VB 19038 - Beding van aanwas
- Nummer
- 19038
- Datum beslissing
- 19 augustus 2019
- Publicatiedatum
- 19 november 2019
Heffing
- Erfbelasting
- Schenkbelasting
Wettelijke basis
- art. 2.7.1.0.3. VCF
- art. 2.7.1.0.5. VCF
- art. 2.8.1.0.1. VCF
- art. 2.8.4.1.1. VCF
- art. 3.17.0.0.2. VCF
I. Voorwerp van de aanvraag
1. De aanvraag strekt ertoe bevestiging te krijgen dat:
1.1. het beding van aanwas tussen echtgenoten rechtsgeldig is en kwalificeert als kanscontract ten bezwarende titel;
1.2. bijgevolg het beding van aanwas geen schenking is. De artikelen 2.8.1.0.1 VCF en 2.8.4.1.1, § 2 VCF zijn niet van toepassing, zodat er dus geen schenkbelasting verschuldigd is;
1.3. de artikelen 2.7.1.0.3 VCF en 2.7.1.0.5 VCF niet van toepassing zijn omdat het beding van aanwas geen schenking is;
1.4. er geen fiscaal misbruik in de zin van art. 3.17.0.0.2 VCF is;
1.5. de opgesomde bepaling van de VCF eveneens niet van toepassing zijn op de goederen die automatisch tot het beding van aanwas behoren ingevolge de van rechtswege toepasselijke zaakvervanging
II. Omschrijving van de verrichtingen
II. A. Identiteit van de aanvrager en de partijen
2. De aanvraag wordt ingediend door Notaris […], te […], namens:
2.1. De heer X, geboren te […] op xx.xx.1948 (rijksregisternummer […]) en zijn echtgenote;
2.2. mevrouw Y, geboren te […] op xx.xx.1960 (rijksregisternummer […]) samenwonende te […].
De echtgenoten X-Y zijn gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen ingevolge huwelijkscontract verleden voor notaris […] te […] op xx.xx.2002, tot op heden ongewijzigd.
3. De heer X heeft een zoon uit een vorige relatie; mevrouw Y heeft geen kinderen.
4. De echtgenoten hebben hun fiscale woonplaats sedert meer dan vijf jaar in het Vlaamse Gewest.
II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)
5. Elke echtgenoot wenst voor zichzelf de nodige maatregelen te nemen die hem/haar in staat stellen zijn/haar levenskwaliteit en -standaard als langstlevende echtgeno(o)t(e) te garanderen en hem/haar tegelijkertijd in staat stellen een maximale flexibiliteit te behouden. Met dat doel voor ogen wensen zij elkaar zoveel als mogelijk te beschermen, des te meer omdat de heer X, voormeld een kind heeft uit een vorige relatie waarmee de relatie moeilijk is.
6. Zoals blijkt uit de stukken gevoegd bij de aanvraag, hebben partijen een beding van aanwas afgesloten met betrekking tot een effectenportefeuille bij […], die hen voor de geheelheid in volle eigendom toebehoort, ieder voor de onverdeelde helft, blijkens overeenkomst de dato xx.xx.2016.
7. Het beding van aanwas werd onderhands afgesloten. Het heeft dus - bij gebrek aan registratie in België - nog geen fiscale uitwerking gekregen op het moment van de aanvraag . De fiscale gevolgen krijgen maar uitwerking op het ogenblik dat het ter registratie zou worden aangeboden. Het is bijgevolg mogelijk om hierover een voorafgaande beslissing te vragen.
8. Verwijzing naar de wettelijke en/of reglementaire bepalingen.
De Vlaamse Belastingdienst aanvaardt vanuit fiscaal oogpunt (standpunt nr. 17044 de dato 19 september 2018) dat de betrokken goederen in een beding van aanwas niet zijn onderworpen aan de erfbelasting/schenkbelasting mits voldaan is aan volgende voorwaarden:
- het beding van aanwas moet opgenomen zijn in een notariële akte als het beding betrekking heeft op onroerende goederen;
- het beding van aanwas moet beperkt zijn, via beschikking onder bijzondere titel;
- het beding van aanwas moet ten bezwarende titel zijn.
