Gedaan met laden. U bevindt zich op: Voorrang wetsbepaling op redelijkheidsbeginsel en rechtsdwaling Vlaamse Belastingdienst

Voorrang wetsbepaling op redelijkheidsbeginsel en rechtsdwaling

Rechtspraak
Rolnummer
18/503/A
Datum beslissing
2 april 2019
Publicatiedatum
2 april 2019
Rechtbank
Rechtbank van Eerste Aanleg te Gent
Status
Definitief

Beschrijving

Samenvatting

De belastingplichtige vraagt dat om te beoordelen of voldaan is aan de voorwaarden klein beschrijf kan gekeken worden naar de werkelijke bewoning (daar waar het wetsartikel stelt dat moet gekeken worden naar de inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van het verkregen goed).

De rechtbank stelt dat de algemene beginselen van behoorlijk bestuur- waaronder het redelijkheidsbeginsel en het verbod op willekeur- niet kunnen ingeroepen worden indien die leiden tot een beleid dat tegen de wettelijke bepalingen ingaat (vgl. Cass. 16 mei 2013, F.01.0081.N). Deze beginselen kunnen niet tot gevolg hebben dat het bestuur de wettelijke voorziene criteria buiten toepassing zou laten.

Belastingplichtige beroept zich ook op onoverwinnelijke rechtsdwaling in haren hoofde. Zelfs mocht de rechtsdwaling aanvaard kunnen worden – gelet op het algemeen rechtsbeginsel dat iedereen wordt geacht de wet te kennen- dan nog moet de rechtbank vaststellen dat belastingplichtige niet bewijst dat deze dwaling verschoonbaar is in haren hoofde. De belastingplichtige was immers op de hoogte van het feit dat hij zich op voormeld adres moest laten inschrijven binnen de drie jaren vanaf de datum van de authentieke akte en die inschrijving daar gedurende drie jaren moest behouden. De toepasselijke wettekst wordt in de authentieke akte geciteerd en werd aan eiseres voorgelezen door de instrumenterende notaris. Als hij de draagwijdte ervan niet begreep, had hij de notaris dienaangaande op dat ogenblik moeten bevragen.

Heffing

  • Verkooprecht

Wettelijke basis

  • art. 2.9.4.2.1. VCF