VB 21038 - Kanscontract
- Nummer
- 21038
- Datum beslissing
- 19 juli 2021
- Publicatiedatum
- 18 augustus 2021
I. Voorwerp van de aanvraag
1. De aanvragers wensen de bevestiging te bekomen dat een kanscontract voor roerende goederen tussen 3 broers en zussen, kan worden beschouwd als een kansbeding en ingegeven is door andere dan fiscale motieven en dus geen fiscaal misbruik uitmaakt in de zin van art. 3.17.0.0.2 VCF.
II. Omschrijving van de verrichting(en)
II.A. Identiteit van de aanvrager en de partijen
2. De aanvraag wordt ingediend door de heer […], gedelegeerd bestuurder van […], te […], namens:
2.1. De heer X, geboren te […] op xx.xx.1974 (rijksregisternummer […]), gehuwd met […] onder het stelsel van scheiding van goederen en wonende te […]. Zij hebben 2 kinderen, m.n.:
- […] geboren op xx.xx.2004
- […] geboren op xx.xx.2004
2.2. Mevrouw Y, geboren te […] op xx.xx.1976 (rijksregisternummer […]), gehuwd met […] onder het stelsel van scheiding van goederen en wonende te […]. Zij hebben 2 kinderen, m.n.:
- […] geboren op xx.xx.2005
- […] geboren op xx.xx.2007
2.3. Mevrouw Z, geboren te […] op xx.xx.1979 (rijksregisternummer […]), gehuwd met […] onder het stelsel van scheiding van goederen en wonende te […]. Zij hebben 3 kinderen, m.n.:
- […] geboren op xx.xx.2007
- […] geboren op xx.xx.2009
- […] geboren op xx.xx.2012.
3. Schematische voorstelling:
4. De aanvragers zijn elk eigenaar van 1.500 aandelen van de vennootschap A. Deze aandelen vormen het voorwerp van het kanscontract.
4.1. IDENTIFICATIE
Naam: vennootschap A
Rechtsvorm: NV
Zetel: […] Ondernemingsnummer (KBO): […]
4.2. HISTORIEK
De vennootschap werd opgericht op xx.xx.2011.
4.3. VOORWERP
De vennootschap functioneert als overkoepelende actieve holdingvennootschap boven diverse vennootschappen, waaronder vennootschappen waarin het familiaal onroerend patrimonium is ingebracht, maar ook vennootschappen die apotheken uitbaten. De vennootschap verstrekt diensten aan haar dochtervennootschappen en heeft hiervoor personeel in dienst.
4.4. BESTUURDERS
De bestuurders zijn:
- X
- Y
- Z
4.5. AANDEELHOUDERS
AANDEELHOUDER | AANGEHOUDEN AANDELEN | PERCENTAGE
|
X | 1.500 aandelen | (33,33%) |
Y | 1.500 aandelen | (33,33%) |
Z | 1.500 aandelen | (33,33%) |
TOTAAL | 4.500 aandelen | (100%) |
4.6. EIGEN VERMOGEN
Het eigen vermogen van de vennootschap per xx.xx.2019 bedraagt
€ 23.420.782.
4.7. GROEPSSTRUCTUUR
Op pagina 4 van de aanvraag wordt de groepsstructuur weergegeven.
II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)
5. De aanvragers hebben een belangrijk roerend vermogen in eigendom, i.e. de aandelen van de vennootschap A. De aanvragers wensen onderling een kanscontract te sluiten betreffende de voormelde vermogensbestanddelen waarbij zij bij wijze van kanscontract onder bezwarende titel overeenkomen dat bij het overlijden van de respectievelijke aanvrager én al diens kinderen binnen een bepaalde tijdspanne, zijn of haar voormelde vermogensbestanddelen in volle eigendom zullen toekomen aan de langstlevenden onder hen. Elk van de aanvragers staat aldus zijn/haar voormelde vermogensbestanddelen in volle eigendom af aan de anderen, onder de opschortende voorwaarde van vóóroverlijden van de respectievelijke aanvrager én al diens kinderen, en elk van de aanvragers verkrijgt als tegenprestatie voor deze afstand een gelijke kans om de voormelde vermogensbestanddelen toebehorend aan de anderen, te verwerven indien hij/zij het langst leeft (leven).