Het beding van aanwas is onder bijzondere titel, wanneer de overeenkomst of het beding niet de algemeenheid van de goederen betreft die de partij bij zijn overlijden zal nalaten, en evenmin een evenredig deel van de goederen die de partij zal nalaten, noch al zijn onroerende goederen, al zijn roerende goederen, of een evenredig deel van al zijn onroerende goederen of van al zijn roerende goederen bij zijn overlijden.
Het beding van aanwas wordt aanzien als een kanscontract ten bezwarende titel wanneer de kansen evenwichtig zijn. Er wordt niet vereist dat de kansen gelijk zijn. Er dient wel sprake te zijn van een gelijkaardige levensverwachting van de betrokken partijen en er dient een gelijkwaardige inleg te zijn.
Een gelijkwaardige levensverwachting kan niet enkel worden beoordeeld op basis van sterftetabellen maar kan ook worden beïnvloed door specifieke factoren zoals de gezondheidstoestand van de partijen, bepaalde activiteiten die ze uitvoeren, een overlijden dat kort volgt op het sluiten van het beding van aanwas etc...
Compensatie wordt niet aanvaard. Ongelijkheid qua overlevingskansen kan niet gecompenseerd worden door ongelijkheid qua inleg. Dat zijn twee verschillende evenwichten. Door een grotere inleg vergroot de kans immers niet om de andere mede-eigenaar te overleven.
Het feit dat een beding van aanwas tussen echtgenoten wordt afgesloten maakt dit beding op zich niet ongeldig. Wanneer een beding van aanwas wordt afgesloten tussen echtgenoten moet het slaan op de eigen goederen van de echtgenoten die ze in onverdeeldheid bezitten. Het kan geen betrekking hebben op goederen die tot de huwgemeenschap behoren.
Indien het beding van aanwas in een contract is opgenomen vanaf 1 juni 2012 kan het afgetoetst worden aan de anti-misbruikbepalingen. Het beding van aanwas maakt geen fiscaal misbruik uit indien er ook niet fiscale motieven aan ten grondslag liggen. Herkwalificatie is mogelijk indien de belastingplichtige niet kan aantonen dat de geviseerde verrichting ook niet-fiscale doelstellingen heeft, en dat deze niet-fiscale doelstellingen voldoende opwegen tegen de fiscale motieven. Dit geldt a fortiori indien het beding van aanwas deel uit maakt van een gecombineerde constructie (bv. uitbreng van goederen uit het gemeenschappelijk vermogen, gevolgd door het sluiten van een beding van aanwas).
III. Motivering van de aanvraag
9. Beding van aanwas
De heer X en mevrouw Y zijn van mening dat zij een overeenkomst ten bezwarende titel hebben ondertekend in de vorm van een beding van aanwas. Om die reden vragen zij - samengevat - enerzijds dat het beding van aanwas geen aanleiding geeft tot de heffing van schenkbelasting, indien de overeenkomst om enige reden zou worden geregistreerd in België. Anderzijds vragen zij dat er bij de uitwerking van het beding van aanwas geen erfbelasting verschuldigd is en dat de overeenkomst geen fiscaal misbruik inhoudt.
10. Principe
Kanscontracten en dus ook bedingen van aanwas zijn wederkerige overeenkomsten waarvan de gevolgen, met betrekking tot winst en verlies, hetzij voor alle partijen, hetzij voor één van hen, van een onzekere gebeurtenis afhangen (art. 1964 BW) .In de beschreven verrichting is de onzekere gebeurtenis niet het overlijden op zich (een overlijden is een zekere gebeurtenis), maar wel de volgorde van het overlijden. Elke echtgenoot kan de langstlevende zijn. Ingevolge de gesloten overeenkomst bestaat de kans op winst in de verkrijging van het aandeel of de inleg van de eerst overleden echtgenoot. Het verlies is dan het overlijden als eerste van beide partij, waarbij men het eigen aandeel of de eigen inleg moet afstaan aan de langstlevende.
