Vrijstelling eredienst - pastoriewoning - noodzakelijkheidsvereiste
- Rolnummer
- F.21.0049.N
- Datum beslissing
- 22 februari 2024
- Publicatiedatum
- 25 maart 2024
- Rechtbank
- Hof van Cassatie
- Status
- Definitief
Heffing
- Onroerende voorheffing
Wettelijke basis
- art. 2.1.6.0.1, eerste lid, 1° VCF
Samenvatting
Krachtens artikel 2.1.6.0.1, eerste lid, 1°, Vlaamse Codex Fiscaliteit wordt op aanvraag van de belastingschuldige een vrijstelling van de onroerende voorheffing verleend voor het kadastraal inkomen van de onroerende goederen of delen ervan, gelegen in het Vlaamse Gewest die een belastingplichtige of een bewoner zonder winstoogmerk heeft bestemd voor het openbaar uitoefenen van een eredienst of van de vrijzinnige morele dienstverlening, voor onderwijs, voor het vestigen van hospitalen, klinieken, dispensaria, rusthuizen, vakantiehuizen voor gepensioneerden, of van andere soortgelijke weldadigheidsinstellingen.
Hoewel het voor de vrijstelling niet vereist wordt dat de bestemming van de onroerende goederen of delen ervan voor het openbaar uitoefenen van een eredienst rechtstreeks zou zijn, moet die bestemming toch noodzakelijk zijn in die zin dat de eredienst niet kan worden uitgeoefend bij gebrek aan die bestemming.
De appelrechter die vaststelt dat “de woning van de dominee van de [eiseres] dan wel aannemelijk [kan] beschouwd worden als zijnde een voorziening of faciliteit die de eredienst vergemakkelijkt of relevant of nuttig is voor de goede werking ervan, maar niet [voldoet] aan de noodzakelijkheidsvereiste” verantwoordt naar recht zijn beslissing dat “de gevraagde vrijstelling van de onroerende voorheffing om die reden hier niet [kan] worden toegekend”.
Het onderdeel kan niet worden aangenomen.