Gedaan met laden. U bevindt zich op: Een unicum in Europa: 2 dagen rouwverlof bij zwangerschapsverlies

Een unicum in Europa: 2 dagen rouwverlof bij zwangerschapsverlies

Met Nieuw-Zeeland wereldwijd als voorbeeld, kent nu ook de Vlaamse overheid 2 dagen omstandigheidsverlof toe aan haar personeelsleden en diens echtgeno(o)t€ of samenwonende partner bij zwangerschapsverlies voor de drempel van 180 kalenderdagen. De diensten van de Vlaamse overheid en de Vlaamse lokale besturen spelen hierin een voortrekkersrol door als eerste regio binnen Europa dit verlof in te voeren.

Auteur: Yoni Van Looy, juridisch adviseur bij Agentschap Overheidspersoneel

Doorbreken van een taboe

Zwangerschapsverlies is een zeer ingrijpende gebeurtenis. Het is in die situatie moeilijk om meteen terug te keren naar de werkvloer: het verdriet is vaak onzichtbaar binnen de werkcontext en voor de maatschappij. Een overleden kindje dat er voor de omgeving en de samenleving ‘nog niet was’ wordt nog te weinig beschouwd als een verlies. Bij velen is het zelfs nog taboe. Omstandigheidsverlof toekennen kan dan ook helpen om de eerste ‘schok’ op te vangen.

Voordien was er in België geen enkele vorm van ‘erkenning’ voor dit rouwproces als er sprake was van zwangerschapsverlies voor de 180ste dag van de zwangerschap. De wetsuitbreiding, wat het personeel van de Vlaamse overheid en de Vlaamse lokale besturen betreft, geeft in die zin toch al een eerste vorm van erkenning.

Nieuw-Zeeland als inspiratiebron

De wetsuitbreiding voor personeelsleden van de Vlaamse overheid en de Vlaamse lokale besturen is gebaseerd op het wettelijk kader dat al in Nieuw-Zeeland bestaat.

Nieuw-Zeeland kent 3 dagen rouwverlof toe aan de moeder of partner bij een miskraam of doodgeboorte. Na een amendement breidde Nieuw-Zeeland het nieuwe verlof ook uit naar situaties binnen het draagmoederschap of situaties bij adoptie waarbij de ouders geconfronteerd worden met de beëindiging van de zwangerschap door een doodgeboorte of miskraam. Werknemers moeten geen bewijs voorleggen, zelfs geen bewijs waaruit de zwangerschap blijkt. Ook bij het ongepland einde van een onbewuste zwangerschap is het rouwverlof van toepassing.

Het rechtsstelsel van Nieuw-Zeeland verschilt van het rechtssysteem van België. De juridische modaliteiten gekoppeld aan het nieuwe omstandigheidsverlof binnen de Vlaamse overheid zijn dan ook het resultaat van een eigen uitwerking dat in lijn is met het Belgische rechtssysteem.

Uiteenzetting van de regelgeving

Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen moederschapsrust en omstandigheidsverlof om het regelgevend kader te begrijpen. Het eerste verlof wordt geregeld door de federale regelgeving (namelijk de arbeidswet van 16 maart 1971) en het tweede verlof door specifieke regelgeving binnen de Vlaamse overheid (namelijk het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006 en rechtspositiebesluit van 20 januari 2023 voor het personeel van lokale besturen).

Pioniersrol van de Vlaamse overheid met een eigen regelgevend kader

De nieuwe regelgeving is van toepassing op personeelsleden van de diensten van de Vlaamse overheid (die vallen onder het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006) en op de personeelsleden van de Vlaamse lokale besturen. Voor de werknemers van andere sectoren, en dus ook binnen de private sector, blijft de voordien geldende regelgeving bestaan. De Vlaamse Regering is niet bevoegd om hun arbeidsvoorwaarden vast te stellen.

Wat is er dan concreet veranderd voor de personeelsleden van de Vlaamse overheid en de Vlaamse lokale besturen? De uitbreiding heeft betrekking op de regelgeving van het omstandigheidsverlof. Een zwanger personeelslid heeft recht op 2 werkdagen omstandigheidsverlof als die te maken krijgt met zwangerschapsverlies voor 180 dagen zwangerschap en dit gemeld heeft aan de leidinggevende. Het gaat om een recht dat wordt toegekend zodra ze hierom verzoekt en het verlof wordt toegestaan op basis van vertrouwen. Na 180 dagen geldt de bestaande regelgeving van de moederschapsrust.

Het verlof staat los van de vorm van het zwangerschapsverlies (of dit nu medisch of spontaan werd ingeleid) en het ogenblik dat het verlies zich voordoet (vanaf het begin van de zwangerschap tot en met 180 kalenderdagen zwangerschap). Het personeelslid hoeft dus geen medisch attest voor te leggen. Dit betekent dat ze niet moet bewijzen of er sprake is van een zwangerschap en zwangerschapsverlies.

Toekomstperspectief?

Met dit initiatief zet de Vlaamse overheid de bakens uit in de maatschappij. Andere regelgevende overheden en bedrijven kunnen dit voorbeeld volgen. Het initiatief ligt hiervoor vanaf nu bij hen. Het is dan ook belangrijk de bedrijven en andere overheden te stimuleren, zodat er zo veel mogelijk een gelijkende regelgeving ontstaat rond het thema.

Het kan dan ook een interessante en belangrijke denkoefening zijn om in de toekomst de regelgeving uit te breiden naar de partner, andere ouderrollen te betrekken of het aantal dagen te verhogen. Of dit een realiteit wordt, zal de toekomst uitwijzen.

Conclusie: babystapjes naar het verder uitbouwen van een steunnetwerk bij zwangerschapsverlies

Dankzij de wetswijziging zet de Vlaamse overheid kleine stapjes om zwangerschapsverlies voor 180 dagen zwangerschap te erkennen. Het is een 1ste stap richting het doorbreken van het taboe rond het verlies van een ‘nog niet bestaand’ kindje. Met Nieuw-Zeeland als pionier en inspiratiebron, zal Vlaanderen de eerste in Europa zijn dat het omstandigheidsverlof bij zwangerschapsverlies in die situatie uitbreidt.y

Auteur: Yoni Van Looy, juridisch adviseur bij Agentschap Overheidspersoneel

Het was een hele eer om dit project te mogen ondersteunen in samenwerking met de diverse afdelingen binnen het Agentschap Overheidspersoneel, de lokale besturen en het kabinet. Het biedt enorme voldoening om als jurist binnen de Vlaamse overheid daadwerkelijk iets te kunnen betekenen voor de samenleving.

Meer weten over deze auteur? Lees het verhaal van Yoni.