11. Ten bezwarende titel
Het overeengekomen beding van aanwas is overigens ook een overeenkomst onder bezwarende titel. Het bezwarend karakter vereist dat de kansen van beide partijen evenwichtig zijn, en dat de inleg door de echtgenoten gelijk is.
De inleg van beide echtgenoten is voor het beding van aanwas gelijkwaardig; de goederen die het voorwerp zijn van het beding van aanwas behoren toe aan ieder van de echtgenoten voor de onverdeelde helft.
12. Ten bijzondere titel
Het beding van aanwas in casu is ten bijzondere titel afgesloten daar de overeenkomsten betrekking hebben op goederen die nauwkeurig in de overeenkomsten werden omschreven goederen waarover zij een beding van aanwas hebben gesloten.
De echtgenoten bevestigen dat de effectenportefeuille een feitelijke universaliteit is, zodat de in de plaats getreden goederen automatisch ook tot het beding van aanwas behoren. Vruchten en meerwaarden van de betrokken maken ook automatisch deel van het beding van aanwas.
13. Niet fiscale motieven
Indien en in de mate het besluitvormingsorgaan zou stellen dat er sprake is van fiscaal misbruik, hetgeen volgens de aanvragers niet het geval is, dan nog maakt het beding van aanwas geen fiscaal misbruik uit in de zin van artikel 3.17.0.0.2 VCF. Er zijn immers niet-fiscale motieven die voldoende opwegen tegen de fiscale motieven.
Deze overeenkomst biedt voor de echtgenoten immers de enige goede oplossing naar wederzijdse bescherming om twee redenen:
Een testament biedt geen sluitende oplossing aangezien er geen controle bestaat op een éénzijdige wijziging. Testamentaire regelingen zijn bovendien eenzijdig herroepbaar, zodat de langstlevende echtgenoot absoluut geen zekerheid geeft. Hetzelfde geldt voor schenkingen tussen echtgenoten.
Bovendien geven noch een testament noch een schenking de garantie dat deze niet zullen worden aangevochten door één van de kinderen. De zoon zou immers mogelijke reservataire erfaanspraken kunnen laten gelden.
IV. Beslissing
Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:
14. Onder voorafgaande beslissing wordt verstaan de juridische handeling waarbij de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie overeenkomstig de bepalingen die van kracht zijn, vaststelt hoe de bepaling van de VCF wordt toegepast op een bijzondere situatie of verrichting, die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft gehad. De Vlaamse Belastingdienst doet bijgevolg geen uitspraak over de rechtsgeldigheid van overeenkomsten op burgerlijk vlak.
15. Het afgesloten beding van aanwas zal uitwerking krijgen bij het overlijden van één van de echtgenoten. De aanvraag tot voorafgaande beslissing is bijgevolg ontvankelijk.
16. Volgende artikelen uit de VCF worden onderzocht:
- Artikel 2.8.1.0.1 VCF dat luidt als volgt:
“Overeenkomstig artikel 1, artikel 19 en artikel 31 van het federale Wetboek van Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten wordt de schenkbelasting gevestigd naar aanleiding van de registratie of de verplichting tot registratie van akten of geschriften die tot bewijs strekken van een schenking onder de levenden.”
- Artikel 2.8.4.1.1, §2 VCF dat luidt als volgt:
Ҥ 2. Het tarief van de schenkbelasting voor de schenkingen van roerende goederen bedraagt :
1° 3% voor een verkrijging in de rechte lijn en tussen partners;
2° 7% voor een verkrijging door alle andere personen.
Dat tarief is niet van toepassing op de schenkingen onder de levenden van roerende goederen die met legaten worden gelijkgesteld met toepassing van artikel 2.7.1.0.3, 3°.”
