De uitgaven die de politieke partijen, de lijsten en de kandidaten doen om verkiezingscampagne te voeren tijdens de sperperiode, zijn beperkt tot een maximumbedrag. De bevoegde instanties controleren de naleving van dit maximumbedrag op basis van de aangifte van de verkiezingsuitgaven voor elke partij, lijst en kandidaat. Om een correcte aangifte te kunnen doen, moet duidelijk zijn welke uitgaven al dan niet als verkiezingsuitgaven beschouwd worden.
Omschrijving
Uitgaven voor verkiezingspropaganda zijn alle kosten en financiële verbintenissen voor mondelinge, schriftelijke, auditieve en visuele boodschappen die:
- verricht worden tijdens de sperperiode van 1 juli 2024 tot en met 13 oktober 2024
- en die bedoeld zijn om de uitslag van een politieke partij, lijst of kandidaten positief te beïnvloeden.
Die uitgaven en financiële verbintenissen voor goederen, leveringen en diensten moeten volgens de marktprijzen worden verrekend.
Volgende uitgaven worden niet beschouwd als verkiezingsuitgaven:
- Onbetaalde hulp of het gebruik van een privévoertuig: als iemand diensten verleent zonder betaling of zijn eigen auto gebruikt.
- Redactionele artikelen in kranten of tijdschriften: artikelen mogen enkel gepubliceerd worden volgens dezelfde regels en op dezelfde manier als buiten de verkiezingsperiode, zonder betaling of vergoeding. De publicatie mag niet speciaal voor de verkiezingen gemaakt zijn en moet net zo vaak verschijnen als anders.
- Radio- en tv-programma’s met berichten of commentaren: deze mogen uitgezonden worden zolang ze op dezelfde manier en volgens dezelfde regels worden gemaakt als buiten de verkiezingsperiode en zonder betaling of vergoeding.
- Radio- of tv-uitzendingen met verkiezingsprogramma’s: op voorwaarde dat de vertegenwoordigers van de politieke partijen aan de uitzendingen kunnen deelnemen.
- De kostprijs van periodieke manifestaties: op voorwaarde dat ze niet alleen voor de verkiezingen worden georganiseerd en regelmatig plaatsvinden (vb. jaarlijkse manifestaties die de voorbije twee jaar plaatsvonden of tweejaarlijkse manifestaties die ook de voorbije vier jaar plaatsvonden). Als er echter uitzonderlijk veel reclame of uitnodigingen voor worden gemaakt, tellen die extra kosten wél mee als verkiezingsuitgaven.
- De kostprijs van niet-periode manifestaties voor verkiezingen: als een manifestatie speciaal voor de verkiezingen wordt georganiseerd maar de kosten volledig worden gedekt door de inkomsten (exclusief sponsoring), tellen ze niet mee. Als er meer wordt uitgegeven dan er binnenkomt, wordt het verschil wel gezien als een verkiezingsuitgave.
- Normale partijactiviteiten: uitgaven in het kader van een normale partijwerking op nationaal of lokaal niveau (vb. congressen en partijbijeenkomsten). Als er buitengewoon veel wordt uitgegeven aan reclame of uitnodigingen dan moeten de extra kosten wel als verkiezingsuitgaven worden meegerekend.
Beperking van uitgaven
Tijdens de sperperiode mogen politieke partijen, lijsten en kandidaten maar een beperkt bedragen uitgeven aan verkiezingspropaganda (maximumuitgaven). Hoeveel dit is, hangt af van het aantal kiezers op 1 mei 2024. Het doel van de uitgavenlimiet is om financiële ongelijkheid tussen partijen en kandidaten te verminderen.
Een politieke partij met een gemeenschappelijk volgnummer en een beschermde lijstnaam mag maximaal 372.000 euro uitgeven aan verkiezingspropaganda in het Vlaams gewest. Als de partij minder dan 50 lijsten indient onder dat volgnummer en die naam, wordt dit bedrag verlaagd naar 340.000 euro.
Een lijst mag niet meer uitgeven per schijf:
Aantal kiezers | Bedrag per kiezer |
---|---|
tot 1000 kiezers | 2,70 euro |
1001 tot 5000 kiezers | 1,10 euro |
5001 tot 10.000 kiezers | 0,80 euro |
10.001 tot 20.000 kiezers | 1 euro |
20.001 tot 40.000 kiezers | 1,10 euro |
40.001 tot 80.000 kiezers | 1,20 euro |
vanaf 80.001 kiezers | 0,14 euro |
Een individuele kandidaat mag niet meer uitgeven per schijf:
Aantal kiezers | Bedrag per kiezer |
---|---|
tot 50.000 kiezers | 0,080 euro per kiezer met een minimum van 1250 euro per kandidaat |
50.001 tot 100.000 kiezers | 0,030 euro |
vanaf 100.001 kiezers | 0,015 euro |
De maximumbedragen per gemeente, stadsdistrict en provincie zijn terug te vinden in het eerste document. De maximumbedragen voor de OCMW-raadsverkiezingen in de faciliteitengemeenten zijn terug te vinden in het tweede document.
Aangifte en controle
Politieke partijen, lijsten en kandidaten moeten alle uitgaven voor verkiezingspropaganda en de herkomst van de geldmiddelen uiterlijk op 12 november 2024 aangeven. Lijsten en kandidaten dienen deze aangifte digitaal in. Politieke partijen doen dit bij de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied waarin de nationale zetel van de partij gevestigd is. Als de aangifte te laat, onjuist of onvolledig is, kan er een sanctie worden opgelegd.