6. Het ontwerp van notariële akte wordt bijgevoegd als bijlage bij aanvraag.
De voornaamste punten hierbij zijn de volgende:
- Partijen: X, Y en Z
- Voorwerp: (ten bijzondere titel): Roerende goederen: elk 1.500 van de (totaal) 4.500 aandelen van de holding vennootschap A (0842.236.350). Deze aandelen zullen voorafgaandelijk aan het kanscontract worden gecertificeerd in een STAK (Stichting Administratiekantoor) waardoor de certificaten van de STAK het voorwerp zullen uitmaken van het kanscontract.
- Modaliteiten:
- Vervreemdingsverbod voor de aandelen behoudens instemming van de overige partijen
- Conventionele zaakvervanging voorzien
- Kanscontract met alternatief voorwerp: Het is de bedoeling dat het kanscontract uitwerking vindt bij het overlijden van de respectievelijke aanvrager én al diens kinderen (en bijgevolg niet enkel van X, Y en Z) en dit bij een overlijden binnen een tijdspanne van 4 maanden (bv. vliegtuigcrash, auto-ongeval). De uitwerking wordt bijgevolg afhankelijk gesteld van een toekomstige, onzekere gebeurtenis en is voor alle aanvragers onafhankelijk van hun wil. De reden waarom de termijn beperkt is tot 4 maanden is o.w.v. de aangiftetermijn voor de nalatenschap en om tevens conform te zijn met het Wetboek van Registratierechten.
7. Op xx.xx.2021 antwoordde de aanvrager op de bijkomende vragen die het besluitvormingsorgaan m.b.t. de aanvraag stelde, het volgende:
- In de aanvraag wordt vermeld: “- Duur: neemt een einde voor de betrokken aanvrager op het ogenblik dat een kind van de respectievelijke aanvrager op zijn/haar beurt kinderen krijgt.”. Hiervan is geen sprake in de ontwerpakte. Quid?
“In de ontwerpakte wordt deze uitzondering niet letterlijk opgenomen doch deze is wel in de verwoording voorzien gezien er met ‘afstammelingen’ wordt bedoeld alle descendenten (van welke graad ook, i.e kind, kleinkinderen, etc). Dit is een modaliteit van het beding van aanwas. Indien gewenst kan de vermelding uitdrukkelijk worden opgenomen.
- indien de respectievelijke aanvrager bijgevolg afstammelingen nalaat die de nalatenschap hebben aanvaard alsook cumulatief hem langer dan vier maanden overleven, dan heeft het kanscontract geen uitwerking.
- of met andere woorden als de afstammelingen de nalatenschap verwerpen of de nalatenschap aanvaarden maar (allen) binnen de vier maanden na overlijden van hun (groot)ouder /één van de deelgenoten zelf overlijden (en dus in de tak van één van de (voor)overleden deelgenoten er geen reservataire erfgenamen in rechte nederdalende lijn zijn), zal het beding van aanwas uitwerking krijgen.”;
- In de ontwerpakte is ook sprake van een opschortende voorwaarde terwijl het voorwerp van de aanvraag een kanscontract betreft. Quid?
“Inderdaad dit klopt. Zoals mondeling afgestemd geldt ook dit kanscontract onder opschortende voorwaarde van het overlijden van de eerststervende (doch uitsluitend mits de overledene geen in leven zijnde afstammelingen nalaat, afstammelingen nalaat die evenwel allen zijn nalatenschap bij verklaring afgelegd voor een notaris binnen de vier maanden na overlijden hebben verworpen of zijn afstammelingen hem / haar niet langer dan de volle vier maanden na zijn /haar overlijden overleven.). Dit kanscontract krijgt uitwerking onder opschortende voorwaarde van vooroverlijden van de ene deelgenoot en overleven van de andere deelgenoot. Hier hebben we de toepassingsvoorwaarde uitgebreid naar het overlijden van de rechte nederdalende lijn (conform uiteenzetting hierboven). Het blijft wel een kanscontract ten bezwarende titel. Voor elke deelgenoot is de kans op overleven / overlijden (van de deelgenoot maar ook van de rechte nederdalende lijn / afstammelingen) gelijk.”.
