VB 19054 - Uitvoering van een natuurlijke verbintenis
- Nummer
- 19054
- Datum beslissing
- 25 november 2019
- Publicatiedatum
- 18 december 2019
Heffing
- Schenkbelasting
Wettelijke basis
- art. 2.8.4.1.1. VCF
- art. 3.17.0.0.2. VCF
I. Voorwerp van de aanvraag
1. De aanvraag strekt ertoe bevestiging te krijgen dat:
1.1. het voorgelegde contract (gevoegd als bijlage bij de aanvraag) tussen de consoorten […] rechtsgeldig is en kwalificeert als een onbenoemde overeenkomst onder bezwarende titel;
1.2. de voorgenomen verrichting niet onderworpen zal worden aan schenkbelasting en dat aldus het artikel 2.8.4.1.1, §2 VCF niet van toepassing zal zijn;
1.3. de voorgenomen verrichting geen fiscaal misbruik uitmaakt in de zin van artikel 3.17.0.0.2 VCF.
II. Omschrijving van de verrichtingen
II. A. Identiteit van de aanvrager en de partijen
2. De aanvraag wordt ingediend door […], namens:
2.1. De heer B, geboren te […] op xx.xx.1947, RR […], weduwnaar van mevrouw […], wonende te […].
2.2. Mevrouw D, geboren te […] op xx.xx.1949, RR […], echtgescheiden, wonende te […].
2.3. Mevrouw E, geboren te […] op xx.xx.1954, RR […], echtgenote van de heer […], wonende te […].
2.4. Mevrouw F, geboren te […] op xx.xx.1957, RR […] echtgenote van de heer […], wonende te […].
2.5. Mevrouw G, geboren te […] op xx.xx.1985, RR […], echtgenote van de heer […], wonende te […].
2.6. Mevrouw H, geboren te […] op xx.xx.1993, RR […], ongehuwd, wonende te […].
3. Identiteit van de personen betrokken bij de aanvraag:
3.1. De heer A, geboren te […] op xx.xx.1923 en overleden te […] op xx.xx.2016, weduwnaar op moment van overlijden.
De heer A was de vader van de heer B, vermeld onder punt 2.1., mevrouw D, voornoemd onder punt 2.2, mevrouw E, voornoemd onder punt 2.3., mevrouw F, voornoemd vermeld onder 2.4. en de heer C, hierna vermeld onder punt 3.2..
3.2. De heer C, geboren te […] op xx.xx.1950, R.R. […], gehuwd, wonende te […].
De heer C is de vader van mevrouw G, voornoemd onder punt 2.5. en mevrouw H vermeld onder punt 2.6.
4. Mevrouw E en mevrouw F hebben hun woonplaats in het Vlaams Gewest sinds meer dan 5 jaar.
II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)
5. De aanvragers wensen een onbenoemd contract te sluiten om een natuurlijke verbintenis te vervullen die voortvloeit uit de volgende omstandigheden:
5.1. Naar aanleiding van een akte schenking verleden door notaris […], op xx.xx.2014, heeft de heer A, voornoemd onder punt 3.1., een verzameling kunstwerken (geschat op xxx €) aan vier van zijn vijf kinderen geschonken.
5.2. Ingevolge een familiaal geschil, werd zijn zoon C, voornoemd onder 3.2., uitdrukkelijk uitgesloten.
5.3. De omstandigheden zijn nadien veranderd en heeft de schenker een zeker evenwicht willen terugvinden door twee van de kinderen van C (G en H) in de schenking in te sluiten. De schenker wenste dat G, voornoemd onder punt 2.5., en H, voornoemd onder punt 2.6. het deel van hun vader in de kunstverzameling kregen.
5.4. Om dit resultaat te behalen heeft de schenker notaris […] alsook advocaat […] geraadpleegd zoals volgens de aanvraag blijkt uit de correspondentie.
5.5. De heer A is op xx.xx.2016 overleden zonder de tijd te hebben gehad om de voorgestelde oplossingen uit te voeren.
5.6. De heer B en mevrouwen D, E en F beschouwen dat ze een natuurlijke verbintenis om het wil van hun vader te verwezenlijken hebben alhoewel ze geen wettelijke verplichting t.o.v. hun nichten hebben.
5.7. Ze wensen samen één onverdeelde vijfde van de verzameling aan hun nichten af te staan zodat deze verzameling na deze afstaan van onverdeelde rechten zou behoren tot:
- De heer B ten belope van 1/5de in volle eigendom,
- Mevrouw D ten belope van 1/5de in volle eigendom,
- Mevrouw E ten belope van 1/5de in volle eigendom,
- Mevrouw F ten belope van 1/5de in volle eigendom
- Mevrouwen G en H samen ten belope van 1/5de in volle eigendom.
