1. De aanvraag strekt er toe bevestiging te krijgen dat:
-de BVBA X kwalificeert als een vennootschap die een reële economische activiteit uitoefent zoals bedoeld in artikel 2.8.6.0.3., § 2, 2°, eerste lid en artikel 2.7.4.2.2., § 2, 2°, eerste lid VCF;
-de BVBA Y kwalificeert als een vennootschap die een reële economische activiteit uitoefent zoals bedoeld in artikel 2.8.6.0.3., § 2, 2°, eerste lid en artikel 2.7.4.2.2., § 2, 2°, eerste lid VCF;
-de schenking van de aandelen van de BVBA X kan plaatsvinden onder de vrijstelling van artikel 2.8.6.0.3 VCF;
-de schenking van de aandelen van de BVBA Y kan plaatsvinden onder de vrijstelling van artikel 2.8.6.0.3 VCF.

II. A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

2. De aanvraag wordt ingediend door CVBA […], namens :

1) BVBA X;
2) BVBA Y,
3) De heer A:
4) Mevrouw B;
5) De heer C;
6) Mevrouw D;
7) Mevrouw E;
8) BVBA Z.

II.B. Bestaande toestand en historiek

3. De BVBA X werd opgericht voor notaris […] op 25 februari 2005 en heeft tot doel, zowel in België als in het buitenland, voor eigen rekening of voor rekening van derden, als vertegenwoordiger, commissionair of tussenpersoon:
"Het verpakken en opslaan van allerlei goederen.
Het beheer van onroerend vermogen in de ruimst mogelijke zin zoals de aankoop en verkoop, verhuring en verkaveling van alle onroerende goederen, het bouwen, verbouwen en verpachten ervan.
De engineering, ontwikkeling, commercialisatie, vertegenwoordiging, dienstverlening met betrekking tot welkdanige roerende goederen, materieel, machines en outillage.
Het geven van adviezen, het maken van studies, het voorbereiden en op gang brengen van organisatiesystemen, het in toepassing brengen van systemen voor gegevensverwerking en alle technieken in verband met het technisch administratief economisch en algemeen beheer van ondernemingen.
Het verkrijgen, uitbaten of afstaan van alle octrooien, merken, licenties en intellectuele rechten.
Zij mag in het kader van haar activiteit, zowel in België als in het buitenland, alle roerende en onroerende, financiële, industriële, hypothecaire verrichtingen doen die rechtstreeks of onrechtstreeks met het maatschappelijk doel verband houden en die van aard zijn de verwezenlijking ervan te vergemakkelijken of uit te breiden.
Zij mag tevens door middel van inbreng, fusie, inschrijving of op om het even welke andere wijze deelnemen aan alle ondernemingen, verenigingen, vennootschappen die een gelijksoortig of bijhorend doel nastreven of die eenvoudig nuttig zijn tot de algehele of gedeeltelijke verwezenlijking van haar maatschappelijk doel.
Zij mag het mandaat van bestuurder of vereffenaar van andere vennootschappen uitoefenen.
Zij mag zich borgstellen voor andere natuurlijke en rechtspersonen.
De algemene vergadering mag het maatschappelijk doel wijzigen onder de bij de relevante bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen bepaalde voorwaarden."

4. Het kapitaal van de vennootschap wordt vertegenwoordigd door 589 aandelen waarvan 93 aandelen eigendom zijn van de heer A en 496 aandelen eigendom zijn van mevrouw B.