8. Op xx.xx.2021 werd door de aanvragers bevestigd dat volgende passage in de aanvraag geschrapt mag worden:
“- Duur: neemt een einde voor de betrokken aanvrager op het ogenblik dat een kind van de respectievelijke aanvrager op zijn/haar beurt kinderen krijgt.”.
Dit werd verduidelijkt als volgt:
“Het kanscontract blijft dan inderdaad voortbestaan. Enkel de (al dan niet) uitwerking van het kanscontract zal beoordeeld worden op het ogenblik van het overlijden van de aanvragers.
- indien de aanvrager afstammelingen nalaat die de nalatenschap aanvaarden én hem langer dan vier maanden overleven, dan heeft het kanscontract geen uitwerking.
- indien de aanvrager afstammelingen nalaat die de nalatenschap verwerpen of de nalatenschap aanvaarden maar (allen) binnen de vier maanden na overlijden van hun (groot)ouder /één van de aanvragers zelf overlijden (en dus in de tak van één van de (voor)overleden deelgenoten er geen reservataire erfgenamen in rechte nederdalende lijn zijn), zal het beding van aanwas uitwerking krijgen.”.
III. Motivering van de aanvraag
9. De aanvragers zijn van oordeel dat op iedere verwerving van het voormeld roerend vermogen door de langstlevende van hen geen erfbelasting of registratiebelasting betaald dient te worden, omdat aan de voorwaarden is voldaan van een geldig kanscontract en bovendien geen sprake is van fiscaal misbruik. De verwerving door de langstlevende van de broers/zussen gebeurt buiten de nalatenschap om op basis van het kanscontract, waardoor er geen erfbelasting of registratiebelasting betaald dient te worden.
10. Voorwaarden van een geldig kanscontract.
In het herwerkt standpunt 17.044 van VLABEL d.d. 19/09/2018 staan volgende voorwaarden opgenomen opdat de betrokken goederen niet onderworpen zullen zijn aan erf-of schenkbelasting.
1) Opgenomen zijn in een notariële akte als het betrekking heeft op onroerende goederen
2) Beperkt zijn via beschikking onder bijzondere titel
3) Ten bezwarende titel zijn
In casu is aan deze voorwaarden voldaan:
1) Het kanscontract zal opgenomen worden in een notariële akte (ook al betreft het voorwerp enkel roerend goed);
2) Het kanscontract is onder bijzondere titel, gezien het enkel betrekking heeft op de roerende goederen zoals vermeld onder punt 4 (aandelen vennootschap A);
3) Het kanscontract is ten slotte ten bezwarende titel omdat ieder van de aanvragers een gelijkwaardige kans heeft om ooit dit vermogen te verwerven
a. Gelijkaardige levensverwachting en gezondheidstoestand: het kanscontract is gelieerd aan het overlijden van elke aanvrager én diens kinderen zodat de gelijkaardige levensverwachting tussen de drie gezinnen moet worden nagegaan. Qua leeftijd zitten de gezinnen bij benadering in dezelfde leeftijdsgroep. X is geboren in 1974 en zijn kinderen in 2004. Y is geboren in 1976 en haar kinderen in 2005 en 2007. Z is geboren in 1979 en haar kinderen in 2007, 2009 en 2012. Tussen de broers en zussen is er m.a.w. een leeftijdsverschil van ongeveer 5 jaar en tussen hun kinderen een maximaal leeftijdsverschil van 8 jaar. Qua gezondheidstoestand zijn de aanvragers evenzeer gelijkwaardig. Gezien het kanscontract gelieerd is aan het overlijden van de respectievelijke aanvrager én al diens kinderen binnen een tijdspanne van 4 maanden, is de leeftijd of de gezondheid op zich niet zozeer van belang om de gelijkaardige levensverwachting te beoordelen. Het evenwaardige karakter is er voornamelijk doordat elke aanvrager zijn/haar winst- of verlieskansen afhankelijk zijn van de toevallige en onzekere gebeurtenis dat een aanvrager én al diens kinderen overlijdt en dit binnen een tijdspanne van 4 maanden. Dit zal bijvoorbeeld het geval zijn bij overlijden ingevolge vliegtuigcrash, trein of auto-ongeval, etc.. De gelijkwaardigheid van kansen dient bijgevolg op dit niveau te worden onderzocht. Gezien bij elke aanvrager een kans bestaat dat zowel de respectievelijke aanvrager én al diens kinderen allen overlijden uit eenzelfde oorzaak en binnen het tijdsbestek zoals voormeld, is de kans op winst en verlies voor elke aanvrager gelijk.
b. Gelijkaardige inleg: De inleg van elke aanvrager is identiek gezien dit telkens een gelijk derde deel betreft van de aandelen van vennootschap A (dan wel de certificaten van de STAK die de aandelen van vennootschap A aanhoudt). De aandelen hebben gelijke vermogensrechten.
