Gedaan met laden. U bevindt zich op: Kleding en voertuigen niveau 3 Huisstijlrichtlijnen

Kleding en voertuigen niveau 3

Voor kleding en voertuigen zijn er huisstijlafspraken binnen de Vlaamse overheid. Een overzicht.

Voertuigen

Wat is verplicht?

  • Wit is de basiskleur voor de aankoop van personenwagens, bestelwagens, fietsen …
  • Je gebruikt de leeuwenkop samen met het entiteitslogo.
  • Op donkere wagens gebruik je de leeuwenkop in een lichtgrijs trapezium en plaats je het entiteitslogo negatief.
  • Een kleurvlak geeft je wagen nog meer zichtbaarheid. Het kleurvlak moet de vorm aannemen van een van de voorbeelden uit de huisstijlgids. De hellingsgraad van het kleurvlak op personenwagens is 60°.

Extra verplichtingen voor voertuigen met een nummerplaat:

  • links van de nummerplaat: de leeuwenkop
  • rechts van de nummerplaat: geijkte vorm “ECOSCORE + CIJFER” pas te vermelden vanaf 65/100.

Uitzonderingen

  • Specifieke veiligheidseisen: de voertuigen die aan specifieke veiligheidseisen moeten voldoen (zoals bufferwagens)
  • Identificatie niet wenselijk: voertuigen die zo min mogelijk herkenbaar mogen zijn, zoals voor het vervoer van patiënten in een psychiatrische instelling.

Kleding

Wat is verplicht?

  • Wit is de basiskleur voor de aankoop van T-shirts, petten, jassen …
  • Voor de logo’s kies je:
    • de leeuwenkop rechts onderaan en het entiteitslogo links bovenaan voor T-shirts en petten die aan de voorkant eenzijdig bedrukt zijn.
    • het merklogo op linkermouw en entiteitslogo links boven aan voor jassen, vesten en T-shirts, aan de voorkant en op de mouw bedrukt.
  • Een kleurvlak (hellingsgraad 30°) geeft je kledij nog meer zichtbaarheid en herkenbaarheid. Dat kleurvlak moet de vorm aannemen van een van de voorbeelden uit de huisstijlgids. Andere kleurvakken zijn niet toegelaten.
  • Op donkere kledij gebruik je de leeuwenkop in een lichtgrijs trapezium en plaats je het entiteitslogo negatief.

Wat is wenselijk?

Omdat kledij vaak wordt gebruikt voor promotionele doeleinden, kun je met de plaatsing van de logo’s vrijer omgaan. Hou echter altijd rekening met deze vuistregels:

  • Gebruik altijd het volle trapeziumlogo.
  • Pas de vorm of samenstelling van de logo’s zelf niet aan.
  • Blijf trouw aan je hoofd- en steunkleuren.
  • Op petten plaats je het entiteitslogo vooraan en de leeuwenkop op de achterzijde.

Op die manier creëer je optimale herkenbaarheid. Op donkere kledij kun je ervoor opteren om het logo te nemen met de uitgespaarde leeuw en het entiteitslogo negatief.

Uitzonderingen

  • Specifieke veiligheidseisen: Kleding die aan specifieke veiligheidseisen moeten voldoen (zoals beschermingskleding).
  • Identificatie niet wenselijk: Kleding die zo min mogelijk herkenbaar moeten zijn, zoals voor het vervoer van patiënten in een psychiatrische instelling.