5. De zaakvoerder van BVBA X is mevrouw B.

6. De heer A en mevrouw B zijn gehuwd onder het wettelijk stelsel met huwelijkscontract.

7. De BVBA Y werd opgericht voor notaris […] op 24 augustus 2011 en heeft tot doel, zowel in België als in het buitenland, voor eigen rekening of voor rekening van derden, als vertegenwoordiger, commissionair of tussenpersoon:
"a) Het beleggen in roerende en onroerende goederen als patrimonium met uitsluiting van alle activiteiten van vastgoedmakelaar; het beheren en rendabiliseren van deze beleggingen, daartoe mogen alle verrichtingen gedaan worden van onderhoud en verbetering, verlenen van alle gebruiksrechten, herstellen en saneren, toezicht houden; zo nodig te gelde maken en herbeleggen als beheerder van een privé vermogen.
b) Het verkrijgen door aankoop of anderszins, verkopen, ruilen, verbeteren, uitrusten, verbouwen, belasten met, beschikken over, productief maken, het verhuren en in huur nemen, de leasing, van alle onroerende goederen; in het algemeen alle onroerende verrichtingen.
c) In het algemeen alles te doen om haar patrimonium te behouden, te beheren, te rendabiliseren en oordeelkundig uit te breiden.
d) De vennootschap mag leningen aangaan en toestaan, en waarborgen stellen voor haarzelf en voor derden.
e) De verweving van participaties onder gelijk welke vorm, ook in handels-, industriële en financiële ondernemingen, zo Belgische als buitenlandse, het beheer, evenals het te gelde maken, van deze participaties, de verwerving door deelneming, inschrijving, aankoop, optie of om het even welk ander middel, van alle deelbewijzen, aandelen, obligaties, waarden en titels.
f) Het beheer en toezicht voeren over alle andere vennootschappen en ondernemingen van welke aard ook.
g) Het verpakken en opslaan van allerlei goederen.
h) De engineering, ontwikkeling, commercialisatie, vertegenwoordiging, dienstverlening met betrekking tot welkdanige roerende goederen, materieel, machines en outillage.
i) Het geven van adviezen, het maken van studies, het voorbereiden en op gang brengen van organisatiesystemen, het in toepassing brengen van systemen voor gegevensverwerking en alle technieken in verband met het technisch, administratief, economisch en algemeen beheer van ondernemingen.
In het algemeen zal zij alle maatregelen treffen tot vrijwaring van haar rechten en zal alle, om het even welke verrichtingen, uitvoeren, die rechtstreeks of onrechtstreeks aansluitingen bij of bijdragen tot de bevordering van haar doel."

8. Het kapitaal van BVBA Y wordt vertegenwoordigd door 186 aandelen waarvan de participaties als volgt verdeeld zijn:

• de heer A 90 aandelen, zijnde 48,38%;
• mevrouw B 90 aandelen, zijnde 48,38%;
• de heer C 2 aandelen, zijnde 1,08%;
• mevrouw D 2 aandelen, zijnde 1,08%;
• mevrouw E 2 aandelen, zijnde 1,08%.

9. De heer A en mevrouw B zijn gehuwd onder het wettelijk stelsel met huwelijkscontract en hebben samen drie kinderen, zijnde C, D en E.

10. De zaakvoerders van BVBA Y zijn de heer A en mevrouw B.

11. BVBA Z, is gespecialiseerd in verpakkingswerkzaamheden.

12. In het verleden deed BVBA Z uitsluitend beroep op de diensten van de zustervennootschappen BVBA X en BVBA W, om haar activiteiten uit te oefenen.

13. In 2016 werd echter beslist om de groep te herstructureren, waarbij de activiteiten gecentraliseerd zouden worden in BVBA Z en het vastgoed (met uitzondering van het vastgoed eigendom van BVBA Y) gecentraliseerd wordt in BVBA X.

14. De activiteiten van BVBA Z worden op heden uitgeoefend in een onroerend goed dat verhuurd wordt door BVBA Y en een onroerend goed dat verhuurd wordt door BVBA X (voorheen V BVBA).

15. Hierna wordt de historiek weergegeven van de opeenvolgende transacties die in het kader van de groepsherstructurering werden uitgevoerd.

1. Fusie

16. Op 22 juni 2016 werden de activiteiten van BVBA W ondergebracht in BVBA Z door middel van een fusie tussen beide vennootschappen, waarbij BVBA Z de vennootschap BVBA W overnam.

