Thema's

In het Regionaal Mobiliteitsplan vind je een kaart waarop alle wegen zijn ingedeeld volgens functie. Van hoofdwegen over regionale en interlokale wegen tot een lokaal wegennet. Elk type weg moet ingericht worden volgens de functie die ze krijgt, in lijn met vastgelegde inrichtingsvoorschriften. Een lokaal wegennet dient bijvoorbeeld niet voor doorgaand verkeer. Sluipverkeer kan er geweerd worden. (Uit visie 3.2, actie 2.1, 2.2, 2.3)

Verkeersveiligheid is een belangrijk thema om op in te zetten. Via technologie kan hieraan gewerkt worden, door bijvoorbeeld intelligente snelheidsaanpassing, alcoholsloten, maar ook door hogere boetes voor snelheid en alcohol. Het Regionaal Mobiliteitsplan adviseert om die in te voeren. (Uit visie 3.9, actie 9.3)

Het Regionaal Mobiliteitsplan wil het fietsnetwerk verder vervolledigen. Missing links worden opgespoord en aangepast. Het fietsnetwerk moet veilig en aangenaam worden, in een goede kwaliteit en geschikt om de verschillende kernen en bedrijfsterreinen in de vervoerregio vlot te bereiken. (Uit visie 3.3, actie 3.3)

Het Regionaal Mobiliteitsplan gaat over alle vormen van openbaar vervoer, waaronder het spoor. Het RMP wenst dat onderzocht wordt of een aantal treinen vaker kan rijden. Dit gaat over IC-treinen vanuit Knokke en Blankenberge richting het binnenland en lokale treinen tussen Zeebrugge, Brugge en Gent. Hier kan misschien een trein om het half uur. Ook te onderzoeken is of de kusttram vaker, eerder op de dag en langer kan rijden dan nu. (Uit visie 3.4, actie 4.5 en 4.9)

We vragen de Vlaamse overheid om de autogebruiker bewuster te maken van de verborgen kosten van autogebruik, veroorzaakt door milieuschade, ongevallen en files. (Uit visie 3.5, 3.6, actie 5.2 en 6.1)

We stellen een parkeerbeleid op dat gelijkaardig is in de verschillende kustgemeentes. Zo is het parkeerbeleid voor elke kustbezoeker duidelijk en gaan we zoekverkeer zo veel mogelijk tegen. (Uit visie 3.5, 3.6, actie 5.2 en 6.1)

We zorgen dat mobiliteit en openbaar vervoer voor iedereen betaalbaar kunnen blijven. En we zien erop toe dat het openbaar vervoer ook toegankelijk blijft voor wie niet met apps uit de voeten kan. Voor wie een fysieke beperking heeft passen we de haltes aan, eerst de Hoppinpunten, dan de haltes op de belangrijkste buslijnen, dan de rest. (Uit visie 3.10, actie 10.1, 10.2 en 10.3

We vragen om nieuwe ruimtelijke projecten af te toetsen aan de visie van het Regionaal Mobiliteitsplan. Dit wil zeggen via nabijheid de grote auto-afhankelijkheid tegengaan, werklocaties strategisch kiezen zodat je er met de fiets of het openbaar vervoer kan geraken, bedachtzaam omgaan met verharding en streven naar steeds minder bijkomende verharding. (Uit visie 3.1, actie 1.1)

Vrachtwagens van de weg halen, dat kan door te onderzoeken hoe we de capaciteit van het spoor kunnen verhogen, hoe we de drempels voor watertransport kunnen wegwerken, zoals de doortocht via de ringvaart rond Brugge, en hoe we de mogelijkheden van vrachtvervoer via pijpleidingen kunnen realiseren. (Uit visie 3.7, actie 7.2, 7.3 en 7.9)

De vervoerregio heeft routes aangeduid om regionaal vrachtverkeer zoveel mogelijk te bundelen. In overleg met alle betrokken gemeenten wordt onderzocht welke maatregelen hier genomen kunnen worden. We stemmen de inrichting van de wegen hier zoveel mogelijk op af. (Uit visie 3.8, actie 8.1)