VB 21030 - Schenking familiale vennootschap - voorwaarden tot behoud - partiële splitsing
- Nummer
- 21030
- Datum beslissing
- 25 mei 2021
- Publicatiedatum
- 7 september 2021
Heffing
- Schenkbelasting
Wettelijke basis
- art. 2.8.6.0.6. VCF
I. Voorwerp van de aanvraag
1. De aanvraag strekt ertoe bevestiging te verkrijgen dat:
1.1. de partiële splitsing van BV D, waarvan de aandelen voorafgaand geschonken worden met toepassing van het gunstregime familiale vennootschappen, en waarbij de niet-bedrijfsgerelateerde roerende goederen (deelnemingen) zullen worden overgedragen aan een nieuw op te richten vennootschap “Newco”, geen invloed zal hebben op de wijze waarop de a posteriori-controle van het gunstregime familiale vennootschappen plaatsvindt. En dus, dat de a posteriori-controle van de voorwaarden (artikel 2.8.6.0.6, §2, VCF) voor het behoud van het gunstarief voor familiale vennootschappen in de zin van artikel 2.8.6.0.3, §1, 2°, VCF louter zal worden uitgevoerd in hoofde van de BV D, en niet in hoofde van de nog op te richten vennootschap “Newco”.
1.2. de omdeling/vermindering van het eigen vermogen in het kader van de partiële splitsing ingevolge de toepassing van artikel 213 WIB 92, geen kapitaalvermindering door uitkering of terugbetaling in de zin van artikel 2.8.6.0.6, § 2, 3°, VCF uitmaakt.
II. Omschrijving van de verrichting(en)
II.A. Identiteit van de aanvrager en de partijen
2. De aanvraag wordt ingediend door de heren […], te […], namens:
de heer X, geboren te […] op xx.xx.1963, hebbende als nationaal nummer , gehuwd met mevrouw Y, thans wonende te […].
3. De betrokken partijen zijn:
3.1. de echtgenote van de aanvrager: mevrouw Y, geboren te […] op xx.xx.1962, hebbende als nationaal nummer […], thans wonende te […].
3.2. de Kinderen van de aanvrager:
3.2.1. Mevrouw A, geboren te […] op xx.xx.1985, hebbende als nationaal nummer […], thans wonende te […];
3.2.2. De heer B, geboren te […] op xx.xx.1988, hebbende als nationaal nummer […], thans wonende te […];
3.2.3. De heer C, geboren te […] op xx.xx.1991, hebbende als nationaal nummer […], thans wonende te […].
3.3. De besloten vennootschap D, met maatschappelijke zetel te […], gekend onder het ondernemingsnummer […] (hierna: BV D).
4. De echtgenoten X-Y zijn getrouwd onder het stelsel van scheiding van goederen.
De heer X is sedert 1996 inwoner van het Vlaamse Gewest. De heer X heeft 3 kinderen, zie onder punt 3.2.
De kinderen bezitten allen enkel de Nederlandse nationaliteit.
5. De heer X is 100% eigenaar van de (gecertificeerde) aandelen van de besloten vennootschap D,. De aandelen D werden, met het oog op de familiale controle, destijds ingebracht in de Nederlandse stichting- administratiekantoor “[…]”, gevestigd te […], ingeschreven onder het KVK-nummer […].
Waar in onderhavige aanvraag wordt verwezen naar de aandelen D moet dit worden begrepen als certificaten van aandelen D.
II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)
6. Ingevolge de geplande overdracht BV D naar zijn kinderen en echtgenote toe, zullen de aandelen worden ingebracht in een nog op te richten Belgische maatschap.
In de hypothese dat BV D op heden nog steeds kwalificeert als een familiale vennootschap mede gelet op het attest van xx.xx.2019 met nummer […], zullen de maatschapsaandelen vervolgens in blote eigendom geschonken worden aan de echtgenote en kinderen van de heer X voor een Belgische notaris met toepassing van het vrijstellingsregime (ex. art. 2.8.6.0.3, §1, 2° VCF). Het verkregen attest werd te dien einde bij recent schrijven van xx.xx.2021 aan de bevoegde dienst ter bevestiging voorgelegd.
Op xx.xx.2021 werd een positief attest afgeleverd.
7. Tot slot is het niet uitgesloten dat, enige tijd na de schenking, en mogelijks zelfs binnen de drie jaar na de schenking, de niet-bedrijfsgerelateerde roerende goederen (deelnemingen) van BV D worden overgedragen aan een nieuw op te richten vennootschap “Newco” ingevolge een partiële splitsing. Op die manier is de financiële doorgroei en opvolging van BV D door de kinderen verzekerd.
