VB 24103 - Schenking met last
- Nummer
- 24103
- Datum beslissing
- 16 december 2024
- Publicatiedatum
- 17 januari 2025
Heffing
- Schenkbelasting
Wettelijke basis
- art. 2.8.3.0.1. VCF
I. Voorwerp van de aanvraag
1. Deze vraag tot voorafgaandelijke beslissing strekt er toe de bevestiging te krijgen dat de voorgenomen schenking fiscaal kan worden aanvaard, met toepassing van artikel 2.8.3.0.1, §3 VCF.
II. Omschrijving van de verrichting(en)
II.A. Identiteit van de aanvrager en de partijen
2. De aanvraag wordt ingediend door notaris […] te […], namens:
2.1. Mevrouw X, geboren te […] op xx.xx.1939, (rijksregisternummer […]), weduwe van de heer […], wonende te […], moeder van;
2.2. De heer Y, geboren te […] op xx.xx.1967, (rijksregisternummer […]), echtgenoot van mevrouw […], wonende te […]. Hij verklaart gehuwd te zijn te […] op xx.xx.1992 onder het wettelijk stelsel blijken huwelijkscontract verleden voor notaris […], destijds te […] op xx.xx.1992, voor de eerste maal gewijzigd, met behoud van stelsel, blijkens akte verleden voor notaris […] te […] op xx.xx.2013, en voor de tweede maal gewijzigd, met behoud van stelsel, blijkens akte verleden voor notaris […], destijds te […], op xx.xx.2017, welk stelsel verder ongewijzigd bleef tot op heden, zo hij verklaart.
2.3. De heer Z, geboren te […] op xx.xx.1963, (rijksregisternummer […]), echtgenote van mevrouw […], wonende te […]. Hij verklaart gehuwd te zijn te […] op xx.xx.987 onder het wettelijk stelsel blijkens huwelijkscontract verleden voor notaris […] te […] op xx.xx.1987, gewijzigd, met behoud van stelsel, blijkens akte verleden voor notaris […], destijds te […], op xx.xx.2OI4, welk stelsel verder ongewijzigd bleef, zo verklaart hij.
2.4. Mevrouw A, niet gehuwd, geboren te […] op xx.xx.1964, (rijksregisternummer […]), wonende te […].
2.5. Mevrouw B, geboren te […] op xx.xx.1968, (rijksregisternummer […]), echtgenote van de heer […], wonende te […]. Zij verklaart gehuwd te zijn te […] op xx.xx.1990 onder het wettelijk stelsel bij ontstentenis aan huwelijkscontract, welk stelsel ongewijzigd bleef tot op heden, zo zij verklaart.
4. De betrokken onroerende goederen betreffen:
4.1. van de HELFT IN VOLLE EIGENDOM van de hierna beschreven onroerende goederen:
A./ STAD […]- dertiende afdeling - […]
Drie percelen weiland, ter plaatse gekend als "[…]" en "[…]", gekadastreerd of het geweest volgens titel in de sectie C nummers […] en volgens huidige kadastrale legger in dezelfde sectie C nummers […], met een oppervlakte volgens huidige kadastrale legger van respectievelijk één hectare eenennegentig are vijftig centiare (01ha 91a 50ca), eenentachtig are veertig centiare (81a 40ca) en twee hectare vierentwintig are negentig centiare (02ha 24a 90ca), met een totale oppervlakte van vier hectare zevenennegentig are tachtig centiare (04ha 97a 80ca).
Met een niet-geïndexeerd kadastraal inkomen van respectievelijk honderd vierenzestig euro (€ 164,00) , zeventig euro (€ 70,00) en honderd drieënnegentig euro (€ 193,00).
4.2. van de GEHEELHEID IN VOLLE EIGENDOM van de hierna beschreven onroerende goederen:
B. / STAD […]- dertiende afdeling - […]
Een perceel bouwland en perceel weiland, ter plaatse gekend als respectievelijk "[…]" en "[…]", gekadastreerd of het geweest zijnde respectievelijk volgens titel in de sectie C nummers […] en volgens huidige kadastrale legger in dezelfde sectie C nummers […] en […], met oppervlakte volgens huidige kadastrale legger van respectievelijk een hectare tachtig are zestig centiare (0lha 80a 6oca) en een hectare drieëntachtig are zeventig centiare (01ha 83a 70ca), met een gezamenlijke oppervlakte van drie hectare vierenzestig are dertig centiare (03ha 64a 30ca).