De aanvragers zijn van oordeel dat aan alle voorwaarden is voldaan voor een geldig kanscontract conform het standpunt 17.044 van VLABEL d.d. 19/09/2018.
11. Geen fiscaal misbruik
De ouders van de aanvragers, […] en […], hebben in het verleden de basis gelegd voor het vermogen van de familie, bestaande uit patrimonium en exploitatie (voornamelijk het uitbaten van apotheken). De ouders hebben dit vermogen reeds overgedragen aan hun kinderen, i.e. de aanvragers, die de groep samen verder hebben uitgebouwd. Het is de wens van de aanvragers dat dit familiaal opgebouwde vermogen naar hun kinderen overgaat, en binnen de familie […] behouden blijft. Deze redenering gaat als rode draad doorheen de gehele planning van de familie […] en veruitwendigt zich o.m. in volgende handelingen:
- Elke aanvrager is gehuwd onder het huwelijksvermogensstelsel van strikte scheiding van goederen. Ook de gezinswoning maakt deel uit van het eigen vermogen (geen onverdeeldheid of onderdeel van een TIGV (toegevoegd intern gemeenschappelijk vermogen)). Bijgevolg heeft de langstlevende echtgeno(o)t(e) enkel het recht op het vruchtgebruik van de nalatenschap van de aanvragers (en bijgevolg ook van de woning) zolang hij/zij leeft.
- De aandelen van vennootschap A zullen gecertificeerd worden in een STAK. Op die manier willen de aanvragers onderling afspraken maken ter bescherming van de Groep. Statutair wordt bepaald dat de aanvragers het zeggenschap uitoefenen over de STAK. Bij overlijden van een aanvrager wordt voorzien dat de overlevende aanvragers en de kinderen vanaf de leeftijd van 30 jaar het bestuur waarnemen. De langstlevende echtgenoot (LLE) heeft geen inspraak over het beheer van de aandelen.
- Gezien dit kanscontract beperkt is tot (1) een termijn van gezamenlijk overlijden van de respectievelijke aanvrager én al diens kinderen binnen de 4 maanden en (2) voormelde aandelen, wordt - ter aanvulling van het van het kanscontract - een testament opgemaakt voor elke aanvrager met een fideï-commis de residuo. Op die manier vererft het (volledige) vermogen van de respectievelijke aanvrager wél binnen zijn gezin als één of meerdere kinderen nog in leven zijn, doch waarbij aan dat geërfde vermogen een restlegaat wordt voorzien ten voordele van de overige aanvragers (indien deze kinderen komen te overlijden zonder zelf afstammelingen achter te laten). Aangezien de aandelen van vennootschap A gecertificeerd zijn binnen de STAK is de zeggenschap en de beschikkingsvrijheid van de betrokken erfgenamen beperkt zodat dit vermogensonderdeel veilig wordt gesteld. Ten kosteloze titel beschikken over het fideïcommissair vermogen wordt uitgesloten, zowel per testament als per schenking. Het fideïcommissair vermogen dient bij het openvallen van de nalatenschap het voorwerp uit te maken van een afzonderlijke boedelbeschrijving en dient strikt gescheiden te blijven van de rest van het vermogen van de erfgenaam. Dit restlegaat zal uitwerking krijgen indien er geen in leven zijnde afstammelingen in rechte lijn zijn (van de kinderen van de aanvragers).
Dergelijk testament is echter geen volledig rechtszekere oplossing voor partijen. Het is immers oncontroleerbaar voor de aanvragers op een éénzijdige wijziging of herroeping van het testament door de andere aanvragers zodat dit testament enkel ter aanvulling en ter zekerheid wordt opgesteld. Bovendien is het niet ondenkbaar dat de betrokken erfgerechtigden dergelijk fideïcommis zouden aanvechten gezien zij hun reservatair deel niet onbezwaard erven. Het beoogde kanscontract bindt de aanvragers en kan niet eenzijdig worden opgezegd.