8. Beschrijving van de huidige situatie en doelstelling
8.1. De vennootschap BV D […]
BV D werd opgericht op xx.xx.2010 blijkens de akte verleden voor Meester […], notaris gevestigd te […]. De oprichting kaderde binnen een herstructurering/centralisering van de familiale groep […] door de heer X en zijn zus, […]. De aandelen behoorden oorspronkelijk voor de helft toe aan de heer X, en voor de helft aan mevrouw […].
Bij de oprichting van BV D werden de volgende participaties ingebracht:
- 99,92 % van de aandelen van de naamloze vennootschap […], met maatschappelijke zetel te […], ingeschreven in het rechtspersonenregister te […] onder het ondernemingsnummer BE […] ;
- 99,91 % van de aandelen van de naamloze vennootschap […], met maatschappelijke zetel te […], ingeschreven in het rechtspersonenregister te […] onder het ondernemingsnummer BE […];
- 50 % van de aandelen van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid “[…]”, met maatschappelijke zetel te […], ingeschreven in het rechtspersonenregister te […] onder het ondernemingsnummer BE […]. De vennootschap “[…]” fuseerde in tussentijd met BV D (overnemende vennootschap) op xx.xx.2019.
Verder werden sinds de oprichting van BV D, ten gevolge van de expansie van de groep, de volgende vennootschappen opgericht/overgenomen:
- De naamloze vennootschap “[…]”, met maatschappelijke zetel te […], ingeschreven in het rechtspersonenregister te […], onder het ondernemingsnummer BE […]. (deelneming van 99,91%);
- De besloten vennootschap naar Nederlands recht “[…]”, met maatschappelijke zetel te […], ingeschreven onder het KVK-nummer […]. (deelneming van 33%);
- De besloten vennootschap naar Nederlands recht “[…]”, met maatschappelijke zetel te […], ingeschreven onder het KVK-nummer […]. (deelneming van 99%);
- De besloten vennootschap naar Nederlands recht “[…]”, met maatschappelijke zetel te […], ingeschreven onder het KVK-nummer […]. (deelneming van 99%).
- De besloten vennootschap naar Nederlands recht “[…]”, met maatschappelijke zetel te […], ingeschreven onder het KVK-nummer […]. (deelneming 100%)
Op xx.xx.2017 heeft de heer X de participatie van 50% van zijn zus […] in BV D overgenomen. Sedertdien is de heer X 100% eigenaar van de vennootschap D. Aangezien het steeds de bedoeling is geweest dat mevrouw […] mede betrokken bleef in de strategische beslissingen van de vennootschap, werden de aandelen BV D ingebracht in de Nederlandse stichting-administratiekantoor “[…]”, gevestigd te […], ingeschreven onder het KVK-nummer […]. Het bestuur van de […] wordt te dien einde (tot op heden) waargenomen door de heer X en mevrouw […].
De aanvrager merkt op dat overeenkomstig de omzendbrief VLABEL 2015/2 de voorwaarden van artikel 2.8.6.0.3, §2, 3° VCF de certificaten van een stichting-administratiekantoor als fiscaal transparant worden beschouwd. Bijgevolg wordt er verder in deze toelichting abstractie gemaakt van de SAK […].
8.2. De voorgenomen doelstelling
De heer X is reeds geruime tijd bezig met de overgang van de groep naar zijn kinderen en echtgenote in het kader van zijn vermogens- en successieplanning, waarbij de continuïteit van de groep bovenal centraal staat. Daarbij is het te allen tijde van belang (geweest) dat de harmonie binnen de familie wordt voorop gesteld. In het verleden werden er reeds stappen gezet om dit voornemen waar te maken. Zo werd met het oog op een schenking van de groep aan zijn echtgenote en kinderen een aanvraag attest familiale vennootschap aangevraagd. Dit attest betreffende alle aandelen BV D werd toegekend op xx.xx.2019 (attest met nummer […]). Gezien de economische activiteit binnen BV D (gecentraliseerde intra groep diensten), kwalificeert BV D rechtstreeks als familiale vennootschap (en niet als een holdingstructuur). Bij schrijven van xx.xx.2021 werd aan de bevoegde dienst een bevestiging van dit attest verzocht.
Dit attest werd afgeleverd op xx.xx.2021.
In samenspraak met de kinderen en zijn echtgenote wenst de heer X op korte termijn de geplande schenking voltrekken. Afgelopen twee jaar hebben de kinderen aangetoond klaar te zijn voor een geleidelijke overname van de groep. Zowel qua inzet, werkijver, competenties, als kwalificaties blijken zij op heden de geschikte personen te zijn voor de verderzetting van de groep. Zij hebben ter zake ook hun engagement reeds getoond aan hun vader.
