VB 19046 - Zuivere verzaking vruchtgebruik
- Nummer
- 19046
- Datum beslissing
- 30 september 2019
- Publicatiedatum
- 22 november 2019
Heffing
- Schenkbelasting
Wettelijke basis
- art. 2.8.6.0.1. VCF
I. Voorwerp van de aanvraag
1. De aanvraag strekt er toe bevestiging te krijgen dat er op de voorgenomen verzaking aan het vruchtgebruik geen Vlaamse registratiebelasting verschuldigd is overeenkomstig de artikelen 2.8.6.0.1, eerste lid, 1° en 2.9.6.0.1, eerste lid, 3° VCF.
II. Omschrijving van de verrichtingen
II. A. Identiteit van de aanvrager en de partijen
2. De aanvraag wordt ingediend door de heer Kind 2, NN […], wonende te […].
Handelingsonbekwaam (verlengd minderjarig) en in die zin regelmatig vertegenwoordigd door zijn bewindvoerder over de goederen middels Beschikking dd. xx.xx.2017 van het Vredegerecht eerste kanton te […] (Beschikking wordt toegevoegd in bijlage):
de heer Kind 3, ° xx.xx.1940, wonende te […];
hierna verder genoemd als ‘vruchtgebruiker’.
3. Betrokken derde partij:
De heer Kind 4 , NN […], wonende te […];
hierna verder genoemd als ‘naakte eigenaar’.
4. Betrokken onroerend goed:
Handelsgebouw, gelegen te […], gekadastreerd volgens titel en volgens huidig kadaster, sie C nummer 4/A
II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)
5. Situatie ‘as is’
5.1. Onverdeeldheid onroerend goed te […]
5.1.1. Op heden is een handelsgebouw gelegen te […] (gekadastreerd volgens titel en volgens huidig kadaster, sectie C, nummer 4/A) in gedeelde eigendom van de handelingsonbekwame vruchtgebruiker (dhr. Kind 2) en de naakte eigenaar (Kind 4).
5.1.2. Voorschreven goed behoorde voorheen toe aan de vader van voornoemde vruchtgebruiker en naakte eigenaar: dhr. X. Bij zijn overlijden te […] op xx.xx.1958 werd voorschreven onroerend goed nagelaten aan zijn overlevende echtgenote, mevrouw Y en aan zijn vier kinderen: Wijlen kind 1, kind 2, kind 3 en kind 4.
5.1.3. Binnen het kader van de vereffening-verdeling van de nalatenschap van dhr. X werd in gemeen akkoord blijkens akte verdeling verleden voor notaris […] op xx.xx.1966 voornoemd handelshuis wat betreft de blote eigendom toebedeeld voor elk één/derde aan drie kinderen respectievelijk wijlen kind 1, kind 3 en kind 4. Het vruchtgebruik werd vooreerst aan de echtgenote van dhr. X, wijlen Y toebedeeld, doch met de vermelding dat vanaf haar overlijden zelfde vruchtgebruik over zou gaan op haar zoon dhr. Kind 2, zijn leven gedurende (verdelingsakte wordt toegevoegd in bijlage).
5.1.4. Door mevrouw Y en alle onderscheiden eigenaars in blote eigendom, werden voor de duur van “het leven van de vruchtgebruikers mevrouw Y en de heer Kind 2” twee onderhandse huurovereenkomsten met recht van onderverhuring afgesloten met de heren Kind 1, 3 en 4. Deze geregistreerde huurovereenkomsten werden neergelegd onder de minuten van Notaris […], destijds notaris te […], op xx.xx.negentienhonderd zevenentachtig. De ‘geest’ van deze structurering was het voorkomen van een disproportioneel grote aangroei van kapitaal in hoofde van de handelingsonbekwame wat misbruik zou kunnen aanwakkeren in hoofde van huidige en eventueel toekomstige onbekende bewindvoerders.
5.1.5. Bij authentieke akte van xx.xx.2003 verleden voor notaris […] werd door dhr. Kind 3 zijn aandeel in de naakte eigendom alsook in voornoemde huurrechten verkocht aan dhr. Kind 4. Vervolgens werd bij authentieke akte van xx.xx.2008 verleden voor dezelfde voornoemde notaris door de rechtsopvolger van dhr. Kind 1 (zijn echtgenote mevr. […]), eveneens zijn aandeel in de naakte eigendom verkocht aan dhr. Kind 4 (het aandeel in de huurrechten werd verkocht aan het echtpaar Kind 4 – […]).
5.1.6. Uit het voorgaande volgt dat dhr. Kind 4 finaal als enige houder van de naakte eigendom in voorschreven goed overbleef. Hij werd bovendien tevens rechtsopvolger van de heren Kind 3 en wijlen Kind 1 inzake de gesloten onderhandse huurovereenkomsten met recht van onderverhuring. Als dusdanig werden de betrokken huurrechten bijgevolg verenigd in één hand (dhr. Kind 4).