Als besluit kan gesteld worden dat er in casu geen sprake kan zijn van fiscaal misbruik gelet op de bedoeling van de partijen. Zoals hiervoor uiteengezet heeft de transactie in eerste instantie tot doel om een deel van het vermogen (i.e. de aandelen van holding vennootschap A) binnen de familie […] en meer specifiek de aanvragers en hun descendenten in rechte lijn te bewaren om versnippering (met de daarbij gepaard gaande waardedestructie) te vermijden.
Huidig kanscontract belet de aanvragers niet om aan successieplanning te doen (mits wederzijdse toestemming) zodat zij hun vermogen (en voormelde vermogensbestanddelen) bij leven kunnen laten overgaan op hun kinderen bv. mits schenking van de aandelen. Hierbij zullen zij deze schenking wel aan registratiebelasting onderwerpen.
IV. Beslissing
Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:
12. Onder voorafgaande beslissing wordt verstaan de juridische handeling waarbij de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie overeenkomstig de bepalingen die van kracht zijn, vaststelt hoe de bepaling van de VCF wordt toegepast op een bijzondere situatie of verrichting, die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft gehad. De Vlaamse Belastingdienst doet bijgevolg geen uitspraak over de rechtsgeldigheid van overeenkomsten op burgerlijk vlak.
13. Volgend artikel uit de VCF wordt onderzocht:
Artikel 3.17.0.0.2 VCF:
“Aan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie kan niet worden tegengeworpen, de rechtshandeling noch het geheel van rechtshandelingen dat een zelfde verrichting tot stand brengt, wanneer die entiteit door vermoedens of door andere bewijsmiddelen, vermeld in artikel 3.17.0.0.1, en aan de hand van objectieve omstandigheden aantoont dat er sprake is van fiscaal misbruik.
Er is sprake van fiscaal misbruik wanneer de belastingplichtige door middel van de door hem gestelde rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen één van de volgende verrichtingen tot stand brengt :
1° hetzij een verrichting waarbij hij zichzelf in strijd met de doelstellingen van een bepaling van deze codex of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten buiten het toepassingsgebied van die bepaling plaatst;
2° hetzij een verrichting waarbij aanspraak wordt gemaakt op een belastingvoordeel, voorzien door een bepaling van deze codex of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten, en de toekenning van dit voordeel in strijd zou zijn met de doelstellingen van die bepaling en die in wezen het verkrijgen van dit voordeel tot doel heeft.
Het komt aan de belastingplichtige toe te bewijzen dat de keuze voor zijn rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen door andere motieven verantwoord is dan het ontwijken van de belasting. Als de belastingplichtige het tegenbewijs niet levert, dan wordt de verrichting aan een belastingheffing overeenkomstig het doel van deze codex onderworpen alsof het misbruik niet heeft plaatsgevonden.”
14. De aanvragers verklaren dat zij met betrekking tot de vermelde roerende goederen (aandelen) een kanscontract wensen af te sluiten.
Wanneer het om een kanscontract (ten bezwarende en bijzondere titel) gaat, dan valt dit contract onder dezelfde fiscale regeling als een beding van aanwas, waarvoor onderstaande redenering kan worden gevolgd.
15. Er wordt vanuit fiscaal oogpunt aanvaard dat de betrokken goederen in een kanscontract niet zijn onderworpen aan de erfbelasting of schenkbelasting (maar bij onroerende goederen wel aan het verkooprecht) mits het contract, beperkt is via een beschikking onder bijzondere titel, en ten bezwarende titel is.
Voor de onroerende goederen is bovendien vereist dat het beding van aanwas opgenomen is in een authentieke akte.
16. Het contract is onder bijzondere titel, wanneer de overeenkomst niet de algemeenheid van de goederen betreft die de partij bij zijn overlijden zal nalaten, en evenmin een evenredig deel van de goederen die de partij zal nalaten, noch al zijn onroerende goederen, al zijn roerende goederen, of een evenredig deel van al zijn onroerende goederen of van al zijn roerende goederen bij zijn overlijden.
