Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 21064 - Legaat met keuzeverlening Vlaamse Belastingdienst

VB 21064 - Legaat met keuzeverlening

Voorafgaande beslissing
Nummer
21064
Datum beslissing
11 oktober 2021
Publicatiedatum
15 december 2021

Heffing

  • Erfbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.7.4.1.1. VCF
  • art. 2.7.4.1.2. VCF
  • art. 2.7.4.2.1. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvraag strekt ertoe uitsluitsel te krijgen over de fiscale behandeling van een testament dat de heer X wenst op te maken (erfbelasting).

II. Omschrijving van de verrichting(en)

II.A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

2. De aanvraag wordt ingediend door notaris […] in naam van de heer X geboren te […] op xx.xx.1975, nationaal nummer […], weduwnaar van mevrouw Y, wonende te […], hierna de testator.

II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

3. De testator legateert zijn nalatenschap aan:

  • een vzw die bij naam wordt aangeduid in het testament, en
  • 4 goede doelen (vereniging zonder winstoogmerk, internationale vereniging zonder winstoogmerk of stichting van openbaar nut), na het overlijden aan te duiden door 4 natuurlijke personen die bij naam in het testament worden genoemd.

Deze vijf goede doelen zijn de algemene legatarissen.

4. Het bijzondere aan dit testament is dat de algemene legatarissen (de goede doelen) dus niet bij naam worden genoemd in het testament zelf, maar na het overlijden aangeduid zullen worden door de natuurlijke personen. In het testament wordt wel verduidelijkt dat elk goed doel moet behoren tot een welbepaalde sociale sector (medisch onderzoek, onderwijs en jeugdwerking, cultuursector van een welbepaalde stad, opvang en integratie van politiek vluchtelingen). De keuze moet dus telkens gemaakt worden binnen een welbepaalde groep van goede doelen.

5. Het ontwerp van testament wordt bij deze aanvraag gevoegd. Hierin wordt in eerste instantie de moeder van de testator als algemene legataris aangeduid. Indien zij (bijv. wegens vooroverlijden) niet tot de nalatenschap komt, worden de goede doelen als algemene legataris aangeduid. De aanvraag betreft dus de erfbelasting in die laatste hypothese.

III. Motivering van de aanvraag

6. De testator kiest deze werkwijze omdat hij de in het testament genoemde natuurlijke personen beter geplaatst acht dan hijzelf om een goed doel aan te wijzen, telkens binnen de welbepaalde sociale sector die hij wil begiftigen (medisch onderzoek, onderwijs en jeugdwerking, cultuursector van een welbepaalde stad, opvang en integratie van politiek vluchtelingen). Elk van deze natuurlijke personen heeft zelf de nodige expertise in het domein waarbinnen hij/zij een goed doel met aanduiden.

7. Worden deze legaten belast aan het 0%-tarief (van toepassing vanaf 1 juli 2021), of geldt het tarief in hoofde van de natuurlijke personen (dit zijn ‘andere personen’ dan rechte lijn, partner, broers en zussen)?

Artikel 2.7.4.2.1., eerste lid Vlaamse Codex Fiscaliteit bepaalt:

“In afwijking van artikel 2.7.4.1.1 bedraagt het tarief van de erfbelasting 0 % voor de legaten aan :

1° het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap;

2° de Vlaamse, de Franse en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;

3° de Franse en de Duitstalige Gemeenschap en aan het Waalse en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest;

4° een staat in de Europese Economische Ruimte;

5° de provincies en gemeenten in het Vlaamse Gewest;

6° de openbare instellingen van de publiekrechtelijke rechtspersonen, vermeld in punt 1° tot en met 5° ;

7° erkende sociale huisvestingsmaatschappijen als vermeld in artikel 4.36 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

8° het Vlaams Woningfonds;

9° dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen als vermeld in artikel 12, § 2, 2° en 3°, van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking;

10° verenigingen zonder winstoogmerk, ziekenfondsen en landsbonden van ziekenfondsen, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen van openbaar nut;

11° openbare centra voor maatschappelijk welzijn.”