5.8. Geen oplegsom zal door G en H betaald moeten worden.
5.9. De overdragers wensen daardoor aan het familiaal geschil een einde te stellen en de familiale vrede te beschermen.
5.10. Alhoewel er geen oplegsom betaald zal worden, is dit contract ten bezwarende titel gesloten. De overdragers hebben geen inzicht om hun nichten te begiftigen zodat deze verrichting ook niet vatbaar voor inkorting door hun respectievelijk reservataire erfgenamen is.
III. Motivering van de aanvraag
6. De beschreven overeenkomst zal authentiek (notarieel) worden afgesloten (zie ontwerp in bijlage van de aanvraag).
7. De aanvragers wensen een herkwalificatie van de akte als een schenking te vermijden.
Om als een schenking beschouwd te worden dient een akte drie criteria te vervullen:
- De verarming van de schenker,
- De correlatief verrijking van de begiftigde,
- Het inzicht van de schenker om de begiftigde te begiftigen.
Bij de overdragers is er geen animus donandi te vinden. De oorzaak van de akte ligt in 1) het uitvoeren van een natuurlijke verbintenis nl. de verwezenlijking van de wens van de heer A en 2) het behoud van de familiale vrede zoals hierboven uiteengezet.
8. De ontstentenis van een oplegsom is geen reden om de contract als schenking te beschouwen.
IV. Beslissing
Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:
9. Er bestaat geen wettelijke definitie van het begrip “natuurlijke verbintenis”. Men noemt een verbintenis natuurlijk wanneer er weliswaar een verschuldigde prestatie is maar deze niet kan gevorderd worden. De uitvoering van een natuurlijke verbintenis is geen onverschuldigde betaling noch een schenking.
De nakoming hangt van de wil van de schuldenaar af.
De rechtspraak heeft in het verleden verschillende “gewetensplichten” als natuurlijke verbintenis bekrachtigd. Zo werd het uitvoeren van een naar de vorm onregelmatig testament als de uitvoering van een natuurlijke verbintenis erkent (Luik 18 januari 1928, Pas. 1928, II, 157.).
10. Uit de voorgelegde briefwisseling en het voorgelegde email-verkeer met Meester […] blijkt dat A inderdaad op zoek ging naar mogelijkheden om de uitsluiting van zijn zoon C bij de schenking van xx.xx.2014 recht te trekken.
Noch uit de briefwisseling noch uit het email-verkeer blijkt echter welke piste vader zou bewandelen om de situatie recht te trekken. Deze stukken bevatten immers enkel adviesverlening.
11. De aanvragers argumenteren bovendien dat door de uitvoering van de wil van de vader (de zgn. natuurlijke verbintenis) de familiale vrede zou behouden blijven. Het besluitvormingsorgaan stelt zich hierbij de vraag waarom de heer C zelf niet bevoordeeld wordt maar twee van zijn drie kinderen.
12. De kwalificatie als natuurlijke verbintenis (de uitvoering van de wil van de vader) kan dan ook niet aanvaard worden. Met deze overdracht wordt eerder een verbintenis uitgevoerd die ingegeven is door erkentelijkheid of genegenheid. Het gaat m.a.w. om een schenking zodat artikel 2.8.4.1.1, §2, VCF zal worden toegepast.
13. Artikel 3.17.0.0.2 VCF dat luidt als volgt:
“Aan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie kan niet worden tegengeworpen, de rechtshandeling noch het geheel van rechtshandelingen dat een zelfde verrichting tot stand brengt, wanneer die entiteit door vermoedens of door andere bewijsmiddelen, vermeld in artikel 3.17.0.0.1, en aan de hand van objectieve omstandigheden aantoont dat er sprake is van fiscaal misbruik.
Er is sprake van fiscaal misbruik wanneer de belastingplichtige door middel van de door hem gestelde rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen één van de volgende verrichtingen tot stand brengt :
1° hetzij een verrichting waarbij hij zichzelf in strijd met de doelstellingen van een bepaling van deze codex of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten buiten het toepassingsgebied van die bepaling plaatst;
2° hetzij een verrichting waarbij aanspraak wordt gemaakt op een belastingvoordeel, voorzien door een bepaling van deze codex of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten, en de toekenning van dit voordeel in strijd zou zijn met de doelstellingen van die bepaling en die in wezen het verkrijgen van dit voordeel tot doel heeft.
Het komt aan de belastingplichtige toe te bewijzen dat de keuze voor zijn rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen door andere motieven verantwoord is dan het ontwijken van de belasting. Als de belastingplichtige het tegenbewijs niet levert, dan wordt de verrichting aan een belastingheffing overeenkomstig het doel van deze codex onderworpen alsof het misbruik niet heeft plaatsgevonden.”
14. Het besluitvormingsorgaan is van oordeel dat het opzet van de aanvragers om de rechtshandeling als natuurlijk verbintenis te kwalificeren, gelet op het voorgaande, louter alleen ingegeven is door fiscale motieven, m.a.w. de schenkbelasting van 7% vermijden.
Deze beslissing heeft alleen betrekking op registratiebelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.