Gedaan met laden. U bevindt zich op: Verzending van bezwaarbeslissing naar lasthebber-notaris van de belastingplichtige geldt als rechtsgeldige kennisgeving die termijn om rechtsvordering in te stellen doet lopen Vlaamse Belastingdienst

Verzending van bezwaarbeslissing naar lasthebber-notaris van de belastingplichtige geldt als rechtsgeldige kennisgeving die termijn om rechtsvordering in te stellen doet lopen

Rechtspraak
Rolnummer
22/1535/A
Datum beslissing
8 mei 2024
Publicatiedatum
29 augustus 2024
Rechtbank
Rechtbank van Eerste Aanleg te Gent
Status
Definitief

Heffing

  • Procedure

Wettelijke basis

  • art. 1385undecies Ger.W.
  • art. 3.5.9.0.1. VCF
  • art. 53 Ger.W.

Samenvatting

De betwisting heeft betrekking op een aanslag in de registratiebelasting, voor het aanslagjaar 2015 gevestigd op naam van belastingplichtige wegens niet voldoen aan de voorwaarden tot behoud van het verlaagd tarief van 5%.

Bij administratieve beslissing van 10 januari 2022 wees VLABEL het bezwaar van belastingplichtige van 10 november 2021 af als ongegrond omdat de ingeroepen overmacht niet aanvaard werd. De beslissing werd aan de notaris van de belastingplichtige ter kennis gebracht per brief van 10 januari 2022. Hierop diende belastingplichtige een verzoekschrift in bij de rechtbank.

VLABEL werpt op dat de vordering van belastingplichtige onontvankelijk is wegens laattijdigheid.

Belastingplichtige betwist dit en voert aan dat de administratieve beslissing niet aan haarzelf werd geadresseerd maar enkel aan de notaris werd verzonden. Er wordt volgens haar geen enkel bewijs bijgebracht dat VLABEL de beslissing ook heeft overgemaakt aan haarzelf, zodat het verzoekschrift wel degelijk ontvankelijk en niet laattijdig is, aldus belastingplichtige.

Krachtens artikel 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek zijn vorderingen tegen de belastingadministratie inzake de belastingwet slechts toelaatbaar indien de eiser het door of krachtens de wet georganiseerde administratief beroep heeft ingesteld. Overeenkomstig lid 2 van artikel 1385undecies Ger.W. wordt de vordering ingesteld uiterlijk binnen een termijn van drie maanden vanaf de kennisgeving van de beslissing met betrekking tot het administratief verhaal.

Krachtens artikel 3.5.9.0.1. VCF wordt de beslissing schriftelijk meegedeeld en vermeldt ze de wijze waarop ertegen in rechte kan worden getreden. De beslissing is onherroepelijk als geen vordering is ingesteld bij de rechtbank van eerste aanleg binnen de termijn vermeld in artikel 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek.

Krachtens artikel 53bis, 2° van het Gerechtelijk Wetboek worden, ten aanzien van de geadresseerde en tenzij de wet anders bepaalt, de termijnen die beginnen te lopen vanaf de kennisgeving op een papieren drager, berekend, wanneer de kennisgeving is gebeurd bij aangetekende brief of bij gewone brief, vanaf de derde werkdag die volgt op die waarop de brief aan de postdiensten overhandigd werd, tenzij de geadresseerde het tegendeel bewijst. Dit veronderstelt dat de brief, door uitwerking van een wettelijk vermoeden juris tantum (dus een weerlegbaar vermoeden), geacht wordt uiterlijk de dag vóór de derde werkdag die volgt op de overhandiging ervan aan de postdiensten, te zijn aangeboden op de woonplaats van de geadresseerde. Het tegenbewijs dat de geadresseerde dient te leveren, heeft geen betrekking op het tijdstip waarop hij daadwerkelijk van de brief heeft kennisgenomen maar op het tijdstip waarop die brief op zijn woonplaats werd aangeboden, zodat hij daarvan naar alle waarschijnlijkheid heeft kunnen kennisnemen (vgl. Cass. 14 februari 2019, F.17.0153.F, RABG 2019, afl. 20, 1775-1777 met noot P. VANLERSBERGHE, “Kennisgeving bij aangetekend schrijven of gewone brief”, RABG 2019, alf. 20, 1778-1779). Een effectieve kennis van deze beslissing is niet vereist (vgl. Cass. 12 december 2014, F.13.0122.N, www.juportal.be). Dit betekent dat er geen rekening moet worden gehouden met de datum waarop de belastingplichtige de brief in voorkomend geval daadwerkelijk bij de post heeft afgehaald.

Krachtens artikel 54 van het Gerechtelijk Wetboek wordt een in maanden bepaalde termijn gerekend van de zoveelste tot de dag vóór de zoveelste.

In voorliggend geval stelt de rechtbank op basis van de voorgelegde stukken vast en oordeelt zij als volgt:

  • De notaris van belastingplichtige diende tegen de vermelde aanslag namens belastingplichtige een bezwaar in op 10 november 2021. In het bezwaar beriep de notaris zich op overmacht. Hij voegde stavingsstukken toe en vroeg VLABEL om hem diens standpunt te laten geworden;
  • Per brief van 18 november 2021 bevestigde VLABEL aan de notaris de goede ontvangst van zijn bezwaar;
  • Per brief van 10 januari 2022 stelde VLABEL de notaris in kennis dat het bezwaar niet kon worden ingewilligd, met in bijlage de administratieve beslissing;
  • Belastingplichtige betwist niet dat de administratieve beslissing verzonden werd naar haar notaris. Ze betwist evenmin dat haar notaris de administratieve beslissing ontvangen heeft. Belastingplichtige voegde de administratieve beslissing trouwens als bijlage bij het gedinginleidend verzoekschrift. Ze heeft er dus zelf ook kennis van genomen;
  • De derde werkdag die volgt op die waarop de brief aan de postdiensten werd overhandigd, is in dit geval donderdag 13 januari 2022 (dinsdag 11 januari 2022, woensdag 12 januari 2022 en donderdag 13 januari 2022 zijn werkdagen);
  • De laatste dag om het fiscaal verzoekschrift bij de rechtbank in te stellen was bijgevolg dinsdag 12 april 2022 (dat is de dag vóór de zoveelste, drie maanden later);
  • Het fiscaal verzoekschrift werd na die datum neergelegd op 15 juni 2022, en werd zodoende buiten de termijn, en dus laattijdig, ingediend;
  • Het feit dat VLABEL de administratieve beslissing enkel heeft overgemaakt aan de notaris van belastingplichtige en niet aan belastingplichtige zelf, is zonder invloed op voormelde vaststellingen. De notaris trad op in opdracht van belastingplichtige. Hij diende het bezwaar in als haar lasthebber. De beslissing werd naar de bezwaarindiener verstuurd, zoals trouwens gevraagd in het bezwaar. De verzending van de beslissing naar de lasthebber van belastingplichtige geldt als een rechtsgeldige kennisgeving. Deze deed wel degelijk de beroepstermijn lopen. Belastingplichtige had de vrije keuze bij het indienen van haar bezwaar al dan niet beroep te doen op een lasthebber. Zij dient dan ook de gunstige of ongunstige gevolgen van haar keuze te dragen ten overstaan van VLABEL.

Omwille van deze redenen is de vordering van belastingplichtige niet ontvankelijk.