Artikel 2.7.4.1.1. Vlaamse Codex Fiscaliteit bepaalt:

Ҥ 1. De erfbelasting wordt berekend volgens het tarief, vermeld in de volgende tabellen:
TABEL I. Tarief voor een verkrijging in rechte lijn en tussen partners

A schijf in euro

tarief, toepasselijk op het overeenstemmende gedeelte in kolom A, in %

totaalbedrag van de belasting op de voorgaande gedeelten, in euro

vanaf

tot en met

0,01

50.000

3

50.000,01

250.000

9

1500

250.000,01

27

19.500

TABEL II. Tarief voor een andere verkrijging dan de verkrijgingen, vermeld in tabel I

A schijf in euro

tarief, toepasselijk op het overeenstemmende gedeelte in kolom A, in %

totaalbedrag van de belasting op de voorgaande gedeelten, in euro

vanaf

tot en met

tussen broers en zussen

tussen anderen

tussen broers en zussen

tussen anderen

0,01

35.000

25

25

35.000,01

75.000

30

45

8750

8750

75.000,01

55

55

20.750

26.750


§ 2. Tabel I, vermeld in paragraaf 1, bevat het tarief voor een verkrijging in rechte lijn en tussen partners.


Dit tarief wordt per rechtverkrijgende toegepast op de nettoverkrijging in de onroerende goederen enerzijds en op de nettoverkrijging in de roerende goederen anderzijds, volgens de overeenstemmende gedeelten in kolom A.

In afwijking van het tweede lid wordt het tarief van de erfbelasting voor de onroerende goederen tussen partners alleen toegepast op de nettoverkrijging van de rechtverkrijgende partner in de andere goederen dan de woning die de gezinswoning was van de erflater en zijn partner op het ogenblik van het overlijden. Die afwijking geldt evenwel niet als de partner die een deel verkrijgt in die gezinswoning, een bloedverwant in de rechte lijn van de erflater is of een rechtverkrijgende is die voor de toepassing van het tarief met een rechtverkrijgende in de rechte lijn wordt gelijkgesteld.

§ 3. Tabel II, vermeld in paragraaf 1, bevat het tarief voor een verkrijging tussen andere personen dan personen in rechte lijn en tussen partners. Dit tarief wordt voor broers en zussen toegepast op het overeenstemmende gedeelte van de nettoverkrijging van elk van de rechtverkrijgenden, zoals bepaald in kolom A. Voor alle anderen wordt dit tarief toegepast op het overeenstemmende gedeelte van de som van de nettoverkrijgingen door de rechtverkrijgenden van deze groep. “

8. Ons inziens geldt het 0% tarief van artikel 2.7.4.2.1 VCF (en niet het tarief van artikel 2.7.4.1.1. VCF) aangezien de goede doelen de eigenlijke legatarissen zijn. De natuurlijke personen die de goede doelen zullen kiezen, zullen enkel de wil van de testator verder concretiseren. Ze zijn zelf geen begunstigde.

9. Op grond van voorgaande omschrijving en motivering verzoekt de aanvrager u om een voorafgaande beslissing, waarbij bevestigd wordt dat ingevolge de voorgenomen verrichting het 0%-tarief in de erfbelasting zal verschuldigd zijn.

IV. Beslissing

10. Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:

11. Onder voorafgaande beslissing wordt verstaan de juridische handeling waarbij de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie overeenkomstig de bepalingen die van kracht zijn, vaststelt hoe de bepaling van de VCF wordt toegepast op een bijzondere situatie of verrichting, die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft gehad.

12. De Vlaamse Belastingdienst doet bijgevolg geen uitspraak over de rechtsgeldigheid van een legaat met keuzeverlening op burgerrechtelijk vlak.

13. Volgende artikelen uit de VCF worden onderzocht, zoals in de aanvraag vermeld:

Artikel 2.7.4.1.1 VCF stelt:

§ 1. De erfbelasting wordt berekend volgens het tarief, vermeld in de volgende tabellen:

TABEL I. Tarief voor een verkrijging in rechte lijn en tussen partners

A schijf in euro

tarief, toepasselijk op het overeenstemmende gedeelte in kolom A, in %

totaalbedrag van de belasting op de voorgaande gedeelten, in euro

vanaf

tot en met

0,01

50.000

3

50.000,01

250.000

9

1500

250.000,01

27

19.500

TABEL II. Tarief voor een andere verkrijging dan de verkrijgingen, vermeld in tabel I

A schijf in euro

tarief, toepasselijk op het overeenstemmende gedeelte in kolom A, in %

totaalbedrag van de belasting op de voorgaande gedeelten, in euro

vanaf

tot en met

tussen broers en zussen

tussen anderen

tussen broers en zussen

tussen anderen

0,01

35.000

25

25

35.000,01

75.000

30

45

8750

8750

75.000,01

55

55

20.750

26.750


§ 2. Tabel I, vermeld in paragraaf 1, bevat het tarief voor een verkrijging in rechte lijn en tussen partners.

