Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 24040 - Volgorde rechtshandelingen. Afstand VRG - verdeling / verdeling - afstand VRG Vlaamse Belastingdienst

VB 24040 - Volgorde rechtshandelingen. Afstand VRG - verdeling / verdeling - afstand VRG

Voorafgaande beslissing
Nummer
24040
Datum beslissing
20 augustus 2024
Publicatiedatum
12 september 2024

Heffing

  • Schenkbelasting
  • Verdeelrecht

Wettelijke basis

  • art. 2.10.4.0.1. VCF
  • art. 2.8.4.1.1. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. Indien er wordt geopteerd voor de voordeligste optie (dus eerst afstand blote eigendom krachtens artikel 2.10.4.0.1 VCF en daarna schenking/verzaking vruchtgebruik krachtens artikel 2.8.4.1.1 VCF), wordt dit dan niet beschouwd als fiscaal misbruik?

II. Omschrijving van de verrichting(en)

II.A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

2. De aanvraag wordt ingediend namens:

2.1 De heer X, geboren te […] op xx.xx.1962, rijksregisternummer […], en zijn echtgenote,

2.2 Mevrouw Y, geboren te […] op xx.xx.1969, rijksregisternummer […], samen wonende te […].

2.3. Mevrouw A, geboren te […] (Duitsland) op xx.xx.1996, rijksregisternummer […], ongehuwd en verklarende geen verklaring van wettelijke samenwoning te hebben afgelegd, wonende te […].

2.4. De heer B, geboren te […] (Duitsland) op xx.xx.1998, rijksregisternummer […], ongehuwd en verklarende geen verklaring van wettelijke samenwoning te hebben afgelegd, wonende te […].

2.5. De heer C, geboren te […] (Duitsland) op xx.xx.1999, rijksregisternummer […], ongehuwd en verklarende geen verklaring van wettelijke samenwoning te hebben afgelegd, wonende te […].

II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

3. Op xx.xx.2022 werd een akte verkoop verleden, inhoudende verkoop van:

GEMEENTE […] – eerste afdeling - voorheen […]

Een woonhuis op en met grond en aanhorigheden, gelegen […], gekadastreerd of het geweest, sectie B volgens titel en huidig kadaster nummer […], met een oppervlakte volgens titel en huidig kadaster van vier are drieënvijftig centiare (4a53ca). aan:

4. enerzijds:

4.1. De heer X, geboren te […] op xx.xx.1962, rijksregisternummer […], en zijn echtgenote,

4.2. Mevrouw Y, geboren te […] op xx.xx.1969, rijksregisternummer […], samen wonende te […].

(kopende voor het vruchtgebruik)

5. En anderzijds:

5.1 Mevrouw A, geboren te […] (Duitsland) op xx.xx.1996, rijksregisternummer […], ongehuwd en verklarende geen verklaring van wettelijke samenwoning te hebben afgelegd, wonende te […].

5.2. De heer B, geboren te […] (Duitsland) op xx.xx.1998, rijksregisternummer […], ongehuwd en verklarende geen verklaring van wettelijke samenwoning te hebben afgelegd, wonende te […].

5.3 De heer C, geboren te […] (Duitsland) op xx.xx.1999, rijksregisternummer […], ongehuwd en verklarende geen verklaring van wettelijke samenwoning te hebben afgelegd, wonende te […].

(ieder kopende voor 1/3e in blote eigendom);

en dit voor de prijs van 365.000,00 €.

6. Deel koopprijs werd door iedere koper met eigen gelden betaald (kinderen hebben wel voorafgaandelijk geld geschonken gekregen van de ouders).

7. Huidige leeftijd jongste van de vruchtgebruikers is moeder: 55 jaar. Coëfficiënt: 35,49%.

Aldus is de huidige waarde van het vruchtgebruik: 129.540 €.

Aldus is de huidige waarde van de blote eigendom: 235.460 €.

8. Bedoeling is nu dat A het huis volledig overneemt. Ouders verzaken kosteloos aan hun vruchtgebruik en B en C doen afstand van hun onverdeelde deel aan A, zodat A volle eigenares wordt.

9. Indien ouders eerst verzaken aan het VG: 3% schenkingsrechten of 3.886€. Daarna afstand in VE: 2.5% op VE of 9.125 €. Totaal: 13.011 €.