In de voorgenomen planning van de heer X is het van dermate belang dat de gelijkheid van de kinderen niet wordt doorbroken, zodat het ene kind niet kan of mag benadeeld worden ten opzichte van het andere. De heer X zal dan ook, behoudens het deel van de maatschapsaandelen dat geschonken zal worden aan zijn echtgenote, de maatschapsaandelen in gelijke delen schenken aan de kinderen.
Dat wil uiteraard niet zeggen dat van deze initiële en principiële gelijkheid naderhand kan worden afgeweken. De heer X beseft zeer goed dat het leiden van een groep naar de grootorde van BV D een zeer grote opdracht is en ook belangrijke verantwoordelijkheden met zich meebrengt. Het is daarom goed mogelijk dat, hoewel zij hier op vandaag 100% toe bereid zijn, één van de kinderen niet langer deel zal willen uitmaken van de groep BV D. Ook in die situatie wil de heer X de continuïteit van de groep garanderen.
De exit van één van de kinderen uit BV D zoals die op vandaag bestaat is evenwel problematisch. Gezien de grootte en omvang van de BV D is het financieel niet haalbaar voor de overblijvende kinderen om het aandeel van het kind dat wenst uit te stappen over te nemen. Daartoe is BV D op vandaag financieel te zwaar. Behoudens de voornaamste deelnemingen in de exploitatievennootschappen […] en […], houdt de BV D immers ook nog verschillende deelnemingen aan in andere vennootschappen (supra). Het betreft o.a. vennootschappen met een nevenactiviteit die bijdragen aan de economische activiteiten van […] en […]. Een voorbeeld hiervan zijn de marketingactiviteiten. Ook de patrimoniumvennootschappen, met zowel bedrijfspanden als onroerende goederen bestemd tot bewoning, maken dat BV D op vandaag financieel zwaar doorweegt.
Daarenboven verhinderde deze grootte van de groep in het verleden reeds meerdere keren een financiële doorgroei, omdat bijvoorbeeld banken financieringsvoorwaarden eisten op verschillende niveaus van de groep. Zodra één vennootschap van de groep niet aan deze voorwaarden kon voldoen, werd de beoogde investering en financiering geblokkeerd, met alle gevolgen van dien. Ook in deze hypothese heeft de partiële splitsing bijgevolg gunstige gevolgen voor de kinderen. Slechts op dergelijke wijze zullen zij financierders kunnen aantrekken voor hun nieuwe doorgroeiplannen.
Met deze bedenkingen in het achterhoofd, en om de continuïteit van BV D te allen tijden te garanderen, is het noodzakelijk dat BV D eens in de tijd “afgeslankt” zal worden. Derhalve is het niet uitgesloten dat binnen afzienbare tijd na de schenking, en mogelijks zelfs binnen de drie jaar na schenking, de zuivere exploitatievennootschappen van BV D, met name […] en […], worden afgezonderd van de overige activa van BV D. Ingeval van een afsplitsing zal er te allen tijden over gewaakt moeten worden dat de intragroep diensten geleverd aan de vennootschappen […] en […] door BV D steeds behouden blijven, aangezien dit als een erg grote meerwaarde wordt ervaren wat in het verleden ook gebleken is.
Mocht men werkelijk tot een afsplitsing komen, dan komt het de heer X vanuit bedrijfseconomische redenen voor deze afsplitsing te realiseren middels partiële splitsing.
Ten gevolge van de mogelijke partiële splitsing zal het vermogen BV D bijgevolg uitsluitend bestaan uit de economische kernactiviteit (deelnemingen […] en […]). De intra groep diensten op niveau van BV D, die voornamelijk geleverd worden aan […] en […], blijven behouden. De heer X is van oordeel dat op die manier ook het beheer van de groep kan worden geoptimaliseerd, aangezien de kinderen-bestuurders daardoor o.a. een betere transparantie in de cijfers zullen bekomen.
Daarenboven maakt deze opzet ook dat, mochten de kinderen niet wensen verder te gaan met BV D, de groep makkelijker benaderd kan worden door een derde partij overnemer, waardoor de toekomst en continuïteit van het bedrijf met zijn grote tewerkstelling in de streek -zij het door een derde partij- is gewaarborgd.
9. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)
9.1. Algemeen
Op basis van de informatie waarover de heer X op vandaag beschikt, en gelet op de eerdere intenties van schenking uit 2019, is het thans de bedoeling dat de kinderen mee aan boord komen van BV D. Te dien einde wenst de heer X een schenking te voltrekken aan zijn kinderen, maar tevens ook voor een deel aan zijn echtgenote. Op die manier is de echtgenote beschermd bij zijn vooroverlijden. Om een zekere mate van controle over de geschonken goederen en de bijhorende inkomsten te behouden, zal de heer X voorafgaand aan de schenking de aandelen BV D inbrengen in Belgische maatschap. Het zullen dan uiteindelijk ook de maatschapsaandelen zijn die geschonken zullen worden.