5.1.7. In voornoemde akten werd dan ook overeengekomen dat voornoemde huurovereenkomsten komen te vervallen tegen uiterlijk xx.xx.2019. Vanaf xx.xx.2019 dient dhr. Kind 4, gezien het verval van de betrokken huurovereenkomsten, geen vergoedingen meer te betalen aan de vruchtgebruiker, heden dhr. Kind 2.
5.1.8. Er wordt verwezen naar de ver gevorderde leeftijd van de vruchtgebruiker (80 jaar in 2019) op basis waarvan zijn aandeel in voornoemde eigendom op heden uiterst beperkt te noemen is in relatieve termen (cfr. de omzettingstabel vruchtgebruik).
5.2. Inkomsten en lasten
5.2.1. Er wordt vooreerst verwezen naar de belangrijke jaarlijkse negatieve kaspositie van de vruchtgebruiker dhr. Kind 2. Voor de periode xx.xx.2017 tot xx.xx.2018 bedroeg de negatieve kas [...] euro. Voor de daaropvolgende periode xx.xx.2018-xx.xx.2019 liep de negatieve kaspositie op tot [...] euro. Ter staving wordt hiertoe kopij van de periodieke verslagen over de uitoefening van het bewind over de goederen (cfr. art. 499/14, §2, B.W.) toegevoegd over de periodes xx.xx.2017 tot xx.xx.2018 en xx.xx.2018 tot xx.xx.2019 zoals die jaarlijks werden neergelegd ter griffie van het Vredegerecht 1ste Kanton te […] door de Bewindvoerder over de goederen (verslagen worden toegevoegd in bijlage).
5.2.2. Vervolgens wordt gewezen op het feit dat voornoemde negatieve kaspositie vanaf xx.xx.2019 in belangrijke mate zal toenemen gelet op het feit dat de naakte eigenaar (dhr. Kind 4) vanaf die datum geen vergoedingen meer dient te betalen aan de vruchtgebruiker (cfr. supra). Belangrijke inkomsten die voorzien in het levensonderhoud van de vruchtgebruiker vallen hierdoor weg. Concreet zouden jaarlijks [...] euro aan inkomsten (i.e. 12 maal [...] euro) wegvallen waardoor de negatieve kaspositie voor het volgend boekjaar minstens zou aangroeien tot [...] euro.
5.2.3. Op moment van schrijven beschikt de vruchtgebruiker over liquide middelen ten belope van om en bij [...] euro. Inzake onroerend vermogen beschikt de vruchtgebruiker enkel over de eigendom van zijn service flat waarin hij verblijft alsook over het vruchtgebruik van het handelsgebouw gelegen te […] die het voorwerp vormt van dit verzoek (cfr. supra).
5.2.4. Om voornoemde jaarlijkse, ernstige negatieve kaspositie terug te dringen naar beheersbare niveaus wordt finaal gekeken naar enkele belastende recurrente kostenposten verbonden aan het vruchtgebruik van voornoemd handelsgebouw gelegen te […] die de vruchtgebruiker wettelijk gezien wel nog steeds jaarlijks dient te dragen vanaf xx.xx.2019 ondanks het feit dat hij geen inkomsten meer hieromtrent ontvangt:
- brandverzekering: [...] €
- onroerende voorheffing: [...] €
- belasting op inkomen KI: [...] €
- Totaal: [...] €
5.2.5. De beoogde zuivere én eenvoudige gehele verzaking van voornoemd vruchtgebruik zou de dramatische negatieve kaspositie van [...] euro kunnen terugdringen naar om en bij de [...] euro per jaar.
6. Beoogde situatie
6.1. Onder bewaking én mits goedkeuring van de Vrederechter van het Eerste kanton te […] beoogt de bewindvoerder over de goederen van dhr. Kind 2 in diens naam en voor diens rekening over te gaan tot de eenzijdige verzaking van diens volledig vruchtgebruik in voornoemd beschreven onroerend goed.
6.2. Op deze wijze zou het vruchtgebruik bijgevolg aanwassen bij de naakte eigendom van dhr. Kind 4 waardoor de bestaande onverdeeldheid ophoudt te bestaan.
III. Motivering van de aanvraag
7. Een eerste beweegreden voor deze verrichting betreft de fiduciaire plicht van de bewindvoerder over de goederen van dhr. Kind 2 om diens financiële situatie optimaal te beheren volgens de principes van de ‘goede huisvader’. Deze bestaat erin de voornoemde dramatisch toegenomen negatieve kaspositie vanaf xx.xx.2019 omwille van enerzijds het terugvallen van inkomsten uit voornoemd onroerend goed (cfr. supra) en anderzijds de blijvende disproportionele recurrente lasten wettelijk verbonden aan dit vruchtgebruik te beëindigen (zoals onroerende voorheffing, brandverzekering, herstellingswerken, etc…). De vruchtgebruiker zou hierdoor belangrijke financiële ademruimte herwinnen in zijn laatste levensfase. Als volle eigenaar zou dhr. Kind 4 zowel de lusten als de uitgebreide (toekomstige) lasten verbonden aan het pand moeten dragen.
