Verantwoordelijkheden Hoppinpunten
Aanleg en onderhoud
In het decreet Basisbereikbaarheid is vastgelegd dat de wegbeheerder instaat voor de aanleg en het onderhoud van een Hoppinpunt (art. 42, eerste lid):
- langs gewestwegen is dat het Agentschap Wegen en Verkeer(opent in nieuw venster).
- langs gemeentewegen zijn dat de gemeenten. In realiteit is de realisatie van Hoppinpunten langs gewestwegen een gezamenlijk project van AWV en de gemeente, waarbij AWV verantwoordelijk is voor de toegankelijkheid van de halte en de aanleg van het eigen domein, vaak ook de plaatsing van de zuil, en de gemeente het Hoppinpunt verder uitbouwt op gemeentelijke grond. Gemeenten kunnen een subsidie krijgen voor de aanleg van Hoppinpunten langs gemeentewegen.
De Vlaamse Regering kan de aanleg van Hoppinpunten langs gewestwegen ook toewijzen aan De Werkvennootschap of Lantis. Ook de Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn kan Hoppinpunten langs gewestwegen aanleggen.
Bepaling van de locaties
De locaties worden bepaald door de minister, de vervoerregio of de gemeente, afhankelijk van het type Hoppinpunt.
Communicatie naar Hoppincentrale bij omleidingen of werken
Indien er een halte aanwezig is op een Hoppinpunt (van De Lijn of Hoppinflex) zal De Lijn instaan voor de communicatie van omleidingen of werken. Volgens een principieel akkoord zal De Lijn instaan voor het haltebeheer van alle haltes (inclusief de vaste haltes van Hoppinflex).
Bij de deelsystemen zal er vooral gekeken worden naar de contracten met de aanbieders. Het is aan de Hoppinpuntbeheerder om aan te geven wanneer een Hoppinpunt onbeschikbaar is. Dit moet worden gemeld aan de Hoppincentrale (info@hoppin.be(opent in uw e-mail applicatie)) en het Hoppinpuntenmanagement (hoppinpunten@mow.vlaanderen.be(opent in uw e-mail applicatie)).