Gedaan met laden. U bevindt zich op: Wegennetwerk

Wegennetwerk

Wegencategorisering

Het Vlaams wegennetwerk is momenteel opgedeeld in verschillende wegcategorieën:

  • hoofdwegen
  • primaire wegen (type I en II)
  • secundaire wegen (type I, II en III)
  • lokale wegen (type I, II en III).

De basis van die wegencategorisering werd gelegd in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)(opent in nieuw venster), dat al dateert van 1997. Met de uitrol van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen wordt het RSV opgeheven. De Vlaamse Regering heeft in het Regeerakkoord 2019-2024 beslist om over te gaan naar een nieuwe wegencategorisering. Het nieuwe netwerkconcept gaat uit van een multimodale benadering en is robuust, vlot in alle omstandigheden en meer samenhangend. De selectiemethodiek volgt een duidelijke logica en zorgt voor een betere leesbaarheid van elke wegcategorie.

Voorbereidende studie

Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid heeft met verschillende partners een evaluatie uitgevoerd van de bestaande wegencategorisering. Er was nood aan een nieuw theoretisch model waarbinnen nieuwe beleidsontwikkelingen ingebed kunnen worden.

Dat heeft geleid tot de studie ‘Naar een slim, veilig en robuust wegennet als onderdeel van een geïntegreerde visie op mobiliteit en ruimtelijke ontwikkeling (2019)’. Die studie is uitgevoerd door de Onderzoeksgroep voor Stadsontwikkeling van de Universiteit Antwerpen, in samenwerking met MINT nv en Patrick Maes.

Belangrijke mededeling

Houd er rekening mee dat de studie slechts het vertrekpunt is om tot een nieuwe wegencategorisering te komen. Na de studie zijn de bevoegde en betrokken actoren met de methodiek verder aan de slag gegaan. De kaarten die in de studie aan bod komen, zullen niet één op één overeenkomen met de definitieve categorisering. De documenten van de studie bevatten in geen geval een definitief beleidsmatig standpunt.

Nieuwe wegencategorisering

In de studie is een nieuw netwerkconcept ontwikkeld: het robuust wegennet. Alle huidige wegcategorieën verdwijnen. Ze worden vervangen door 6 nieuwe categorieën die u kunt onderverdelen in 3 hiërarchische lagen:

  • het hoofdwegennet
    • Europese hoofdwegen
    • Vlaamse hoofdwegen
  • het dragende netwerk
    • regionale wegen
    • interlokale wegen)
  • het lokale wegennet
    • lokale ontsluitingswegen
    • lokale erftoegangswegen

In de nieuwe wegencategorisering wordt er afgestapt van de boomstructuur uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) en gewerkt met een netwerk van rasters. Voor het lokale wegennet wordt de boomstructuur behouden omdat gebleken is dat die op lokaal niveau zijn meerwaarde heeft bij het terugdringen van sluipverkeer.

Dankzij de rasterstructuur kunt u een veel duidelijker onderscheid maken tussen verbindingswegen (bestaande uit het hoofdwegennet en het dragende netwerk) en ontsluitingswegen (bestaande uit het lokale wegennet). Gevolg is onder meer dat het lokale wegennet beter wordt afgeschermd van doorgaand verkeer.

Robuust wegennetwerk

De nieuwe wegencategorisering heeft als doel om een robuust wegennet te realiseren. Robuustheid wordt gedefinieerd als “het vermogen om de geplande functie waarvoor het verkeers- en vervoersnetwerk ontworpen is te blijven vervullen, ondanks verstoringen.” Daarmee wordt bedoeld dat het netwerk de functie waarvoor het ontworpen is altijd moet kunnen blijven vervullen, ook in ongewone situaties. Dat moet leiden tot betrouwbaarheid op het gebied van verbinding, capaciteit en reistijd. Ten slotte heeft het robuust wegennetwerk 3 hoofddoelstellingen: de verschillende vervoersstromen beter afwikkelen, de doorstroming verbeteren en de verkeersveiligheid verhogen.

Hoe wordt de wegencategorisering vastgelegd?

Op 7 oktober 2020 zijn de 6 nieuwe wegcategorieën en de algemene principes van de nieuwe wegencategorisering(opent in nieuw venster) goedgekeurd door het Vlaams Parlement. Voor elke wegcategorie heeft één overheidsniveau de formele taak om een selectie te bepalen. Een andere overheid heeft altijd een adviserende rol.

  • De Vlaamse Regering maakt een voorstel voor het hoofdwegennet. De vervoerregio’s moeten hierop advies geven.
  • De vervoerregio’s formuleren een voorstel voor de selectie van het dragende netwerk bestaande uit de regionale en interlokale wegen. Ze doen dat binnen de krijtlijnen van hun regionale mobiliteitsplannen.
  • De categorisering en de selectie van de wegen die behoren tot het hoofdwegennet en het dragende netwerk worden uiteindelijk verankerd in een Besluit van de Vlaamse Regering.
  • De wegen die niet in het hoofdwegennet of het dragende netwerk ingeschaald worden, worden automatisch deel van het lokale wegennet.

Via de selectie van een weg wordt een categorie toegekend aan een wegsegment. De categorie verwijst naar het functioneren van de weg in het (theoretische) model van de wegencategorisering. De categorie van een weg staat los van het eigenaarschap of met andere woorden het wegbeheer.

Inrichtingsprincipes

Voor de vormgeving van de wegen in de verschillende wegcategorieën worden inrichtingsprincipes voorgesteld. Het Agentschap Wegen en Verkeer trekt die oefening voor het hoofdwegennet en het dragende netwerk. De basisprincipes en ambities moeten bijdragen tot de herkenbaarheid van de wegcategorie voor de weggebruiker.

De inrichtingsprincipes voor het hoofdwegennet, bestaande uit de Europese en Vlaamse hoofdwegen, zijn opgesteld door een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van het Agentschap Wegen en Verkeer, het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, De Lijn, De Werkvennootschap en het Departement Omgeving.

De inrichtingsprincipe voor het dragende netwerk, bestaande uit de regionale en interlokale wegen, worden momenteel ontworpen door een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van het Agentschap Wegen en Verkeer, het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, De Lijn, De Werkvennootschap, het Departement Omgeving en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten.

Alle info over de inrichtingsprincipes vindt u op de website van AWV(opent in nieuw venster).