1. Deze aanvraag sterkt ertoe bevestiging te krijgen dat op de voorgenomen verzaking aan het vruchtgebruik geen Vlaamse registratiebelasting verschuldigd is.

II. A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

2. De aanvraag wordt ingediend door notaris […]

3. De betrokken partijen zijn:

3.1 Mevrouw ‘Moeder’, geboren te […] op xx.xx.1961, weduwe van de heer ‘Vader’, wonend te […].

Moeder en vruchtgebruikster

3.2. De heer Zoon 1, geboren te […] op xx.xx.1983, echtgenoot van mevrouw Schoondochter 1, wonend te […].

Zoon en blote eigenaar

3.3. De heer Zoon 2, geboren te […] op xx.xx.1981, echtgenoot van mevrouw Schoondochter 2, wonend te […].

Zoon en voormalig blote eigenaar

3.4. De heer Zoon 3, geboren te […] op xx.xx.1986, ongehuwd en niet wettelijk samenwonend, wonend te […].

Zoon en voormalig blote eigenaar

II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

4. De vruchtgebruikster wenst zuiver en eenvoudig afstand te doen van het vruchtgebruik dat zij bezit in de hieronder beschreven woningen:

4.1. Stad […]:

Een woon- en handelshuis met aanhorigheden op en met medegaande grond gestaan en gelegen aldaar aan de […], met een oppervlakte volgens titel evenals volgens recent kadastraal uittreksel van 97 m².

K.I.: € 1.432,00

4.2. Stad […]:

Een woonhuis met aanhorigheden op en met medegaande grond gestaan en gelegen aldaar aan de […], en volgens recent kadastraal uittreksel nummer […], met een oppervlakte volgens titel evenals volgens recent kadastraal uittreksel van 47 m².

K.I.: € 287,00

5. Dit vruchtgebruik werd deels verkregen uit de nalatenschap van haar echtgenoot en deels voorbehouden bij schenking van de blote eigendom aan haar zoon.

6. De echtgenoten ‘Vader’ en ‘Moeder’ bezaten samen de twee voormelde woningen in volle eigendom. De heer ‘Vader’ is overleden te […] op xx.xx.2015. Door het openvallen van zijn nalatenschap verkreeg zijn echtgenote de helft van het vruchtgebruik, naast de helft in volle eigendom die zij zelf in het goed bezat. Hun drie zonen, de heren Zoon 2, Zoon 3 en Zoon 1 erfden samen de helft in blote eigendom, of ieder één zesde in blote eigendom.

7. Bij akte verleden voor ondergetekende notaris op xx.xx.2016 deden Zoon 2 en Zoon 3 afstand van hun aandeel in blote eigendom ten gunste van hun broer Zoon 1. In diezelfde akte schonk mevrouw ‘Moeder’ de helft in blote eigendom aan haar zoon 1, met voorbehoud van vruchtgebruik.

8. Thans is de heer Zoon 1 dus voor 100% blote eigenaar en mevrouw ‘Moeder’ voor 100% vruchtgebruikster.

9. Mevrouw ‘Moeder’ wil thans aan haar vruchtgebruik verzaken, omdat ze niet langer gehouden wenst te zijn door alle wettelijke verplichtingen die daarbij komen kijken (onroerende voorheffing, inkomstenbelastingen, kleine herstellingen, brandverzekering, …) Deze kosten zijn te hoog om te dragen voor een alleenstaande.

10. Dit vruchtgebruik werd deels verkregen uit de nalatenschap van haar echtgenoot en deels voorbehouden bij schenking van de blote eigendom aan haar zoon.

11. Op de helft van dit vruchtgebruik werd reeds schenkbelasting betaald op de volle eigendom in 2016, overeenkomstig artikel 2.8.3.0.1. §2, 2° VCF juncto artikel 2.9.3.0.5. VCF, zodat er op grond van artikel 2.8.6.0.1, eerste lid, 1° VCF een vrijstelling geldt. (de akte houdende afstand onverdeelde delen/ schenking verleden voor notaris […] dd. xx.xx.2016 is bijgevoegd)

12. Wat de verzaking aan het erfrechtelijk vruchtgebruik betreft, ligt er in casu geen schenking voor, bij gebreke aan enige animus donandi in hoofde van de vruchtgebruikster. Animus donandi wordt overigens nooit vermoed. Deze verrichting werd niet ingegeven door vrijgevigheid, noch is er sprake van enig fiscaal misbruik. Deze verrichting is immers in essentie gebaseerd op niet-fiscale motieven.

Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:

1) m.b.t. de verzaking aan de helft van het vruchtgebruik dat voorbehouden werd bij de schenking van xx.xx.2016:

13. Artikel 2.8.6.0.1, eerste lid, 1° VCF luidt als volgt:

“Er wordt een vrijstelling van de schenkbelasting verleend voor :
1° de overeenkomsten houdende schenking van vruchtgebruik aan de blote eigenaar, als de schenkbelasting of de erfbelasting of een soortgelijk recht door de blote eigenaar of door een vorige blote eigenaar, zijn rechtsvoorganger, op de waarde van de volle eigendom is voldaan;”

14. Indien het vruchtgebruik wordt overgedragen aan de blote eigenaar, waarbij de belasting door de blote eigenaar of door zijn rechtsvoorganger reeds op de volle eigendom is voldaan, voorziet de VCF dat de overdracht van het vruchtgebruik is vrijgesteld van de schenkbelasting (art. 2.8.6.0.1, 1ste lid, 1° VCF).

15. Aangezien mevrouw ‘Moeder’ zich het vruchtgebruik heeft voorbehouden bij de schenking van de helft blote eigendom in de schenkingsakte van xx.xx.2016 en er schenkbelasting werd betaald op de waarde van de helft volle eigendom, kan artikel 2.8.6.0.1, eerste lid, 1° VCF toepassing vinden. Bijgevolg maakt de verzaking aan deze helft van het vruchtgebruik geen Vlaamse registratiebelasting opeisbaar.

2) m.b.t. de verzaking aan de helft van het vruchtgebruik dat verkregen werd uit de nalatenschap van de heer ‘Vader’ dd. xx.xx.2015:

16. Een zuivere en eenvoudige verzaking aan vruchtgebruik is een eenzijdige rechtshandeling die geen registratiebelasting opeisbaar maakt.

17. Indien de blote eigenaar echter tussenkomt in de akte houdende verzaking en geen vergoeding betaalt als tegenprestatie voor de verzaking, zal er schenkbelasting worden geheven op de helft vruchtgebruik verkregen uit de nalatenschap van de heer ‘Vader’. Wordt er een vergoeding betaald, dan is het verkooprecht verschuldigd, tenzij het zou gaan om een omzetting van vruchtgebruik waarop het verdeelrecht van toepassing is. De waarachtigheid van de niet-fiscale motieven moet aangetoond worden door de verzaker. De loutere verklaring dat de kosten te hoog zijn om te dragen, volstaat niet.

18. Deze beslissing heeft alleen betrekking op registratiebelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.