17. De datum vanaf wanneer de handelingen van BVBA W boekhoudkundig geacht worden te zijn verricht voor rekening van BVBA Z werd met retroactieve werking vastgesteld op 1 januari 2016.

2. Verkoop bedrijfstak

18. Per 1 juli 2016 werden de activiteiten (en het personeel) van BVBA X verkocht aan BVBA Z, zodat BVBA X (na de hierna vermelde partiële splitsing) één van de twee vastgoedvennootschappen is van de groep.

3. Partiële splitsing

19. Op 14 oktober 2016 werden de terreinen en gebouwen, eigendom van BVBA Z, door middel van een partiële splitsing overgedragen aan BVBA X, die reeds gedeeltelijk eigenaar was van deze gebouwen en een recht van opstal bezat op een deel van de grond […]. Door deze transactie bevinden de grond en het gebouw zich in dezelfde vennootschap.

20. De datum vanaf wanneer de handelingen van BVBA Z boekhoudkundig geacht worden te zijn verricht voor rekening van BVBA X werd met retroactieve werking vastgesteld op 1 juli 2016, in de mate dat deze handelingen betrekking hebben op het gedeelte van het vermogen van BVBA Z dat in BVBA X is ingebracht.

21. Gelet op de hiervoor vermelde herstructurering, worden de verpakkingswerkzaamheden uitsluitend uitgeoefend door BVBA Z en haar personeel.
Deze verpakkingswerkzaamheden worden uitgeoefend in:
-enerzijds het industriegebouw gelegen te […], dat met ingang van 1 juli 2016 gehuurd wordt van BVBA V ; en
-anderzijds het industriegebouw gelegen te […], dat sinds 1 januari 2013 gehuurd wordt van BVBA Y

22. BVBA X en BVBA Y zijn beiden eigenaar van bedrijfsvastgoed en oefenen uitsluitend vastgoedactiviteiten uit.

II.C. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

23. Hieronder wordt het volledige (vereenvoudigde) schema van de huidige structuur van de groep op basis van de laatst beschikbare notulen weergegeven :

24. BVBA Z is op heden actief in de verpakkingssector en oefent dan ook zonder enige twijfel een economische activiteit uit.

25. BVBA X en BVBA Y zijn beiden eigenaar van een onroerend goed, namelijk industrieel vastgoed dat door beide vennootschappen exclusief verhuurd wordt aan BVBA Z. Behoudens het verhuurde industrieel vastgoed, houden de vennootschappen BVBA X en BVBA Y verder geen niet-verhuurd industrieel vastgoed aan, noch gebouwen die bestemd zijn voor bewoning.

26. De heer A en mevrouw B overwegen hun aandelen in BVBA X en BVBA Y in te brengen in een maatschap en vervolgens te schenken aan hun kinderen (C; D en E) onder de vrijstelling van artikel 2.8.6.0.3. VCF.

27. Op 14 november 2017 werd reeds een schrijven gericht aan de Vlaamse Belastingdienst teneinde de visie van VLABEL te kennen aangaande het al dan niet familiale karakter van de BVBA X en BVBA Y.

Begin januari 2018 werd het standpunt van de Vlaamse Belastingdienst ontvangen:

-Voor BVBA X werd een attest van de vrijstelling van schenkbelasting voor familiale ondernemingen en familiale vennootschappen ontvangen aangezien zij als vennootschap met reële economische activiteit kwalificeerde en de code 62 uit de jaarrekening in minstens één van de laatste drie boekjaren niet lager was dan 1,50% van de totale activa en de code 22 uit de jaarrekening niet hoger was dan 50% van de totale activa;

-Voor BVBA Y kon voorlopig geen attest van de vrijstelling van schenkbelasting voor familiale ondernemingen en familiale vennootschappen afgeleverd worden aangezien uit de gegevens (jaarrekeningen) blijkt dat de vennootschap geen reële economische activiteit heeft en de belastingplichtige geen tegenbewijs leverde.