II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)
5. Mevrouw X schenkt diverse percelen landbouwgrond aan haar zoon de heer Y die deze percelen op vandaag gebruikt voor zijn familiale onderneming.
Deze percelen worden deels voor de helft geschonken aan de zoon (om redenen dat deze percelen reeds werden vererfd voor de helft naar de kinderen bij het overlijden van de papa, de heer […]), en deels voor het geheel (eigen percelen van de mama).
De percelen die voor de helft worden geschonken hebben een waarde van € [...]. De percelen die voor het geheel worden geschonken hebben een waarde van € [...]. De totale schenkingswaarde bedraagt zodoende € [...]. Dit alles onder last om 3/4den uit te betalen aan zijn broers en zussen, elk voor een vierde. Dus elk een bedrag van € [...].
III. Motivering van de aanvraag
6. Ik ben van oordeel dat het netto-voordeel voor de begiftigde, de heer Y, voornoemd, voldoende is om te kunnen spreken van een geldige schenking onder last, en niet van een overdracht onder bezwarende titel. De begiftigde bekomt immers een netto-voordeel van € [...].
Bovendien oefent de heer Y de landbouwactiviteit uit. Het begiftigingsinzicht van de schenkers is ook duidelijk aanwezig.
Ik verwijs in die zin naar: VB 23021 - Schenking met last
De bank wenst in het kader van de kredietverlening de bevestiging van de Vlaamse belastingdienst dat de schenking effectief kan beschouwd worden als een schenking onder last.
IV. Beslissing
Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:
7. Onder voorafgaande beslissing wordt verstaan de juridische handeling waarbij de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie overeenkomstig de bepalingen die van kracht zijn, vaststelt hoe de bepaling van de VCF wordt toegepast op een bijzondere situatie of verrichting, die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft gehad.
8. De Vlaamse Belastingdienst doet bijgevolg geen uitspraak over de rechtsgeldigheid van overeenkomsten op burgerlijk vlak.
9. Volgende artikelen uit de VCF worden onderzocht:
- Artikel 2.8.3.0.1 VCF:
Ҥ 1. Voor de schenkingen onder de levenden van roerende en onroerende goederen wordt een schenkbelasting geheven op het aandeel van elke begiftigde, op basis van de verkoopwaarde van de geschonken goederen, zonder aftrek van lasten.
§ 2. In afwijking van paragraaf 1 wordt de belastbare grondslag als volgt vastgesteld:
1° voor de schenking van financiële instrumenten die toegelaten zijn tot verhandeling op Belgische of buitenlandse gereglementeerde markten als vermeld in artikel 2, eerste lid, 5° en 6°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en voor Belgische of buitenlandse multilaterale handelsfaciliteiten als vermeld in artikel 2, eerste lid, 4°, van de voormelde wet, volgens de beurswaarden ervan op datum van de eerste dag van de maand waarin de schenking plaatsvindt. Als er op die datum geen notering is, geldt de beurswaarde op de eerstvolgende dag waarop er opnieuw een notering wordt vastgesteld. Als er op de datum van de eerste dag van de maand waarin de schenking plaatsvindt voor bepaalde van de geschonken waarden wel en voor andere geen notering is, wordt de belastbare grondslag van die laatste waarden vastgesteld volgens de beurswaarden op de eerstvolgende dag waarop er wel een notering is;
2° voor de schenking van het vruchtgebruik of de blote eigendom van een onroerend goed, zoals in artikel 2.9.3.0.4 tot en met artikel 2.9.3.0.7 is bepaald;
3° voor de schenking van het op het leven van de begiftigde of een derde gevestigde vruchtgebruik van roerende goederen, volgens de volgende formule:
belastbare grondslag = a x b, waarbij :
a) a = de jaarlijkse opbrengst van de goederen, forfaitair vastgesteld op 4% van de waarde van de volle eigendom van de goederen;
b) b = de leeftijdscoëfficiënt, vermeld in de tabel van artikel 2.9.3.0.4, § 1, naargelang de leeftijd van de persoon op het hoofd van wie het vruchtgebruik is gevestigd op de datum van de schenking;