- Artikel 2.7.1.0.3 VCF dat luidt als volgt:
“Worden met het oog op de heffing van het successierecht als legaten beschouwd:
1° alle schulden die uitsluitend bij uiterste wil erkend zijn;
2° alle schuldbekentenissen van sommen die voorkomen als een contract onder bezwarende titel, maar die een bevoordeling inhouden en die niet aan de schenkbelasting of het registratierecht op de schenkingen zijn onderworpen;
3° alle schenkingen van roerende goederen die de erflater heeft gedaan onder de opschortende voorwaarde of termijn die vervuld wordt ingevolge het overlijden van de schenker.”
- Artikel 2.7.1.0.5 VCF dat luidt als volgt:
“§ 1. De goederen waarvan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie het bewijs levert dat de erflater er kosteloos over beschikte gedurende de drie jaar vóór zijn overlijden, worden geacht deel uit te maken van zijn nalatenschap, tenzij de bevoordeling onderworpen is aan de schenkbelasting of het registratierecht op de schenkingen onder de levenden. De erfgenamen of legatarissen hebben een verhaalsrecht ten aanzien van de begiftigde voor de successierechten die op die goederen voldaan zijn.
Als door de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie of door de erfgenamen en legatarissen bewezen wordt dat de bevoordeling toekwam aan een bepaalde persoon, wordt die als legataris van de geschonken zaak beschouwd.
Voor de toepassing van deze paragraaf wordt een bevoordeling waarvoor een vrijstelling van de schenkbelasting is toegepast, gelijkgesteld met een bevoordeling die aan de schenkbelasting of aan het registratierecht op de schenkingen onder de levenden is onderworpen.
§ 2. De termijn van drie jaar, vermeld in paragraaf 1, wordt evenwel op zeven jaar gebracht als het gaat om aandelen en activa als vermeld in artikel 2.8.6.0.3.
De termijn van zeven jaar, vermeld in het eerste lid, wordt teruggebracht tot drie jaar als de kosteloze beschikking dagtekent van voor 1 januari 2012.”
17. Het feit dat een beding van aanwas tussen echtgenoten wordt afgesloten maakt dit contract op zich niet ongeldig. Wanneer een dergelijk beding van aanwas wordt afgesloten tussen echtgenoten, zoals in onderhavig geval, moet het slaan op de eigen goederen van de echtgenoten die ze in onverdeeldheid bezitten, in casu de effectenportefeuille bij […]. Het beding van aanwas moet enkel in een notariële akte zijn opgenomen indien het beding betrekking heeft op onroerende goederen, wat in casu niet het geval is.
18. Er wordt vanuit fiscaal oogpunt aanvaard dat de betrokken goederen niet zijn onderworpen aan de erfbelasting of schenkbelasting (maar bij onroerende goederen wel aan het verkooprecht) mits het contract beperkt is, via beschikking onder bijzondere titel, en ten bezwarende titel is.
19. Het contract is onder bijzondere titel, wanneer de overeenkomst niet de algemeenheid van de goederen betreft die de partij bij zijn overlijden zal nalaten, en evenmin een evenredig deel van de goederen die de partij zal nalaten, noch al zijn onroerende goederen, al zijn roerende goederen, of een evenredig deel van al zijn onroerende goederen of van al zijn roerende goederen bij zijn overlijden.
Vermits een effectenportefeuille beschouwd wordt als een universaliteit, aanvaardt Vlabel dat het contract betrekking heeft op de effectenportefeuille in haar geheel, zonder dat hiermee afbreuk wordt gedaan aan de vereiste dat het contract onder bijzondere titel moet zijn.
20. Zaakvervanging is mogelijk binnen een beding van aanwas. Het vervanggoed volgt dan dezelfde regels/bestemming als het goed dat het vervangt. Hetzelfde geldt voor meerwaarden.
