Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 21034 - Schenking van aandelen van een familiale vennootschap - voorwaarden tot behoud - uitkering van liquidatiereserves Vlaamse Belastingdienst

VB 21034 - Schenking van aandelen van een familiale vennootschap - voorwaarden tot behoud - uitkering van liquidatiereserves

Voorafgaande beslissing
Nummer
21034
Datum beslissing
25 mei 2021
Publicatiedatum
7 september 2021

Heffing

  • Schenkbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.8.6.0.6. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvraag strekt ertoe bevestiging te krijgen dat de geplande uitkering van de liquidatiereserves geen kapitaalvermindering door uitkering of terugbetaling in de zin van artikel 2.8.6.0.6 § 2, 3° VCF uitmaakt en bijgevolg beletsel vormt voor het behoud van de vrijstelling van schenkbelasting voor familiale vennootschappen in de zin van artikel 2.8.6.0.3. VCF.

II. Omschrijving van de verrichting(en)

II.A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

2. De aanvraag wordt ingediend door de heer […] te […], namens:

2.1. De vennootschap A, met maatschappelijke zetel te […], gekend onder het ondernemingsnummer […], de familiale vennootschap,

2.2. De heer X, geboren te […] op xx.xx.1958, RR […], wonende te […], in hoedanigheid van de schenker.

3. De betrokken partijen zijn:

3.1. De heer Y, geboren te […] op xx.xx.1986, RR […], wonende te […], in hoedanigheid van begiftigde,

3.2. De heer Z, geboren te […] op xx.xx.1988, RR […], wonende te […], in hoedanigheid van begiftigde,

3.3. De vennootschap B, met maatschappelijke zetel te […], gekend onder het ondernemingsnummer […], een onroerend goed vennootschap.

4. De vennootschap A betreft een erkend boekhoudkantoor gevestigd te […]. De vennootschap werd in 1987 opgericht door de heer X. Laatstgenoemde is op heden nog steeds hoofdaandeelhouder van de vennootschap.

5. De heer X heeft twee zonen, de heren Y en Z. De heer Y is op heden ook als boekhouder werkzaam bij de vennootschap A en heeft reeds een beperkt aantal aandelen van de vennootschap onder zich. De heer Z genoot geen boekhoudkundige opleiding en is op heden nog geen aandeelhouder van de vennootschap A. Beide zonen nemen wel reeds het bestuur van de vennootschap waar, dit samen met de heer X.

6. De vennootschap B betreft de vastgoedvennootschap van de heer X waarvan laatstgenoemde alle aandelen in handen heeft en er ook het bestuur van waarneemt. Het kantoor waarin de vennootschap A haar activiteiten verstrekt, is eigendom van de vennootschap B.

II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

7. Het kapitaal van de vennootschap A wordt op heden vertegenwoordigd door 1.113 aandelen verdeeld als volgt:

De heer X: 1050 aandelen

De heer Y: 63 aandelen

De heer Z: 0 aandelen

1.113 aandelen

8. De vennootschap A voldoet aan de voorwaarden om overeenkomstig artikel 2.8.6.0.3 § 2, 2°, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF) als een familiale vennootschap te worden beschouwd. De aandelen zijn in handen van familie en de vennootschap oefent een reële economische activiteit uit.

9. De heer X nadert de pensioengerechtigde leeftijd en wenst het naar de toekomst toe rustiger aan te doen. In het licht hiervan wenst hij de vennootschap A reeds voor te bereiden op een overdracht naar de volgende generatie.

Zo is de heer X voornemens om een deel van zijn aandelen in de vennootschap A te schenken aan zijn twee kinderen, de heer Y en de heer Z. Hierbij beoogt de heer X een gelijkwaardig partnerschap tussen de kinderen zodat hij voornemens is een schenking te doen van 438 aandelen aan de heer Y en 501 aandelen aan de heer Z. De aandelenverhouding zou er dan uitzien als volgt:

De heer X: 111 aandelen

De heer Y: 501 aandelen

De heer Z: 501 aandelen

1.113 aandelen

10. Voor de schenking van de aandelen zal een aanvraag voor vrijstelling van schenkbelasting worden aangevraagd conform artikel 2.8.6.0.3 § 1, 2°, VCF.

Voormeld artikel voorziet een vrijstelling van schenkbelasting voor 'de schenking van de volle eigendom, de blote eigendom of het vruchtgebruik van aandelen van een familiale vennootschap met zetel van werkelijke leiding in een van de staten van de Europese Economische Ruimte, op voorwaarde dat de aandelen van de vennootschap die op het ogenblik van de schenking onder de levenden in volle eigendom toebehoren aan de schenker en zijn familie, ten minste 50% van de stemrechten in die vennootschap vertegenwoordigen.'