4° voor de schenking van het voor een bepaalde tijd gevestigd vruchtgebruik van roerende goederen, door het bedrag van de jaarlijkse opbrengst tegen 4% te kapitaliseren over de duur van het vruchtgebruik, bepaald in de schenkingsakte. De jaarlijkse opbrengst van de roerende goederen wordt forfaitair vastgesteld op 4% van de waarde van de volle eigendom van die goederen. Het aldus verkregen bedrag van de belastbare grondslag mag evenwel niet meer bedragen dan hetzij de waarde, berekend volgens punt 3°, als het vruchtgebruik gevestigd is ten voordele van een natuurlijke persoon, hetzij twintig keer de opbrengst, als het vruchtgebruik gevestigd is ten voordele van een rechtspersoon;
5° voor de schenking van de blote eigendom van roerende goederen waarvan het vruchtgebruik door de schenker is voorbehouden, op basis van de verkoopwaarde van de volle eigendom van de goederen;
6° voor de schenking van de blote eigendom van roerende goederen waarvan het vruchtgebruik door de schenker niet is voorbehouden, op basis van de verkoopwaarde van de volle eigendom van de goederen, verminderd met de waarde van het vruchtgebruik, berekend volgens punt 3° of punt 4° ;
7° voor schenkingen van een lijfrente of een levenslang pensioen, op basis van het jaarlijkse bedrag van de uitkering, vermenigvuldigd met de leeftijdscoëfficiënt, vermeld in de tabel van artikel 2.9.3.0.4, § 1, die op de begiftigde moet worden toegepast;
8° voor schenkingen van een altijddurende rente, op basis van het jaarlijkse bedrag van de rente, vermenigvuldigd met twintig.
§ 3. Voor de toepassing van paragraaf 1 wordt de last die bestaat uit een som, een rente of een pensioen, onder kosteloze titel bedongen ten voordele van een derde die aanvaardt, in hoofde van die derde als schenking belast en wordt de last van het aandeel van de hoofdbegiftigde afgetrokken. In de mate dat de schenking betrekking heeft op onroerende goederen, wordt de last in hoofde van de derde als schenking belast volgens de tarieven, vermeld in artikel 2.8.4.1.1, § 1.”;
10. Een schenking met last is een schenking waarbij de begiftigde er zich toe verbindt een bepaalde tegenprestatie te leveren.
Deze tegenprestatie wordt aan de begiftigde opgelegd door de schenker en kan zijn bedongen in diens eigen voordeel of in het voordeel van een derde. In casu wordt de last bedongen in het voordeel van een derde, nl. de broer en zussen van de heer Y.
11. In casu worden onroerende goederen van het landbouwbedrijf met een waarde van [...] euro geschonken aan de zoon, Y, onder last een som van [...] euro te betalen aan elk van zijn broer en 2 zussen (in totaal [...] euro).
Rekening houdende met de opgelegde lasten zou de hoofdbegiftigde een voordeel van [...] – [...] = [...] euro verkrijgen, hetzij 25% van de schenking aan hem gedaan.
12. In geval van een schenking met last moet worden uitgemaakt of de overeenkomst nog wel de aard van een schenking heeft dan wel als een rechtshandeling onder bezwarende titel moet gekwalificeerd worden.
13. De last belet niet dat de overeenkomst in haar geheel een gift is, wanneer de waarde van de last lager is dan die van de geschonken goederen, zodat de verrichting voor de begiftigde nog een voordeel oplevert.
14. Bovendien moet bij de schenkers de wil aanwezig zijn om zich te verarmen (animus donandi) (subjectief element).
Uit de gegevens van de aanvraag blijkt dat de moeder vermeld onder punt 2.1. de onroerende goederen vermeld onder punt 4 aan haar zoon, de heer Y, wenst te schenken. In het voordeel van de secundaire begiftigden, haar andere kinderen, bedingen zij een last van [...] euro, elk. De hoofdbegiftigde houdt na uitkering van de lasten een waarde van [...] euro over.
Er is duidelijk sprake van begiftigingsinzicht bij de schenker, die met deze schenking de gelijke behandeling van de kinderen voor ogen heeft.
15. Uit het geheel van de feiten blijkt dat naast de verarming van de schenker en de verrijking van de begiftigde ook het begiftigingsinzicht bij de schenker aanwezig is zodat de voorgenomen verrichting voor zover de waardering van de te schenken goederen met de werkelijkheid overeenstemt een schenking is en geen overdracht onder bezwarende titel.
Deze beslissing heeft alleen betrekking op registratiebelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.