Gedaan met laden. U bevindt zich op: Wetgeving rond discriminatie op de werkvloer
Wetgeving rond discriminatie op de werkvloer
Europese wetgeving
De EU heeft 4 richtlijnen rond discriminatie uitgevaardigd die een belangrijke invloed hebben op het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid (decreet van 10 juli 2008):
- Richtlijn 2000/43/EG van de Raad van 29 juni 2000(opent in nieuw venster): gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming
- Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000(opent in nieuw venster): een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep
- Richtlijn 2004/113/EG van de Raad van 13 december 2004(opent in nieuw venster): gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten
- Richtlijn 2006/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006(opent in nieuw venster): gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep (herschikking).
Federale wetgeving
Die 4 Europese richtlijnen werden op federaal niveau omgezet in de onderstaande 3 wetten van 10 mei 2007. Zij vormen de juridische basis voor de bestrijding van discriminatie:
- Wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden gewijzigd door de wet van 10 mei 2007(opent in nieuw venster)
Deze wet verbiedt discriminatie op basis van nationaliteit, zogenaamd ‘ras’, huidskleur, afkomst of nationale of etnische afstamming. - Wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie(opent in nieuw venster)
Deze wet verbiedt discriminatie op basis van leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, een fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst. - Wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen(opent in nieuw venster).
Deze wet verbiedt elke vorm van discriminatie op basis van geslacht. Discriminatie op basis van geslachtsverandering, genderidentiteit en genderexpressie worden hieraan gelijkgesteld.
Vlaamse wetgeving
In Vlaanderen is het antidiscriminatiebeleid vastgelegd in een aantal decreten:
- Decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt(opent in nieuw venster)
Dit decreet beschrijft dat alle groepen uit de bevolking evenveel recht hebben om aan de arbeidsmarkt deel te nemen, ongeacht de specifieke eigenschappen van bepaalde bevolkingsgroepen. - Decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid(opent in nieuw venster)
Dit decreet is het resultaat van het omzetten van de 4 Europese richtlijnen. Het streeft de volgende doelstellingen na:- een tolerante samenleving waarin verschillen tussen personen erkend en gewaardeerd worden;
- het bestrijden en voorkomen van discriminatie;
- de voorwaarden creëren om iedereen volwaardig te laten deelnemen aan de Vlaamse samenleving;
- gelijke kansen creëren voor sociale groepen die geconfronteerd worden met achterstelling of uitsluiting.
- Wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen(opent in nieuw venster)
Specifieke wet over de regeling van arbeid via dienstencheques. - Decreet private arbeidsbemiddeling van 10 december 2010(opent in nieuw venster)
Dit decreet bevat een beperkt aantal bepalingen over discriminatie (O.a. de wetgeving voor uitzendkantoren). - Decreet houdende sociaalrechtelijk toezicht van 30 april 2004(opent in nieuw venster)
Dit decreet bepaalt de bevoegdheden van de sociaalrechtelijke inspecteurs voor een aantal materies.