Tot slot kan niet worden uitgesloten dat, o.a. met het oog op de doorgroei van BV D, en eventueel een verkoop, binnen afzienbare tijd na de schenking een partiële splitsing wordt doorgevoerd op niveau van BV D. De aandelen die zullen worden uitgegeven door “Newco” zullen bijgevolg toekomen aan de Belgische maatschap.
9.2. Oprichting maatschap – inbreng aandelen D
De heer X wenst, alvorens de aandelen van BV D te schenken aan zijn drie kinderen en zijn echtgenote, alle aandelen van de maatschap D in te brengen in een nog op te richten maatschap. De beweegredenen hiertoe zijn divers. Zo wenst hij o.a.:
- De gelijke behandeling van de kinderen te waarborgen;
- De kinderen stapsgewijs voor te bereiden op het aandeelhouderschap;
- De continuïteit en behoud van het familievermogen te verzekeren;
- Een zekere controle over de geschonken aandelen te behouden;
- Een bepaalde inkomensgarantie na de schenking te behouden.
Te dien einde bestaat op heden de intentie om gezamenlijk met de echtgenote en de kinderen van de heer X een Belgische maatschap op te richten.
In de maatschap zal worden ingebracht:
- Door de heer X: 1.000 aandelen van BV D
- Echtgenote: 1.000 euro
- Elk van kinderen: 1.000 euro
Elke inbrenger zal als tegenprestatie voor de door hem of haar verrichte inbreng een aantal aandelen ontvangen, in verhouding tot de waarde van ieders inbreng. Doordat de kinderen mee de maatschap oprichten, stemmen zij zelf en expliciet in met de statuten van de maatschap.
9.3. Schenking maatschapsaandelen aan kinderen-echtgenote
In een volgende fase heeft de heer X de intentie zijn maatschapsaandelen te schenken aan zijn echtgenote (30%) en de drie kinderen (70%, in onverdeeldheid). Het is daarbij niet uitgesloten dat, voor zover de echtgenote van de heer X het nodig acht, het aandeel dat in blote eigendom aan haar geschonken (30%), vervolgens “doorgeschonken” wordt aan de kinderen.
De schenking zal worden gedaan in blote eigendom, met voorbehoud van vruchtgebruik, voor een Belgische notaris.
9.4. Partiële splitsing BV D
Het is niet uitgesloten dat enige tijd na de schenking de niet-bedrijfsgerelateerde roerende goederen (deelnemingen) om hogergenoemde redenen belastingneutraal afgesplitst zullen worden aan een nieuwe vennootschap, “Newco”. De personeelsleden, zowel in loonverband als op zelfstandige basis, blijven op niveau van BV D behouden. Zij zijn immers de drijvende kracht achter de bestaande intragroepdiensten.
Bij een partiële splitsing wordt een deel van het maatschappelijk vermogen van een vennootschap, zonder ontbinding, overgedragen naar één of meer bestaande of nieuwe vennootschappen. Als tegenprestatie verkrijgen de aandeelhouders van de overdragende vennootschap aandelen van de verkrijgende vennootschap(pen). Uiteraard behouden zij ook de aandelen die zij reeds bezaten in de overdragende vennootschap. Anders dan bij een klassieke splitsing, blijft de overdragende vennootschap voortbestaan na de partiële splitsing. Er wordt slechts een deel van het vermogen overgedragen. Dat maatschappelijk vermogen bestaat niet enkel uit activa en schulden/rechten en verplichtingen, doch ook uit het deel van het eigen vermogen dat hiermee overeenstemt.
In onderhavige casus betekent dit dat een deel van het maatschappelijk vermogen van D, met name de niet-bedrijfsgerelateerde roerende goederen (deelnemingen), wordt overgedragen naar een nog op te richten vennootschap “Newco”. De aandeelhouder van BV D (zijnde de nog op te richten maatschap) verkrijgt daarvoor aandelen in “Newco”.
BV D, die haar bestaande economische activiteit en de deelnemingen in twee exploitatievennootschappen ([…] en […]) zal blijven behouden, blijft ook verder bestaan. Het deel van het eigen vermogen van BV D dat overeenstemt met de waarde van het afgesplitst vermogen zal dan vervolgens worden overgedragen naar “Newco”.
Na de partiële splitsing zou het naar mening van de heer X makkelijker haalbaar worden om de afgeslankte vennootschap BV D te laten doorgroeien, zodat de kinderen eventueel makkelijker een beroep kunnen doen op een externe financierder. De partiële splitsing zorgt er bijgevolg dus voor dat de continuïteit BV D (met daarbij de tewerkstelling) verzekerd wordt, en de kinderen nieuwe kansen kunnen aangrijpen inzake de ontwikkeling en de expansie van BV D. Eventuele derden-financierders kunnen hierdoor dichter betrokken worden.
