3 “good practices” voor meer digitale inclusie en betrokkenheid
Digitale overheidsdiensten bereiken vlot geëngageerde of geïnteresseerde burgers die over voldoende vaardigheden beschikken om mee te surfen op de golven van de digitalisering. Moeilijker wordt het om door te dringen tot wie zich niet aangesproken voelt of eenvoudigweg niet weet waar te beginnen. De roep naar meer inclusie weerklinkt altijd maar luider. Hoe kunnen overheden ervoor zorgen dat hun diensten ‘by design’ inclusief zijn? Deze drie good practices van digitaliserende overheden tonen de weg.
2. Proactieve dienstverlening via de smartphone
De overheid voorziet heel wat premies. Jammer genoeg vormt de aanvraagprocedure vaak een drempel voor burgers die de premie het meest nodig hebben. Het departement Werk en Sociale Economie (kort WSE) wilde anticiperen op deze nood. Het uitgangspunt was dat de administratieve handelingen sterk vereenvoudigd konden worden, waardoor meer mensen de weg zouden vinden naar, bijvoorbeeld, de Jobbonus en het Opleidingstegoed.
De oplossing werd gevonden in de combinatie van verschillende bouwstenen van Digitaal Vlaanderen. Aan de basis ligt een eenvoudig aanvraagformulier dat maximaal vooraf is ingevuld. De aanvrager hoeft niet zelf op zoek gaan naar de voorwaarden (inkomen, woonplaats, werkplaats,…) of de documenten om dit aan te tonen. Dat gebeurt volledig automatisch, dankzij de integratie van de Formulierentool van Digitaal Vlaanderen. Deze bevraagt de relevante databanken met persoonsgegevens via MAGDA. De data worden niet opgehaald. Het antwoord komt enkel onder de vorm van een advies: ‘je komt in aanmerking’ of je ‘komt niet in aanmerking’. WSE koos bovendien en resoluut voor een integratie met Mijn Burgerprofiel en de Mijn Burgerprofiel app. Te weten dat 93% van de Vlamingen een smartphone heeft, betekent dit dat ook kwetsbare groepen de premie vanop hun smartphone kunnen aanvragen. En dat is goed nieuws, want dichter bij de burger dan in z’n broekzak, kom je als overheid niet.