­Begin niet hals over kop aan een FIO. De cruciale vraag is: ben je klaar om feedback te ontvangen van je medewerkers, collega’s, leidinggevende of belanghebbenden? Is het antwoord op deze vraag ja, dan kan je de FIO organiseren. Misschien is het antwoord slechts gedeeltelijk ja. Je wil wel feedback ontvangen van bepaalde medewerkers of collega’s, maar niet van allemaal. Geen probleem, jij beslist aan wie je feedback vraagt. Misschien wil je voorzichtig beginnen. Dat kan!

Het geven van feedback vraagt om een omgeving van vertrouwen. Als je tot nog toe zelf weinig hebt geïnvesteerd in waardering geven aan mensen rondom je, zullen mensen misschien minder geneigd zijn om je eerlijke feedback te geven. Het is dan ook belangrijk na te denken over jouw feedbackgedrag op de werkvloer: geef je zelf een pluim aan je medewerkers en/of andere mensen rondom jou? En spreek je mensen aan wanneer het beter kan? Als er nu al een minimale feedbackcultuur is en je staat nu open voor feedback, dan is de FIO een goed instrument om in te zetten. Anderzijds moet je niet wachten tot er een ‘perfecte’ feedbackcultuur is. Door de FIO te organiseren, werk je immers aan een feedbackcultuur, laat je zien dat je het meent.

Bepaal zelf wanneer in het jaar je de FIO wil inzetten. De FIO kan je helpen om je leiderschapsvaardigheden aan te scherpen. De FIO is dus geen evaluatie-instrument. Ontwikkeling vindt bij uitstek plaats in een veilige context. Afhankelijk van hoe veilig je je evaluatiecontext ervaart, is het raadzaam om jouw FIO buiten de evaluatieperiode te lanceren.