Tot slot kan worden opgemerkt dat de partiële splitsing volledig zal worden vergoed in nieuwe aandelen van “Newco’, met uitreiking van aandelen aan de nog op te richten maatschap. Er wordt met andere woorden niet voorzien in een opleg in geld. De partiële splitsing zal uitgevoerd worden conform art. 12:2 tot en met 12:91 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
III. Motivering van de aanvraag
10. Voorwaarden tot behoud van het gunstregime
Overeenkomstig artikel 2.8.6.0.6., § 2 VCF blijft het verlaagd en vast tarief enkel behouden als de volgende voorwaarden cumulatief zijn vervuld:
1° de familiale vennootschap blijft gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2.8.6.0.3, § 2, 2°;
2° een activiteit van de familiale vennootschap wordt zonder onderbreking voortgezet gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking en voor elk van de drie jaar wordt een jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening opgemaakt die in voorkomend geval wordt gepubliceerd overeenkomstig de vigerende boekhoudwetgeving van de lidstaat waar de maatschappelijke zetel gevestigd is op het ogenblik van de datum van de authentieke akte van schenking, die ook aangewend is ter verantwoording van de aangifte in de inkomstenbelasting.
Ondernemingen of vennootschappen waarvan de maatschappelijke zetel buiten het Vlaamse Gewest maar binnen België ligt, moeten een jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening opmaken en in voorkomend geval publiceren overeenkomstig de vigerende boekhoudwetgeving in België op de datum van de authentieke akte van schenking;
3° naargelang het geval:
a) wanneer de familiale vennootschap een naamloze vennootschap, een Europese vennootschap of een Europese coöperatieve vennootschap is, dan wel een vennootschap met een andere rechtsvorm waarvoor het Belgische of buitenlandse recht dat haar beheerst, voorziet in een vergelijkbaar begrip: het kapitaal daalt niet door uitkeringen of terugbetalingen gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking;
b) wanneer de familiale vennootschap een vennootschapsvorm heeft waarvoor het Belgische of buitenlandse recht dat de vennootschap beheerst, niet voorziet in het begrip kapitaal of een vergelijkbaar begrip: het eigen vermogen daalt niet gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking door uitkeringen of terugbetalingen tot onder het bedrag van de tot op de datum van de authentieke akte van schenking verrichte inbrengen, zoals dat blijkt uit de jaarrekening;
4° de zetel van de werkelijke leiding van de vennootschap wordt niet overgebracht naar een staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking.
De omzendbrief nr. 2015/2 van 15 december 2015 betreffende de overdracht van familiale ondernemingen en vennootschappen verduidelijkt daarbij onder titel 6.2 dat “ een wijziging in de aandeelhoudersstructuur van de vererfde familiale vennootschap op zich geen invloed heeft op de beoordeling van de voorwaarden tot behoud van het gunstregime. Bij de controle van de voorwaarden tot behoud van het gunstregime moet uitgegaan worden van de geschonken of vererfde aandelen van de familiale vennootschap. De vraag bij die controle is dus of de aandelen na drie jaar nog voldoen aan de voorwaarden van het gunstregime zoals dat voor die aandelen het geval was op het ogenblik van het openvallen van de nalatenschap”.
11. Toepassing in casu
Gelet op het bovenstaande dient BV D, zijnde de vennootschap waarvan de aandelen wellicht onder de gunstmaatregel worden overgedragen, aan de volgende voorwaarden te beantwoorden opdat het gunsttarief behouden blijft:
1° de familiale vennootschap blijft gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2.8.6.0.3, §2, VCF ;
De omzendbrief nr. 2015/2 van 15 december 2015 betreffende de overdracht van familiale ondernemingen en vennootschappen verduidelijkt onder titel 6.2 dat deze voorwaarde moet worden begrepen als volgt: “de vennootschappen waarvan de aandelen onder de gunstmaatregel werden overgedragen [dienen] deze reële economische activiteit ook nadien blijven te behouden”.
Op basis van artikel 2.8.6.0.6., §2, VCF en de omzendbrief nr. 2015/2 moet BV D gedurende drie jaar vanaf de datum van de schenking blijven voldoen aan de activiteitsvoorwaarde.
Het moge duidelijk zijn dat de partiële splitsing geen invloed heeft op de beoordelingswijze van de activiteitsvoorwaarde. Het feit dat een deel van het maatschappelijk vermogen van de BV D wordt overgedragen naar “Newco”, wijzigt niets aan de invulling van deze voorwaarde. Immers, in tegenstelling tot een gewone splitsing (waarbij de gesplitste vennootschap ophoudt te bestaan), blijft BV D (waarvan de aandelen onder de gunstmaatregel overgedragen worden) gewoon verder bestaan.