In beide gevallen gelden volgende (bijkomende) voorwaarden:
- er moet in de akte conventionele zaakvervanging voorzien worden
- als er zaakvervanging is, moet dit nog bevestigd worden op het moment van de verwerving van het nieuwe zaakvervangende goed
Wat de effectenportefeuille betreft heeft de aanvaarding van de kwalificatie als feitelijke universaliteit tot gevolg dat er van rechtswege zaakvervanging optreedt. Het contract zal dus uitwerking krijgen op de effectenportefeuille zoals deze is samengesteld op het ogenblik van het overlijden van één van de echtgenoten ongeacht de gewijzigde samenstelling hiervan ingevolge transacties van wederbeleggingen.
21. Het contract wordt aanzien als een kanscontract ten bezwarende titel wanneer de kansen evenwichtig zijn. Er wordt niet vereist dat de kansen gelijk zijn. Er dient wel sprake te zijn van een gelijkaardige levensverwachting van de betrokken partijen en er dient een gelijkwaardige inleg te zijn.
22. Een gelijkaardige levensverwachting kan niet enkel worden beoordeeld op basis van sterftetabellen maar kan ook worden beïnvloed door specifieke factoren zoals de gezondheidstoestand van de partijen, bepaalde activiteiten die ze uitvoeren, een overlijden dat kort volgt op het sluiten van het contract etc...
De gelijkaardigheid van de levensverwachting dient aanwezig te zijn zowel bij het afsluiten van het contract als bij de realisatie van de opschortende voorwaarde.
23. Uit de gegevens vermeld in de aanvraag blijkt:
- dat de heer X bijna 68 jaar was bij het afsluiten van het contract (xx.xx.2016);
- dat de heer X 11 jaar verschilt met mevrouw Y ;
- dat nergens blijkt dat het contract vaste dagtekening heeft gekregen;
- dat bijna 3 jaar later een voorafgaande beslissing wordt gevraagd terwijl het aanvragen tot voorafgaande beslissing bij het besluitvormingsorgaan reeds konden worden ingediend in de loop van 2015;
- dat op heden de heer X reeds 71,5 jaar oud is en de levensverwachting in België voor mannen 79 jaar en voor vrouwen 83 jaar is.
Dat uit het voorgaande het besluitvormingsorgaan tot het besluit komt dat er geen sprake is van een gelijkaardige levensverwachting.
24. De gelijkwaardigheid van inleg wordt beoordeeld bij het afsluiten van het contract, niet bij het realiseren van de opschortende voorwaarde (een goed kan in waarde stijgen of dalen).
Uit de gegevens vermeld in de aanvraag blijkt de inleg van de aanvragers gelijkwaardig is. De goederen die deel uitmaken van het contract behoren de aanvragers ieder voor de onverdeelde helft toe.
25. Op basis van de elementen en feiten vermeld in de aanvraag tot voorafgaande beslissing en hetgeen uiteengezet, kan worden besloten dat het in casu niet om een kanscontract ten bezwarende titel gaat.
26. Indien het contract is gesloten vanaf 1 juni 2012 kan het afgetoetst worden aan de anti-misbruikbepalingen. Het contract maakt geen fiscaal misbruik uit indien er ook niet-fiscale motieven aan ten grondslag liggen. Herkwalificatie is mogelijk indien de belastingplichtige niet kan aantonen dat de geviseerde verrichting ook niet-fiscale doelstellingen heeft, en dat deze niet-fiscale doelstellingen voldoende opwegen tegen de fiscale motieven.
De voorgenomen verrichting maakt geen fiscaal misbruik uit in de zin van art. 3.17.0.0.2 VCF aangezien er ook niet-fiscale motieven (zie punt 13) aan het contract ten grondslag liggen die voldoende opwegen tegen de fiscale motieven.
27. Indien de aanvragers het wensen kunnen ze de onderhandse akten ter registratie aanbieden tegen betaling van het federaal vast recht. Hierdoor zal deze akte een vaste dagtekening krijgen.
Deze beslissing heeft alleen betrekking op de registratie– en de erfbelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.