17. Het contract is in casu onder bijzondere titel aangezien het contract betrekking heeft op de aandelen van de vennootschap A die specifiek in de overeenkomst werden omschreven.
18. Zaakvervanging is mogelijk binnen dergelijke contract. Het vervanggoed volgt dan dezelfde regels/bestemming als het goed dat het vervangt. Hetzelfde geldt voor meerwaarden.
In beide gevallen gelden volgende (bijkomende) voorwaarden:
- er moet in de akte conventionele zaakvervanging voorzien worden;
- als er zaakvervanging is, moet dit nog bevestigd worden op het moment van de verwerving van het nieuwe zaakvervangende goed.
19. Het contract wordt aanzien als een kanscontract ten bezwarende titel wanneer de kansen evenwichtig zijn. Er wordt niet vereist dat de kansen gelijk zijn. Er dient wel sprake te zijn van een gelijkaardige levensverwachting van de betrokken partijen en er dient een gelijkwaardige inleg te zijn.
20. Een gelijkaardige levensverwachting kan niet enkel worden beoordeeld op basis van sterftetabellen maar kan ook worden beïnvloed door specifieke factoren zoals de gezondheidstoestand van de partijen, bepaalde activiteiten die ze uitvoeren, een overlijden dat kort volgt op het sluiten van het contract etc...
De gelijkaardigheid van de levensverwachting dient aanwezig te zijn bij het afsluiten van het contract. Het is evenwel mogelijk dat pas bij de realisatie van het contract blijkt dat bij het afsluiten van het contract niet aan deze voorwaarde was voldaan.
Uit de gegevens vermeld in de aanvraag blijkt dat er op zich wel gelijkaardigheid is van levensverwachting tussen de aanvragers die het kanscontract aangaan. Aan dit kanscontract worden evenwel modaliteiten gekoppeld die de gelijke kans tussen partijen beïnvloeden. Zie hiervoor punt 22.
21. De gelijkwaardigheid van inleg wordt beoordeeld bij het afsluiten van het contract, niet bij het realiseren van de opschortende voorwaarde (een goed kan in waarde stijgen of dalen).
Uit de gegevens vermeld in de aanvraag blijkt dat de inleg van de aanvragers op het ogenblik van het afsluiten van het contract gelijkwaardig zal zijn.
22. In het kanscontract komen de aanvragers overeen dat bij het overlijden van één van hen, doch uitsluitend als de overledene geen in leven zijnde afstammelingen nalaat of afstammelingen nalaat die evenwel allen zijn/haar nalatenschap bij verklaring afgelegd voor een notaris binnen de vier maanden na overlijden hebben verworpen of afstammelingen nalaat die hem/haar niet langer dan de volle vier maanden na zijn/haar overlijden overleven, de (volle) eigendom van het aandeel van de overledene in de hiervoor beschreven – aan hem / haar in het doelgebonden vermogen toebehorende - goederen of de wederbelegging ervan (conventionele zaakvervanging) zal aangroeien naar de overlevende(n) onder de aanvragers.
Een van de hoofdargumenten voor het beding van aanwas is dat de aanvragers de aandelen binnen de familie willen houden. De aanvragers schatten hun kans om zonder overlevende afstammelingen te overlijden gelijk in. Ook bij verwerping van de nalatenschap door alle personen behorende tot één tak van de familie treedt het kanscontract in werking.
Het besluitvormingsorgaan kan onmogelijk oordelen of de kans om zonder afstammelingen te overlijden of de kans om zonder aanvaardende erfgenamen in één tak van de familie te overlijden inderdaad gelijk is en het dus gaat om een evenwichtig kanscontract.
23. Op basis van de elementen en feiten vermeld in de aanvraag tot voorafgaande beslissing, kan het besluitvormingsorgaan niet besluiten dat het in casu om een kanscontract ten bezwarende titel gaat.
24. Aangezien het besluitvormingsorgaan niet kan oordelen of het af te sluiten contract een kanscontract onder bezwarende titel is, wordt niet verder onderzocht of er sprake is van fiscaal misbruik in de zin van artikel 3.17.0.0.2 VCF.
Deze beslissing heeft alleen betrekking op de registratie- en de erfbelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.