Anders slaag je er nooit in om alle info die op je afkomt te verwerken. In ons agentschap is het trouwens voor iedereen een uitdaging om die work-lifebalans goed te krijgen. Dat blijft een aandachtspunt.”
Leiderschap draait rond menselijke vaardigheden. Je moet ook beslissingen kunnen nemen.
Omschrijf eens de ideale topambtenaar in jullie ogen.
James: “Beton in de schoenen hebben om overeind te blijven. Gepassioneerd met je werk bezig zijn en voeling hebben met de maatschappij. Daarnaast is peoplemanagement superbelangrijk. De tijd van dé baas die alles voorschrijft, is verleden tijd.”
Barbara: “Inderdaad, leiderschap draait rond menselijke vaardigheden. Je moet ook beslissingen kunnen nemen. En focus hebben. Dat wil niet zeggen dat je altijd recht op je doel moet afgaan. Soms moet je het goede moment afwachten voor je actie onderneemt.”
Julie: “Ik sluit me volledig aan bij wat ik mijn collega’s hoor vertellen. Je moet inderdaad passie hebben en tegen een stootje kunnen. Daarnaast is het belangrijk dat je een verbinder bent: met je klanten, met de mensen in je organisatie, en ook met de maatschappij.”