8. Een tweede beweegreden voor deze verrichting bestaat erin de gedwongen onverdeelde eigendom van betrokken onroerend goed na het openvallen van de nalatenschap van de vader (dhr. X) gradueel, minnelijk én binnen een familiaal kader, te beëindigen. In deze logica werd een eerste stap hiertoe gezet in 2003 middels de verkoop van de naakte eigendom en huurrechten in het pand door dhr. Kind 3 aan dhr. Kind 4. Daarna volgde een gelijkaardige operatie in 2008 door de rechtsopvolger van wijlen dhr. Kind 1 aan dhr. Kind 4. De verzaking van het vruchtgebruik in hoofde van Kind 2 vormt het sluitstuk van deze graduele operatie om de destijds onverdeelde eigendom terug ‘heel’ te maken in handen van een familielid en ‘klaar’ te zetten voor de volgende generatie.
9. Een laatste beweegreden voor deze verrichting sluit bij de voorgaande aan doch kadert in de toekomstige bezorgdheid om de zorg voor de handelingsonbekwame, dhr. Kind 2, thans 80 jaar geworden. Voornoemde verrichting zorgt voor een vereenvoudiging en verduidelijking van de eigendomsstructuur van betrokken pand en de daaraan verbonden verantwoordelijkheden. In die zin zal de toekomstige generatie en/of toekomstige bewindvoerder van de goederen zich volledig kunnen toeleggen op de zorg van Kind 2 zonder steeds geconfronteerd te moeten worden met de zakelijke en andere wettelijke beslommeringen verbonden aan dit pand. Gezien de hoge leeftijd van de vruchtgebruiker wordt een voortdurende focus op zijn plichten als vruchtgebruiker in die zin steeds moeilijker.
10. Betrokken aanvraag strekt er toe bevestiging te krijgen dat de voorgenomen verzaking aan het vruchtgebruik wordt vrijgesteld van Vlaamse registratiebelasting overeenkomstig de artikelen 2.8.6.0.1, eerste lid, 1° en 2.9.6.0.1, eerste lid, 3° VCF.
11. De vruchtgebruiker wenst zuiver en eenvoudig afstand te doen van het geheel vruchtgebruik dat hij bezit op voornoemd onroerend goed. Het vruchtgebruik werd tot stand gekomen uit de nalatenschap van zijn vader, dhr. X (cfr. supra).
12. De verzaking aan het (erfrechtelijk) vruchtgebruik berust in geen geval op schenkingsmotieven gezien het duidelijk gebrek aan enige animus donandi in hoofde van de vruchtgebruiker. Deze verrichting werd immers niet ingegeven door enige vrijgevigheid of door enig fiscaal misbruik. De beoogde verrichting berust in essentie enkelvoudig op de hiervoor aangehaalde motieven die duidelijk niet-fiscaal zijn (cfr. supra).
13. De naakte eigenaar zal bovendien op geen enkele wijze tussenkomen in de beoogde akte houdende verzaking van het vruchtgebruik alsook zal er geen vergoeding worden betaald door deze laatste als tegenprestatie voor de verzaking.
14. Op de waarde van het onroerend goed is reeds belasting betaald (door de kinderen 4 , 3 en wijlen Kind 1 op de naakte eigendom verkregen uit de nalatenschap van hun vader alsook door moeder/zoon Kind 2 via verlijden van de verdelingsakte waardoor de VCF voorziet dat de overdracht van het vruchtgebruik is vrijgesteld van de schenkbelasting (artikel 2.8.6.0.1, eerste lid, 1° VCF).
15. Gezien het een zuivere en eenvoudige eenzijdige afstand van het recht van vruchtgebruik betreft, is dit niet onderworpen aan Vlaamse registratiebelasting.
IV. Beslissing
Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:
16. Krachtens art. 2.8.6.0.1, eerste lid, 1° (schenkbelasting), art. 2.9.6.0.1, eerste lid, 3° (verkooprecht), en art. 2.10.6.0.1, eerste lid, 1° (verdeelrecht) worden van de Vlaamse evenredige registratiebelasting vrijgesteld de overeenkomsten die strekken tot de overdracht van het vruchtgebruik op de blote eigenaar, wanneer de Vlaamse evenredige registratiebelasting (of voor 2015 het (Vlaams) evenredig registratierecht) door de blote eigenaar (of zijn rechtsvoorganger) op de waarde van de volle eigendom werd voldaan.
17. De vruchtgebruiker wenst thans te verzaken aan het vruchtgebruik dat hij bezit op het handelsgebouw gelegen te […], sie C nummer 4/A. Dit vruchtgebruik werd deels verkregen uit de nalatenschap van zijn vader de heer X dd. xx.xx.1958, en deels gevestigd bij akte verdeling verleden voor notaris […] dd. xx.xx.1966.
18. De aanvrager verklaart dat de naakte eigenaar op geen enkele wijze zal tussenkomen in de akte houdende verzaking van het vruchtgebruik en dat er geen vergoeding zal worden betaald door deze laatste als tegenprestatie voor de verzaking.
19. De voorgenomen rechtshandeling betreft een zuivere en eenvoudige verzaking aan het vruchtgebruik. Dit is een eenzijdige rechtshandeling die geen registratiebelasting opeisbaar maakt.
Deze beslissing heeft alleen betrekking op registratiebelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.