Aan deze voorwaarden is in casu voldaan: (1) de vennootschap A betreft een familiale vennootschap gevestigd in België, (2) de aandelen van de vennootschap komen op het ogenblik van de schenking toe aan de schenker (de heer X) en zijn zoon (de heer Y) en (3) de aandelen van de heer X vertegenwoordigen minstens 50% van de stemrechten.

11. Opdat de vrijstelling van schenkbelasting voor de overdracht van de familiale vennootschap behouden blijft, moet de familiale vennootschap gedurende drie jaar na de authentieke schenking blijven voldoen aan de voorwaarden voor een dergelijke vrijstelling (artikel 2.8.6.0.6 VCF). Ook geldt als voorwaarde dat het kapitaal van de vennootschap niet wordt uitgekeerd of terugbetaald binnen de drie jaar te rekenen vanaf datum schenking (artikel 2.8.6.0.6. § 2 VCF).

12. Uit de boekhoudkundige stukken van de vennootschap A blijkt dat tot het kapitaal van de vennootschap een liquidatiereserve behoort t.b.v. 261.250,00 €. Diverse bedragen van deze liquidatiereserve komen jaarlijks te vervallen en zouden periodiek uitgekeerd worden met afhouding 5% roerende voorheffing. Deze uitkeringen zouden toekomen aan:

  • De heer X a rato van 10%
  • De heer Y a rato van 45%
  • De heer Z a rato van 45%

Namens de heer Y en de heer Z zou deze liquidatieuitkering aangewend worden om de aandelen van de vennootschap B te verwerven.

De vennootschap B betreft de onroerend goed vennootschap van de heer X met een waarde van +/- 360.000 €. Al de 750 aandelen van de vennootschap B komen op heden toe aan de heer X. Het onroerend goed waarin de vennootschap A haar activiteiten thans ontplooit, komt in eigendom toe aan de vennootschap B.

De heren Y en Z wensen evenwel een gelijkwaardige participatie te bekomen in de vennootschap B door overname van een deel van de aandelen van hun vader X. Deze overdracht zou uitsluitend gefinancierd worden a rato van de liquidatiereserve uit de vennootschap A. Bedoeling is dat de heren Y en Z elk 350 aandelen in de vennootschap B verwerven en de 50 resterende aandelen bij de heer X blijven.

13. De vraag stelt zich nu of de bovenvermelde (geplande) uitkering der liquidatiereserve kan geschieden met behoud van de vrijstelling schenkbelasting en naleving van de kapitaalvereiste van het artikel 2.8.6.0.6. § 2, 3°, VCF.

III. Motivering van de aanvraag

14. Wetgevend kader:

Centraal in deze aanvraag tot voorafgaande beslissing staan volgende wetsartikelen:

Artikel 2.8.6.0.3, §12°, VCF:

“In afwijking van artikel 2.8.4.1.1. wordt van de schenkbelasting vrijgesteld:

(…}

2° de schenking van de volle eigendom, de blote eigendom of het vruchtgebruik van aandelen van een familiale vennootschap met zetel van werkelijke leiding in een van de staten van de Europese Economische Ruimte, op voorwaarde dat de aandelen van de vennootschap die op het ogenblik van de schenking onder de levenden in volle eigendom toebehoren aan de schenker en zijn familie, ten minste 50% van de stemrechten in die vennootschap vertegenwoordigen. (“.)”;

Artikel 2.8.6.0.6, § 2, 3°, VCF:

“De vrijstelling vermeld in artikel 2.8.6.03 §1, eerste lid, 2° wordt alleen behouden als de volgende voorwaarden cumulatief zijn vervuld:

(“ .)

3° het kapitaal daalt niet door uitkeringen of terugbetalingen gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking.”;

Artikel 2.8.6.0.7, §1, VCF:

(“ .) bij niet-vervulling van de voorwaarde, vermeld in artikel 2.8.6.0.6 § 2, 3° is de schenkbelastingevenredig verschuldigd tegen het tarief, vermeld in artikel 2.8.4.1.1, zonder toepassing van de vrijstelling.”.

15. De aanvraag wordt in hoofdzaak gemotiveerd in de zin dat de heer X als schenker de onderneming wil voorbereiden op een overdracht aan de volgende generatie, dit zowel voor de vennootschap A als de vennootschap B. Een herstructurering van de vennootschappen wordt beoogd waarbij de kinderen een grotere betrokkenheid verwerven en waarbij de heer X ook nog controle behoudt.

16. De heer X nadert de pensioengerechtigde leeftijd en wenst alvast de nodige schikkingen te treffen om de verderzetting van de vennootschap A te verzekeren. Hierdoor is het wenselijk om diens kinderen een grotere participatie binnen de vennootschap toe te kennen. De heer Y is overigens ook als boekhouder erkend zodat de verderzetting van de activiteiten hiermee verzekerd is.

