Gedaan met laden. U bevindt zich op: Verkeerde informatie - schending vertrouwensbeginsel - geen vernietiging van de aanslag - schadevergoeding Vlaamse Belastingdienst

Verkeerde informatie - schending vertrouwensbeginsel - geen vernietiging van de aanslag - schadevergoeding

Rechtspraak
Rolnummer
2021/AR/1044
Datum beslissing
14 juni 2022
Publicatiedatum
30 september 2022
Rechtbank
Hof van Beroep te Gent
Status
Definitief

Beschrijving

Wettelijke basis: 1382 oud BW

Heffing

  • Jaarlijkse verkeersbelasting

Samenvatting

VLABEL heeft aan de broer van de tegenpartij, toen eigenaar van het voertuig, een kennisgeving van ambtshalve aanslag verzonden op basis van het invoerdocument en daarin foutief het tarief van de verkeersbelasting en BIV als oldtimer vermeld. VLABEL erkent dat dit een administratieve fout of onachtzaamheid bij de controle van het invoerdocument uitmaakt.

De tegenpartij heeft nadien het voertuig van zijn broer gekocht.

In eerste aanleg had de rechter gezegd dat het vertrouwensbeginsel niet tegen een duidelijke wettelijke bepaling kan worden aangevoerd en dat de vermeende schending van een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur niet kan leiden tot de vernietiging van een aanslag. Hoogstens kan dergelijke fout op vraag van de belastingplichtige, in voorkomend geval, leiden tot de toekenning van een schadevergoeding.

De tegenpartij heeft vervolgens een vordering tot schadevergoeding ingediend bij het Hof van Beroep.

Het Hof stelt dat VLABEL onzorgvuldig is geweest door aanvankelijk aan de broer van de tegenpartij inlichtingen te bezorgen dat zijn voertuig kon worden ingeschreven als oldtimer, terwijl dat in werkelijkheid niet zo was. Tegenpartij heeft zich op die foutieve informatie gebaseerd om het voertuig over te kopen van zijn broer en in te schrijven bij DIV.

Op basis van het vertrouwensbeginsel wordt gesteld dat de houding van de administratie foutief was.

Het Hof bevestigt het bestreden vonnis in al zijn onderdelen maar veroordeelt VLABEL tot het betalen van een schadevergoeding.

Wel stelt het Hof dat de belastingplichtige zijn schade had kunnen beperken door het voertuig onmiddellijk nadat hij dit vernomen had, uit het verkeer te nemen, wat hij niet heeft gedaan.

De door het hof toegekende schadevergoeding wordt dan ook beperkt tot twee maanden verkeersbelastingen en de belasting op in verkeersstelling.