In het kader van een gewone splitsing in de drie jaren na de datum van de schenking voorziet de titel 5 van de omzendbrief nr. 2015/2 dat “indien voor een vennootschap de gunstmaatregel werd genoten en deze vennootschap nadien gesplitst wordt in 2 vennootschappen, elk van deze vennootschappen aan de voorwaarden zal dienen te blijven voldoen opdat de gunstmaatregel zou worden behouden”. Aangezien er bij een partiële splitsing er geen sprake is van een splitsing in 2 vennootschappen (de overdragende (familiale) vennootschap blijft immers bestaan), is de heer X de mening toegedaan dat titel 5 van de omzendbrief niet van toepassing is indien er sprake is van een partiële splitsing. BV D blijft gewoonweg voortbestaan.
De heer X verduidelijkt dat dit anders zou zijn, indien de economische activiteit zou worden overgedragen in Newco, maar dat is in casu geenszins het geval. D blijft na de partiële splitsing immers aan alle voorwaarden voldoen om te kwalificeren als een familiale vennootschap. Volledigheidshalve kan er ook nog op gewezen worden dat een wijziging in de aandeelhoudersstructuur geen invloed op de beoordeling van de voorwaarden tot behoud van het gunstregime. De omzendbrief nr. 2015/2 verduidelijkt immers dat “een wijziging in de aandeelhoudersstructuur van de geschonken of vererfde familiale vennootschap op zich geen invloed (heeft) op de beoordeling van de voorwaarden tot behoud van het gunstregime. Bij de controle van de voorwaarden tot behoud van het gunstregime moet uit gegaan worden van de geschonken of vererfde aandelen van de familiale vennootschap. De vraag bij die controle is dus of de aandelen na drie jaar nog voldoen aan de voorwaarden van het gunstregime zoals dat voor die aandelen het geval was op het ogenblik van de schenking of het openvallen van de nalatenschap”. Een eventuele verkoop van de aandelen BV D heeft, o.a. gelet op deze verduidelijking van de omzendbrief, geen invloed op de beoordelingswijze van het behoud van het gunsttarief.
2° een activiteit van de familiale vennootschap wordt zonder onderbreking voortgezet gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking en voor elk van de drie jaar wordt een jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening opgemaakt die in voorkomend geval wordt gepubliceerd overeenkomstig de vigerende boekhoudwetgeving van de lidstaat waar de maatschappelijke zetel gevestigd is op het ogenblik van de datum van de authentieke akte van schenking, die ook aangewend is ter verantwoording van de aangifte in de inkomstenbelasting.
Ondernemingen of vennootschappen waarvan de maatschappelijke zetel buiten het Vlaamse Gewest maar binnen België ligt, moeten een jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening opmaken en in voorkomend geval publiceren overeenkomstig de vigerende boekhoudwetgeving in België op de datum van de authentieke akte van schenking;
Overeenkomstig deze bepaling dient een (economische) activiteit van BV D zonder onderbreking te worden voortgezet gedurende drie jaar vanaf de datum van de schenking. Daarenboven dient voor elk van die drie jaren een jaarrekening voor BV D te worden opgemaakt/gepubliceerd.
In casu zal aan deze voorwaarde worden voldaan. Het is te allen tijden, zelfs in het geval van een mogelijke verkoop aan derden, de bedoeling om de economische activiteit en de daaraan verbonden tewerkstelling op niveau van BV D integraal te behouden. De partiële splitsing, gevolgd door een eventuele verkoop van BV D, is er juist op gericht om de continuïteit en desgevallend groei van de activiteit binnen BV D nog beter te verzekeren.
3° naargelang het geval:
a) wanneer de familiale vennootschap een naamloze vennootschap, een Europese vennootschap of een Europese coöperatieve vennootschap is, dan wel een vennootschap met een andere rechtsvorm waarvoor het Belgische of buitenlandse recht dat haar beheerst, voorziet in een vergelijkbaar begrip: het kapitaal daalt niet door uitkeringen of terugbetalingen gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking;
b) wanneer de familiale vennootschap een vennootschapsvorm heeft waarvoor het Belgische of buitenlandse recht dat de vennootschap beheerst, niet voorziet in het begrip kapitaal of een vergelijkbaar begrip: het eigen vermogen daalt niet gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking door uitkeringen of terugbetalingen tot onder het bedrag van de tot op de datum van de authentieke akte van schenking verrichte inbrengen, zoals dat blijkt uit de jaarrekening.
