Geotechnische monitoring biedt een grote meerwaarde tijdens het ontwerp en in de uitvoering van constructies en draagt bij aan een economische en veilige uitvoeringing. Monitoring is essentieel bij grote projecten en bij projecten met kritische randvoorwaarden en vormt dan de link tussen proeven op kleine schaal, numerieke modellering en de werkelijkheid. Deze activiteiten sluiten aan bij het verkennend geotechnisch onderzoek.
Elk geotechnisch ontwerp is immers in zekere mate hypothetisch. Daar de voorafgaande onderzoeksfase, hoe uitgebreid en kwalitatief ze ook mogen zijn, niet alle facetten van het gedrag van de grond volledig kan omschrijven, moet de ontwerper uitgaan van een zekere (vereenvoudigde) aanname. De ontwerper steunt hierbij op beschikbare onderzoeken en jarenlange ervaring. Waarnemingen en metingen op het terrein zijn een zeer nuttige informatiebron voor de geotechnisch ingenieur om de beperkingen, inherent aan het werken met grond, op te vangen en te komen tot duurzame en economische ontwerpen.
Hoewel we monitoring vaak associëren met metingen tijdens de uitvoeringsfase van projecten, biedt monitoring ook bij het ontwerp een grote meerwaarde. Zo kunnen waterdrukken, krachten, verplaatsingen… op en in constructies beter ingeschat worden en kan het ontwerp geoptimaliseerd worden. Ook na de realisatie van een project blijven we monitoren om een constructie tijdens zijn levensduur op te volgen, veiligheid te garanderen en onderhoud beter te sturen.
Inclinometermetingen
Horizontale vervormingen van structuren en grondmassieven meten we op aan de hand van inclinometer metingen. Hiervoor worden verticale inclinometerbuizen geïnstalleerd die we opmeten met behulp van de inclinometersonde.
Ook is het mogelijk een continue inclinometer te installeren. Deze bestaat uit een aaneenrijging van inclinometersondes en laat toe om heel frequent (bv om de 15 minuten) een vervormingsprofiel op te maken. Vooral bij het bepalen van een schadefenomeen of tijdens belangrijke uitvoeringsfases kan dit een grote meerwaarde bieden en zorgt dit voor een beter inzicht in de aandrijvende mechanismes en in het gedrag van een constructie.
Zettingsprofielmetingen
Verticale vervormingen kunnen ook over een grote lengte (bv. onder ophogingen) worden gemeten met zettingsbuizen of horizontale inclinometerbuizen. Deze buizen worden dan onder de ophoging aangebracht en het profiel van de buizen wordt opgemeten. Op die manier verkrijgen we een continu zettingsprofiel als resultaat.
Verschillende meetvarianten zijn mogelijk: open hydraustatisch, gesloten hydraustatisch en horizontale inclinometers
Waterspanningsmetingen
In cohesieve weinig doorlatende grondlagen (leem/klei/veen) plaatsen we waterspanningsmeters om de waterspanning en een eventuele afname of toename van de waterspanning nauwkeurig op te meten. De waterspanning meten we op met een waterdrukcel die we manueel uitlezen of die we aan een logger aansluiten voor continue metingen. Water over-of onderspanningen ten gevolge van het aanbrengen van een ophoging of het uitvoeren van een afgraving boven cohesieve lagen kunnen zo opgevolgd worden.
Gronddrukmetingen
Gronddrukcellen kunnen in boorgaten geplaatst worden om de natuurlijke gronddrukken en de invloed van bepaalde grondwerken op de gronddrukken op te meten. Gronddrukcellen kunnen ook worden ingebouwd op grensoppervlakken van grond en constructie zoals onder ophogingen, tegen grondkerende constructies of rond tunnels.
Waterpeilmetingen
In zandlagen nemen we waterpeilen of waterdrukken waar met open piëzometers (ook peilbuizen of open waterstandspijpen genoemd).
Bij een stijging of daling van de waterspanning in de grond in het meetpunt zal een bepaalde hoeveelheid water in of uit de buis stromen, tot de hoogte van de waterspiegel in de buis evenwicht maakt met de nieuwe waterspanning.
De waar te nemen hoogte wordt ofwel manueel opgemeten met een waterpeilmeter, ofwel continu met behulp van een waterdruksensor. Real time metingen kunnen mbv loT ingesteld worden.