10. Indien eerst afstand in NE: 2.5% op NE of 5.887 €. Daarna verzaken ouders aan het VG: 3% schenkingsrechten of 3.886€. Totaal: 9.773 €.

Registratietarief: afstand blote eigendom: 2.5% krachtens artikel 2.10.4.0.1 VCF en schenking/verzaking vruchtgebruik: 3% krachtens artikel 2.8.4.1.1 VCF.

III. Motivering van de aanvraag

11. Ik mocht volgende vraagstelling overmaken aan Vlabel op xx.xx.2024:

“Welke volgorde moet er gevolgd worden? Kunnen beide volgordes ? Of is er één dat beschouwd wordt als fiscaal misbruik ?”

12. Op xx.xx.2024 mocht Vlabel het volgende antwoorden per email:

“Antwoord - onze referentie: […]

Geachte, Ik verwijs naar uw bericht in bijlage. In dergelijke gevallen aanvaardt Vlabel de volgorde der rechtshandelingen, partijen kunnen aldus de minst belaste weg volgen. Voor vragen ivm fiscaal misbruik kunt u de procedure zoals voorgeschreven op onze website volgen: Voorafgaande beslissing | Vlaanderen.be.”

13. Indien er wordt geopteerd voor de voordeligste optie (dus eerst afstand blote eigendom krachtens artikel 2.10.4.0.1 VCF en daarna schenking/verzaking vruchtgebruik krachtens artikel 2.8.4.1.1 VCF), wordt dit dan niet beschouwd als fiscaal misbruik?

IV. Beslissing

Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:

14. Onder voorafgaande beslissing wordt verstaan de juridische handeling waarbij de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie overeenkomstig de bepalingen die van kracht zijn, vaststelt hoe de bepaling van de VCF wordt toegepast op een bijzondere situatie of verrichting, die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft gehad.

15. De Vlaamse Belastingdienst doet geen uitspraak over de rechtsgeldigheid van overeenkomsten op burgerlijk vlak.

16. De aanvrager vraagt of de voorgenomen verrichtingen fiscaal misbruik vormen. De volgende artikelen uit de VCF worden onderzocht:

  • Artikel 2.8.4.1.1 VCF dat luidt als volgt:

Ҥ 1. De schenkbelasting voor de schenkingen van onroerende goederen wordt berekend volgens het tarief, vermeld in de onderstaande tabellen:

TABEL I

verkrijging in rechte lijn en tussen partners

gedeelte van de schenking

A
schijf in euro

tarief, toepasselijk op het overeenstemmende gedeelte in kolom A, in %

totaalbedrag van de belasting over de voorgaan- de gedeelten, in euro

Vanaf

tot en met

0,01

150.000

3

-

150.000,01

250.000

9

4500

250.000,01

450.000

18

13.500

450.000,01

27

49.500


TABEL II

tarief tussen alle andere personen

gedeelte van de schenking

A schijf in euro

tarief, toepasselijk op het overeenstemmende gedeelte in kolom A, in %

totaalbedrag van de belasting over de voorgaan- de gedeelten, in euro

Vanaf

tot en met

0,01

150.000

10

-

150.000,01

250.000

20

15.000

250.000,01

450.000

30

35.000

450.000,01

40

95.000

§ 2. Het tarief van de schenkbelasting voor de schenkingen van roerende goederen bedraagt :

1° 3% voor een verkrijging in de rechte lijn en tussen partners;

2° 7% voor een verkrijging door alle andere personen.

Dat tarief is niet van toepassing op de schenkingen onder de levenden van roerende goederen die met legaten worden gelijkgesteld met toepassing van artikel 2.7.1.0.3, 3°.

§ 3. In afwijking van paragraaf 1 en 2 bedraagt het tarief van de schenkbelasting 0 % voor schenkingen, inclusief inbrengen om niet, aan :

1° het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap;

2° de Vlaamse, de Franse en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;

3° de Franse en de Duitstalige Gemeenschap en aan het Waalse en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest;

4° een staat van de Europese Economische Ruimte;

5° provincies en gemeenten in het Vlaamse Gewest;

6° de openbare instellingen van de publiekrechtelijke rechtspersonen, vermeld in de punt 1° tot en met 5° ;

7° erkende woonmaatschappijen als vermeld in artikel 4.36 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

8° het Vlaams Woningfonds;

9° dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen als vermeld in artikel 12, § 2, 2° en 3°, van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking;

10° verenigingen zonder winstoogmerk, ziekenfondsen en landsbonden van ziekenfondsen, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen van openbaar nut;

11° openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

In afwijking van paragraaf 1 en 2 bedraagt het tarief van de schenkbelasting 5,5% voor schenkingen, inclusief inbrengen om niet, aan beroepsverenigingen en private stichtingen.