Ingeval van een belastingneutrale partiële splitsing in toepassing van artikel 211, §1, WIB 92, wordt de verkrijgende vennootschap “Newco”, overeenkomstig de bepalingen van artikel 213 WIB 92, geacht het gestorte kapitaal, de belaste reserves en de vrijgestelde reserves van BV D te hebben overgenomen of verkregen evenredig met de fiscale nettowaarde van de door deze laatste gedane inbreng. Een omdeling van de fiscale vermogensbestanddelen conform het bepaalde in artikel 213 WIB 92 is één van de voorwaarden van een belastingneutrale partiële splitsing.
Het eigen vermogen van BV D zal ingevolge de partiële splitsing dus (deels) verminderen evenredig met de fiscale nettowaarde van het vermogen dat wordt afgesplitst naar “Newco”. Deze omdeling van het eigen vermogen is o.i. evenwel geen vermindering van het kapitaal door “uitkeringen” of “terugbetalingen” in de zin van artikel 2.8.6.0.3, § 2 VCF, 3° VCF.
Opgemerkt moet worden dat de omzendbrief 2015/02 geen afzonderlijke toelichting of regeling voorziet voor de voorwaarde van kapitaalvermindering in het kader van reorganisaties. Bijgevolg dient men terug te vallen op de parlementaire voorbereidingen bij de totstandkoming van het gunstregime. Hieruit kan worden afgeleid dat reorganisaties in principe het vervullen van de voorwaarden voor het behoud van het gunstregime niet in het gedrang (mogen) brengen. Hier anders over oordelen zou immers tot gevolg hebben dat met name elke splitsing of fusie aanleiding zou geven tot een kapitaalsvermindering en dus tot verlies van het gunstregime. Dit wordt minstens impliciet bevestigd in de omzendbrief 2015/02, waarin wordt gesteld dat “indien voor een vennootschap de gunstmaatregel werd genoten en deze vennootschap nadien gesplitst wordt in 2 vennootschappen, elk van deze vennootschappen aan de voorwaarden zal dienen te blijven voldoen opdat de gunstmaatregel zou worden behouden”. Er is bijgevolg voorzien dat splitsingen, die hoe dan ook leiden tot een “kapitaalvermindering”, toch het gunstregime kunnen behouden.
Daarenboven kan doorgevoerde kapitaalvermindering in het kader van een partiële splitsing o.i. niet worden gelijkgesteld met een kapitaalvermindering door terugbetaling of uitkering. Het kapitaal ingevolge de partiële splitsing wordt immers verdeeld tussen de partieel te splitsen vennootschap (BV D) en de verkrijgende vennootschap (“Newco”). De partiële splitsing leidt dan ook boekhoudkundig niet tot enige uitkering noch terugbetaling aan de aandeelhouders.
Concluderend menen wij in deze dus te stellen dat de omdeling van het eigen vermogen bijgevolg geen invloed zal hebben op het behoud van de gunstmaatregel.
4° de zetel van de werkelijke leiding van de vennootschap wordt niet overgebracht naar een staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking.
De zetel van werkelijke leiding van BV D mag gedurende drie jaar vanaf de datum van de schenking door de heer X, noch door eventuele kopers, niet overgebracht worden naar een staat die geen deel uitmaakt van de Europese Economische ruimte.
IV. Beslissing
Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:
12. Om te blijven genieten van de gunstmaatregel van art. 2.8.6.0.3, §2, VCF moet in casu gedurende drie jaar na de schenking cumulatief aan volgende voorwaarden worden voldaan
1° de familiale vennootschap blijft gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2.8.6.0.3, § 2, 2°, VCF;
2° een activiteit van de familiale vennootschap wordt zonder onderbreking voortgezet gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking en voor elk van de drie jaar wordt een jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening opgemaakt die in voorkomend geval wordt gepubliceerd overeenkomstig de vigerende boekhoudwetgeving van de lidstaat waar de maatschappelijke zetel gevestigd is op het ogenblik van de datum van de authentieke akte van schenking, die ook aangewend is ter verantwoording van de aangifte in de inkomstenbelasting.
Ondernemingen of vennootschappen waarvan de maatschappelijke zetel buiten het Vlaamse Gewest maar binnen België ligt, moeten een jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening opmaken en in voorkomend geval publiceren overeenkomstig de vigerende boekhoudwetgeving in België op de datum van de authentieke akte van schenking;
3° naargelang het geval:
a) wanneer de familiale vennootschap een naamloze vennootschap, een Europese vennootschap of een Europese coöperatieve vennootschap is, dan wel een vennootschap met een andere rechtsvorm waarvoor het Belgische of buitenlandse recht dat haar beheerst, voorziet in een vergelijkbaar begrip: het kapitaal daalt niet door uitkeringen of terugbetalingen gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking;
b) wanneer de familiale vennootschap een vennootschapsvorm heeft waarvoor het Belgische of buitenlandse recht dat de vennootschap beheerst, niet voorziet in het begrip kapitaal of een vergelijkbaar begrip: het eigen vermogen daalt niet gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking door uitkeringen of terugbetalingen tot onder het bedrag van de tot op de datum van de authentieke akte van schenking verrichte inbrengen, zoals dat blijkt uit de jaarrekening;
4° de zetel van de werkelijke leiding van de vennootschap wordt niet overgebracht naar een staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking.
