Welzijn in de Vlaamse Rand
Het aanbod aan welzijnsvoorzieningen in de Vlaamse Rand kampt met een historische achterstand. Daarom heeft Vlabinvest Zorg de taak om het zorgaanbod in de ruime regio te stimuleren.
In vergelijking met andere provincies hinkt het aanbod aan welzijnsvoorzieningen in Vlaams-Brabant – en in het bijzonder in de Vlaamse Rand – achterop. Die achterstand is historisch gegroeid. Lange tijd werd er vooral geïnvesteerd in de hulpverlening in Brussel, vanuit de redenering dat de Vlamingen in de Rand van dat aanbod gebruik zouden maken. Maar in de praktijk bleek dat niet zo evident.
Daardoor kampt de Vlaamse Rand nu met achterstanden in verschillende welzijnssectoren: van jongerenwelzijn en geestelijke gezondheidszorg tot buitenschoolse kinderopvang en de zorg voor personen met een handicap. Om die achterstanden weg te werken, gaf de Vlaamse overheid in 2018 een bijkomende taak aan het autonoom provinciebedrijf Vlabinvest. Naast het aanbieden van een betaalbaar woonaanbod, keert Vlabinvest(opent in nieuw venster) sindsdien ook subsidies uit aan zorgvoorzieningen die investeren in infrastructuur. Jaarlijks stelt Vlabinvest daarvoor een totaalbedrag van 2.350.000 euro ter beschikking.
In 2023 nam Vlabinvest ook het initiatief voor de inrichting van een zorgcampus in Halle. Bedoeling is om tegen eind 2025 in de gebouwen van de huidige politierechtbank ruimte te maken voor onder meer een kinderopvang, een centrum voor geestelijke gezondheidszorg en een nieuwe basisschool met zo’n 340 plaatsen en een groene speelplaats. De zorgcampus moet het lokale zorgverstrekkers makkelijker maken om hun aanbod uit te breiden.
Via het coördinatieplatform Stand van de Rand volgen we de rol van Vlabinvest bij het wegwerken van de zorgachterstand in de regio op. Tegelijk hebben we oog voor andere relevante initiatieven, zoals het Doorbraakproject van het Toekomstforum Halle-Vilvoorde rond de uitbouw van een regionaal crisisnetwerk(opent in nieuw venster).
Voor meer informatie over het Vlaamse welzijnsbeleid kan je terecht bij het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.