Dit tarief wordt per rechtverkrijgende toegepast op de nettoverkrijging in de onroerende goederen enerzijds en op de nettoverkrijging in de roerende goederen anderzijds, volgens de overeenstemmende gedeelten in kolom A.

In afwijking van het tweede lid wordt het tarief van de erfbelasting voor de onroerende goederen tussen partners alleen toegepast op de nettoverkrijging van de rechtverkrijgende partner in de andere goederen dan de woning die de gezinswoning was van de erflater en zijn partner op het ogenblik van het overlijden. Die afwijking geldt evenwel niet als de partner die een deel verkrijgt in die gezinswoning, een bloedverwant in de rechte lijn van de erflater is of een rechtverkrijgende is die voor de toepassing van het tarief met een rechtverkrijgende in de rechte lijn wordt gelijkgesteld.

§ 3. Tabel II, vermeld in paragraaf 1, bevat het tarief voor een verkrijging tussen andere personen dan personen in rechte lijn en tussen partners. Dit tarief wordt voor broers en zussen toegepast op het overeenstemmende gedeelte van de nettoverkrijging van elk van de rechtverkrijgenden, zoals bepaald in kolom A. Voor alle anderen wordt dit tarief toegepast op het overeenstemmende gedeelte van de som van de nettoverkrijgingen door de rechtverkrijgenden van deze groep.

Artikel 2.7.4.2.1 VCF luidt als volgt:

In afwijking van artikel 2.7.4.1.1 bedraagt het tarief van de erfbelasting 0 % voor de legaten aan :
1° het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap;
2° de Vlaamse, de Franse en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;
3° de Franse en de Duitstalige Gemeenschap en aan het Waalse en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest;
4° een staat in de Europese Economische Ruimte;
5° de provincies en gemeenten in het Vlaamse Gewest;
6° de openbare instellingen van de publiekrechtelijke rechtspersonen, vermeld in punt 1° tot en met 5° ;
7° erkende woonmaatschappijen als vermeld in artikel 4.36 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
8° het Vlaams Woningfonds;
9° dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen als vermeld in artikel 12, § 2, 2° en 3°, van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking;
10° verenigingen zonder winstoogmerk, ziekenfondsen en landsbonden van ziekenfondsen, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen van openbaar nut;
11° openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

In afwijking van artikel 2.7.4.1.1 bedraagt het tarief van de erfbelasting 8,5% voor de legaten aan beroepsverenigingen en private stichtingen.

Het verlaagde tarief, vermeld in het eerste en het tweede lid, is ook van toepassing op gelijksoortige rechtspersonen die opgericht zijn volgens en onderworpen zijn aan de wetgeving van een andere staat van de Europese Economische Ruimte, en die bovendien hun zetel, hun hoofdbestuur of hun hoofdvestiging binnen de Europese Economische Ruimte hebben.

14. Op fiscaal vlak zal het nultarief worden toegepast indien de algemene legatarissen behoren tot één van de categorieën van begunstigden, als vermeld in artikel 2.7.4.2.1, eerste lid VCF. In voorgelegde casus zal artikel 2.7.4.2.1 VCF dus van toepassing zijn.

15. Als de testator heeft voorzien dat de natuurlijke personen een vergoeding krijgen om de testamentaire beschikkingen uit te voeren, dan wordt deze vergoeding beschouwd als een legaat als ze meer dan 5% van de waarde van de beheerde (roerende) goederen bedraagt. De vergoeding zal in dat geval worden belast in hoofde van de natuurlijke personen. Bedraagt de vergoeding niet meer dan 5% van de waarde van de beheerde goederen, dan is de vergoeding niet te beschouwen als een legaat.

16. Deze beslissing heeft alleen betrekking op erfbelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.