13.1. de familiale vennootschap blijft gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2.8.6.0.3, § 2, 2°, VCF.
Om te blijven genieten van de gunstmaatregel, dient de vennootschap een familiale vennootschap te blijven. Ook de reële economische activiteit moet behouden blijven.
Uit de gegevens vermeld in de aanvraag blijkt dat aan artikel 2.8.6.0.3, §2, 2°, VCF ook na de partiële splitsing voldaan zal zijn. Dit zal worden gecontroleerd na afloop van de periode van drie jaar na de datum van de authentieke akte van schenking.
Een wijziging in de aandeelhoudersstructuur van de familiale vennootschap waarvan de aandelen werden geschonken, heeft op zich geen invloed op de beoordeling van de voorwaarden tot behoud van de gunstmaatregel. Bij de controle van de voorwaarden tot behoud van de gunstmaatregel, moet uitgegaan worden van het behoud van het familiale karakter van de vennootschap. De vraag bij die controle is dus of de vennootschap na drie jaar nog voldoet aan de voorwaarden van het gunstregime zoals dat voor die vennootschap het geval was op het ogenblik van de authentieke akte van schenking. Indien de aandelen later door de begiftigden worden verkocht aan een derde heeft geen invloed op het behoud van de gunstmaatregel. Uiteraard moeten de voorwaarden van artikel 2.8.6.0.6, §2, VCF worden nageleefd.
13.2. Behoud van de activiteit en neerlegging van de jaarrekening
Familiale vennootschappen waarvan de aandelen onder de gunstmaatregel werden overgedragen moeten een activiteit gedurende drie jaar behouden. Onder “activiteit” dient een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit of een vrij beroep begrepen te worden. Er is vereist dat een activiteit ononderbroken wordt verder gezet.
Daarnaast dienen vennootschappen gedurende de drie jaren die volgen op de authentieke akte van schenking een (geconsolideerde) jaarrekening op te maken en desgevallend te publiceren overeenkomstig de vigerende boekhoudwetgeving van de lidstaat waar de zetel van de vennootschap is gelegen. Indien de vennootschap in België is gelegen, dient dit te gebeuren overeenkomstig de vigerende boekhoudwetgeving in België. Indien een vennootschap haar zetel verplaatst naar een andere lidstaat, dient zij een jaarrekening op te maken en te publiceren overeenkomstig de boekhoudwetgeving van de lidstaat naar waar zij haar maatschappelijke zetel verplaatst.
13.3. behoud van het Eigen Vermogen
Het Eigen Vermogen in de familiale vennootschappen waarvan de aandelen onder de gunstmaatregel werden overgedragen dient behouden te blijven.
Indien het Eigen Vermogen daalt door uitkeringen of terugbetalingen, heeft dit niet het volledige verval van het verlaagd tarief tot gevolg. In dit geval zal voor het bedrag van het Eigen Vermogen dat wordt uitgekeerd of terugbetaald het normaal tarief inzake de schenkbelasting van toepassing zijn.
13.4. Behoud van de zetel van werkelijke leiding binnen de EER
De vennootschappen waarvan de aandelen onder de gunstmaatregel werden overgedragen moeten hun zetel van werkelijke leiding binnen de EER behouden gedurende een termijn van 3 jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking.
14. In geval van partiële splitsing in de drie jaren volgend op de authentieke akte van schenking zal uit de a posteriori controle (na drie jaar), moet blijken de zowel de oorspronkelijke vennootschap (BV D) als de afgesplitste vennootschap aan de voorwaarden is blijven voldoen opdat de gunstmaatregel behouden kan worden. Dit gebeurt aan de hand van de stukken van de betrokken vennootschappen.
Indien de “Newco” niet zal voldoen aan de voorwaarden van artikel 2.8.6.0.6, §2, VCF zal het gunsttarief niet kunnen worden behouden.
14. Het besluitvormingsorgaan kan zich niet uitspreken of bij deze controle voldaan zal zijn aan de voorwaarden tot behoud. Dit betreft een bewijskwestie waarvoor het besluitvormingsorgaan niet bevoegd is.
Deze beslissing heeft alleen betrekking op de schenkbelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.