Tevens dienen er schikkingen te worden getroffen met betrekking tot de aandelen van de vennootschap B die op heden nog volledig aan de heer X toekomen en waarin de participatie van de kinderen wenselijk wordt.

17. Dat er binnen de drie jaar na het verlijden van de authentieke akte van schenking liquidatiereserves zouden worden uitgekeerd, is naar mening van verzoekers geen probleem voor het behoud van het gunstregime.

Immers,

De uitkeringen ten gunste van de heer Y en de heer Z zouden specifiek en integraal worden aangewend om een deel van de aandelen van hun vader in de vennootschap B te verwerven. Ook laatstgenoemde vennootschap betreft een familiale vennootschap zodat de gelden alleszins behouden blijven binnen het familiaal vermogen.

De gelden worden louter verschoven van de ene familiale vennootschap naar de andere familiale vennootschap en kaderen in de globale herstructurering van de respectievelijke vennootschappen.

IV. Beslissing

Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:

18. Om te blijven genieten van de gunstmaatregel van art. 2.8.6.0.3, §2,. VCF moet in casu gedurende drie jaar na de schenking cumulatief aan volgende voorwaarden worden voldaan:

1° de familiale vennootschap blijft gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2.8.6.0.3, § 2, 2°, VCF;

2° een activiteit van de familiale vennootschap wordt zonder onderbreking voortgezet gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking en voor elk van de drie jaar wordt een jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening opgemaakt die in voorkomend geval wordt gepubliceerd overeenkomstig de vigerende boekhoudwetgeving van de lidstaat waar de maatschappelijke zetel gevestigd is op het ogenblik van de datum van de authentieke akte van schenking, die ook aangewend is ter verantwoording van de aangifte in de inkomstenbelasting.

Ondernemingen of vennootschappen waarvan de maatschappelijke zetel buiten het Vlaamse Gewest maar binnen België ligt, moeten een jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening opmaken en in voorkomend geval publiceren overeenkomstig de vigerende boekhoudwetgeving in België op de datum van de authentieke akte van schenking;

3° naargelang het geval:

a) wanneer de familiale vennootschap een naamloze vennootschap, een Europese vennootschap of een Europese coöperatieve vennootschap is, dan wel een vennootschap met een andere rechtsvorm waarvoor het Belgische of buitenlandse recht dat haar beheerst, voorziet in een vergelijkbaar begrip: het kapitaal daalt niet door uitkeringen of terugbetalingen gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking;

b) wanneer de familiale vennootschap een vennootschapsvorm heeft waarvoor het Belgische of buitenlandse recht dat de vennootschap beheerst, niet voorziet in het begrip kapitaal of een vergelijkbaar begrip: het eigen vermogen daalt niet gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking door uitkeringen of terugbetalingen tot onder het bedrag van de tot op de datum van de authentieke akte van schenking verrichte inbrengen, zoals dat blijkt uit de jaarrekening;

4° de zetel van de werkelijke leiding van de vennootschap wordt niet overgebracht naar een staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking.

19. Conform de aanvraag wordt hierna enkel ingegaan op de voorwaarde van artikel 2.8.6.0.6, §2; 3°, VCF: Het eigen vermogen van de vennootschap A daalt niet gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking door uitkeringen of terugbetalingen tot onder het bedrag van de tot op de datum van de authentieke akte van schenking verrichte inbrengen, zoals dat blijkt uit de jaarrekening.

Een liquidatiereserve maakt geen deel uit van de inbrengen, maar wel van het eigen vermogen. Afhankelijk van de specifieke omstandigheden van de vennootschap, kan een uitkering van die reserves wel degelijk tot gevolg hebben dat het eigen vermogen daalt tot onder het bedrag van de op datum van de authentieke akte van schenking verrichte inbrengen.

Dit zal onderzocht worden bij de a posteriori controle op basis van de jaarrekening.

Indien het eigen vermogen daalt tot onder het bedrag van de tot op de datum van de authentieke akte van schenking verrichte inbrengen door uitkeringen of terugbetalingen, heeft dit niet het volledige verval van de vrijstelling tot gevolg. In dit geval zal voor het bedrag dat wordt uitgekeerd of terugbetaald en dat het bedrag van de tot op de datum van de authentieke akte van schenking verrichte inbrengen overschrijdt het normaal tarief inzake de schenkbelasting van toepassing zijn.

20 Het besluitvormingsorgaan kan zich niet uitspreken of bij de a posteriori controle (drie jaar na de schenking) voldaan zal zijn aan de voorwaarden tot behoud. Dit betreft een bewijskwestie waarvoor het besluitvormingsorgaan niet bevoegd is.


Deze beslissing heeft alleen betrekking op de schenkbelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.