Tarief voor de schenking van roerende goederen
Voor schenkingen van roerende goederen gelden slechts twee tarieven. Bovendien gaat het om vlakke tarieven.
3% voor schenkingen in rechte lijn en tussen partners;
7% voor schenkingen aan alle andere personen.
Het burgerlijk recht omschrijft wat roerende goederen zijn. Het zijn onder meer de verplaatsbare goederen zoals bankbiljetten, aandelen, schilderijen, auto’s, juwelen.
Verwantschap is de band tussen personen waarbij de één van de ander afstamt of waarbij men een gemeenschappelijke voorouder heeft.
- verwantschap in rechte lijn: de ene persoon stamt af van de andere, bijvoorbeeld ouder en dochter, grootouder en kleinkind.
- verwantschap in de zijlijn: beide personen stammen af van dezelfde voorouder, bijvoorbeeld broer en zus.
a) echtgenoot: de persoon die op dag van het openvallen van de nalatenschap met de erflater of op de dag van de schenking met de schenker gehuwd is;
b) wettelijk samenwonende: de persoon die op de dag van het openvallen van de nalatenschap met de erflater of op de dag van de schenking met de schenker wettelijk samenwoont;
c) feitelijk samenwonende: de personen die op de dag van het openvallen van de nalatenschap of op de dag van de schenking ten minste één jaar ononderbroken met de erflater of de schenker samenwonen en met de erflater of de schenker een gemeenschappelijke huishouding voeren.
Op deze termijn van één jaar zijn enkele uitzonderingen. Om in aanmerking te komen voor onderstaande gunstregimes moet men niet één jaar maar minstens 3 jaar ononderbroken samenwonen:
- In de schenkbelasting voor de ‘Vrijstelling voor overdracht van familiale ondernemingen en vennootschappen’
- In de erfbelasting voor :
Een inschrijving in het bevolkingsregister houdt een weerlegbaar vermoeden in van ononderbroken samenwoning en van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding;
Voor het verlaagd tarief in het verdeelrecht komen feitelijk samenwonenden niet in aanmerking.
Schenkingen van roerende goederen die pas uitwerking (kunnen) krijgen op het ogenblik van het overlijden van de schenker, worden niet belast in de schenkbelasting maar in de erfbelasting.
Voorbeelden
- schenking van een geldsom betaalbaar bij het overlijden van de schenker;
- schenking op voorwaarde dat de begiftigde de schenker overleeft;
- schenking op voorwaarde dat de schenker overlijdt vóór een bepaalde derde of vóór een bepaalde datum.
Op een dergelijke schenkingsakte wordt geen schenkbelasting geheven. Bij het overlijden van de schenker is er erfbelasting verschuldigd.