Gedaan met laden. U bevindt zich op: Projecten

Projecten

Expertise en kwaliteit

Het decreet Basisbereikbaarheid vereenvoudigt de projectwerking. De projectstuurgroep (PSG) begeleidt projecten in uitvoering van het mobiliteitsbeleid en de basisbereikbaarheid volgens een projectmethodologie. De gefaseerde projectmethodologie blijft behouden, net als enkele herkenbare begrippen zoals de startnota, projectnota en unieke verantwoordingsnota en moet bijdragen tot een duidelijke stroomlijning in het ontwerp- en planningsproces.

De PSG staat in voor:

  • de begeleiding van projecten
  • de opmaak van lokale mobiliteitsplannen (of andere mobiliteitsgerelateerde plannen)

De PSG begeleidt die projecten en plannen doorheen de verschillende procedurestappen. Binnen de PSG wordt de expertise van de verschillende partners gevraagd in het ontwerp- en denkproces, zodat een inherente kwaliteitszorg wordt gegarandeerd.

De initiatiefnemer nodigt op maat van het project of plan de relevante partners uit. De leden van de PSG brengen hun aanbevelingen samen tot er een consensus is over het voorliggend dossier. De initiatiefnemer die de PSG samenbrengt en voorzit, draagt ook de verantwoordelijkheid over het dossier. Hij of zij gaat op zoek naar consensus rond de tafel, en houdt daarmee het budget, de kwaliteit van het ontwerp en de timing in de hand, zonder afbreuk te doen aan de relevante input van de verschillende stakeholders.

Het besluit voorziet dat zowel bepaalde stappen in de projectmethodologie als de werking van de projectstuurgroep kan worden geïntegreerd, vervangen of weggelaten worden, wanneer voor bepaalde projecten gelijkaardige besluitvormingsprocessen doorlopen in andere procedures (MER, complexe projecten, …).

Welke projecten begeleidt de projectstuurgroep?

Infrastructuurgebonden projecten:

  • De aanleg of herinrichting van gewestwegen, inclusief bijbehorende fietsinfrastructuur en kruispunten
  • Projecten die de aanleg, verbetering of uitrusting van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk tot doel hebben
  • Openbare verlichting langs gewestwegen door de gemeente
  • Schoolomgevingen
  • Projecten die de duurzame ontsluiting van bedrijvenzones tot doel hebben
  • Stationsomgevingen, mobipunten en carpoolparkings
  • Tram- en busbanen en andere infrastructuurmaatregelen die de doorstroming bevorderen
  • Schermen of gronddammen langs gewestwegen die het wegverkeerslawaai verminderen
  • Bouwen of herinrichten van sluizen en bruggen die aansluiten op publiek toegankelijke voetgangers-, fiets- of weginfrastructuur of het openbaarvervoernetwerk
  • De aanleg of uitbreiding van laad- en loskaaien langs waterwegen en die aansluiten op publiek toegankelijke voetgangers-, fiets- of weginfrastructuur of het openbaarvervoernetwerk
  • De aanleg of herinrichting van publiek toegankelijke voetgangers-, fiets- of weginfrastructuur op gronden die eigendom zijn of onder het beheer vallen van de waterwegbeheerder

Uitzonderingen:

  • De totale investeringskosten van de werken zijn < 500.000 euro, werken aan of op autosnelwegen, dringende herstellingen, bepaalde geluidsdossiers en baggerwerken
  • Die uitzonderingen zijn niet van toepassing als er voor het project subsidies worden verleend op basis van het Besluit van 25 januari 2013 of er een samenwerkingsovereenkomst wordt afgesloten of wanneer één of meerdere leden van de vervoerregioraad gemotiveerd verzoekt de projectmethodologie te volgen.

Niet-infrastructuurgebonden projecten:

  • Projecten die het aanbod van het openbaar personenvervoer wijzigen, inclusief de verplaatsing van haltes of de bediening van mobipunten
  • Projecten ter ondersteuning van het mobiliteitsbeleid en flankerende maatregelen waarvoor een subsidieregeling wordt voorzien of een samenwerkingsovereenkomst wordt afgesloten

Uitzonderingen:

  • Wijzigingen in het openbaar vervoeraanbod als gevolg van omrijden door calamiteiten of werken, openbare versterkingsritten of projecten met beperkte impact (≤ 10% op de plaatskilometers). Plaatskilometers zijn de gereden kilometers vermenigvuldigd met de reizigerscapaciteit.
  • Die uitzonderingen zijn niet van toepassing wanneer één of meerdere leden van de vervoerregioraad gemotiveerd verzoekt de projectmethodologie te volgen.

Wie zit in de projectstuurgroep?

De PSG wordt voorgezeten door de initiatiefnemer van het project of plan en bestaat minimaal uit:

  • De initiatiefnemer
  • Een vertegenwoordiger van de betrokken gemeente(n)
  • Een vertegenwoordiger van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken
  • Een vertegenwoordiger van de betrokken weg- of waterwegbeheerder

Eén vertegenwoordiger kan meerdere rollen opnemen.

Het is de taak van elke initiatiefnemer om de samenstelling van de projectstuurgroep weloverwogen te bekijken en de juiste partners mee uit te nodigen.

  • Als er sprake is van cofinanciering, is het logisch dat de medefinanciers ook in de PSG vertegenwoordigd zijn.
  • Als het project op of nabij een traject van het kernnet of aanvullend net ligt, wordt De Lijn uitgenodigd.
  • NMBS/Infrabel en de adviesverlenende instanties kunnen in het kader van de omgevingsvergunning ook belangrijke partners zijn.

De projectstuurgroep kan een rol spelen in een participatietraject. Om dit mogelijk te maken kunnen één of meerdere vergaderingen van de PSG opengesteld worden voor vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en/of de bevolking.