In afwijking van het tweede lid wordt de schenkbelasting, vermeld in paragraaf 1 en 2, gebracht op 100 euro voor de schenkingen, inclusief inbrengen om niet, gedaan aan rechtspersonen als vermeld in het tweede lid, als de schenker zelf een rechtspersoon als vermeld in het eerste lid, 10°, of het tweede lid, is.

Het tarief, vermeld in het eerste, tweede en derde lid, is ook van toepassing op gelijksoortige rechtspersonen die opgericht zijn volgens en onderworpen zijn aan de wetgeving van een andere staat van de Europese Economische Ruimte, en die bovendien hun zetel, hun hoofdbestuur of hun hoofdvestiging binnen de Europese Economische Ruimte hebben.”

  • Artikel 2.10.4.0.1 VCF dat luidt als volgt:

Het verdeelrecht bedraagt 2,5 %.

Het recht wordt op 1% gebracht als de verdeling of de afstand, vermeld in artikel 2.10.1.0.1, 1° of 2° :

1° tussen ex-echtgenoten plaatsvindt na of uitwerking heeft door de echtscheiding;

2° tussen ex-wettelijke samenwonenden plaatsvindt binnen een termijn van drie jaar die volgt op de beëindiging van de wettelijke samenwoning conform artikel 1476, § 2, van het Burgerlijk Wetboek en op voorwaarde dat de personen op de dag van deze beëindiging ten minste een jaar ononderbroken met elkaar wettelijk samenwoonden.

Het verlaagde tarief, vermeld in het tweede lid, is ook van toepassing als de verdeling of de afstand wordt gedaan volgens de wetgeving van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte als de verdeling of de afstand plaatsvindt onder omstandigheden en voorwaarden die vergelijkbaar zijn met de omstandigheden en voorwaarden, vermeld in het tweede lid.

  • Artikel 3.17.0.0.2 VCF dat luidt als volgt:

“Aan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie kan niet worden tegengeworpen, de rechtshandeling noch het geheel van rechtshandelingen dat een zelfde verrichting tot stand brengt, wanneer die entiteit door vermoedens of door andere bewijsmiddelen, vermeld in artikel 3.17.0.0.1, en aan de hand van objectieve omstandigheden aantoont dat er sprake is van fiscaal misbruik.

Er is sprake van fiscaal misbruik wanneer de belastingplichtige door middel van de door hem gestelde rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen één van de volgende verrichtingen tot stand brengt :

1° hetzij een verrichting waarbij hij zichzelf in strijd met de doelstellingen van een bepaling van deze codex of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten buiten het toepassingsgebied van die bepaling plaatst;

2° hetzij een verrichting waarbij aanspraak wordt gemaakt op een belastingvoordeel, voorzien door een bepaling van deze codex of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten, en de toekenning van dit voordeel in strijd zou zijn met de doelstellingen van die bepaling en die in wezen het verkrijgen van dit voordeel tot doel heeft.

Het komt aan de belastingplichtige toe te bewijzen dat de keuze voor zijn rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen door andere motieven verantwoord is dan het ontwijken van de belasting. Als de belastingplichtige het tegenbewijs niet levert, dan wordt de verrichting aan een belastingheffing overeenkomstig het doel van deze codex onderworpen alsof het misbruik niet heeft plaatsgevonden.”

17. Indien de rechtshandelingen worden gesteld vanaf 1 juni 2012 kunnen ze afgetoetst worden aan de anti-misbruikbepalingen. De voorgenomen volgorde van verrichtingen maakt in casu geen fiscaal misbruik in de zin van art. 3.17.0.0.2 VCF aangezien er geen frustratie is van de artikelen 2.8.4.1.1. VCF en 2.10.4.0.1. VCF.

Deze beslissing heeft alleen betrekking op de schenkbelasting en het verdeelrecht en doet geen uitspraak over andere belastingen. Deze beslissing spreekt zich bovendien niet uit over de mogelijke toepassing van niet door de aanvrager opgeworpen artikelen van de VCF.