28. De aflevering van het attest voor BVBA X werd gebaseerd op de gegevens uit de jaarrekeningen van de laatste drie afgesloten boekjaren, met name de jaarrekeningen per 31/12/2014, 31/12/2015 en 31/12/2016.

29. Sinds 1 juli 2016 werden de activiteiten (incl. personeel) van BVBA X overgedragen aan BVBA Z, waardoor er sindsdien geen bezoldigingen, sociale lasten en pensioen meer ten laste zijn. Sindsdien oefent deze vennootschap enkel een verhuuractiviteit uit.

30. Op grond van artikel 2.8.6.0.3. VCF kan de schenking van aandelen van een familiale vennootschap in aanmerking komen voor een vrijstelling van schenkbelasting (indien daartoe aan alle voorwaarden voldaan zijn). In de erfbelasting voorziet artikel 2.7.4.2.2. VCF onder dezelfde voorwaarden in een vermindering van de erfbelasting bij de verkrijging van aandelen van een familiale vennootschap.

Handelsactiviteitsvoorwaarde : algemeen

31. Om als familiale vennootschap te kwalificeren dient de vennootschap waarvan de aandelen worden geschonken dan wel zelf een economische activiteit tot doel te hebben en uit te oefenen dan wel minstens 30% van de aandelen aan te houden in een rechtstreekse dochtervennootschap die een economische activiteit tot doel heeft en uitoefent (artikel 2.8.6.0.3.,§2,2°, tweede lid en artikel 2.7.2.2.,§2,2°, tweede lid VCF)

32. Als familiale vennootschap wordt beschouwd een vennootschap die de uitoefening van een nijverheids-, handels-, ambachts-of landbouwactiviteit, of van een vrij beroep tot doel heeft en uitoefent (artikel 2.8.6.0.3.,§2,2° en artikel 2.7.4.2.2.,§2,2° VCF. De handelsactiviteitvoorwaarde wordt dan ook beoordeeld op basis van de statutaire doelomschrijving van de vennootschap en op basis van de door de vennootschap daadwerkelijk uitgeoefende activiteit.

33. Luidens omzendbrief VLABEL 2015/2 zullen, hoewel de activiteit van de vennootschap in de eerste plaats blijkt uit haar statutaire doelomschrijving, vennootschappen die niet tevens ook een kwalificerende activiteit uitoefenen, niet voldoen aan deze handelsactiviteitvoorwaarde.

34. Verder wordt vermeld dat de verhuur van onroerende goederen in principe niet kwalificeert als een economische activiteit voor de toepassing van artikel 2.8.6.0.3. VCF en artikel2.7.4.2.2. VCF. Uitzonderlijk kan de verhuur van onroerende goederen wel in aanmerking komen "als het bedrijfsgebouwen betreft die uitsluitend door één of meerdere actieve dochtervennootschap(pen) word(t)(en) gebruikt. Elke andere vorm van verhuur (verhuur aan privépersonen of beroepspersonen buiten de groepsstructuur) wordt dus niet aanvaard als tegenbewijs.

Handelsactiviteitsvoorwaarde : in concreto

35. Voor BVBA Z, de werkmaatschappij, is de activiteitsvoorwaarde ontegensprekelijk vervuld.

36. De aanvragers wensen te vernemen of de huidige door BVBA X en BVBA Y uitgeoefende activiteit kwalificeert als handelsactiviteit.

37. In casu verhuren BVBA X en BVBA Y hun industrieel vastgoed (bedrijfsgebouwen) aan de andere familiaal verbonden vennootschap BVBA Z. Deze verhuur kan niet worden gekwalificeerd als een verhuur aan derden.

38. Indien de verhuur van bedrijfsgebouwen in een moeder-dochterrelatie wordt aanvaard als economische activiteit in het kader van het te leveren tegenbewijs mag aangenomen worden dat een vennootschap die bedrijfsgebouwen verhuurt aan een familiaal verbonden vennootschap, i.e. zonder dat er sprake is van een moeder-dochterrelatie, eveneens een economische activiteit uitoefent voor de toepassing van artikel 2.8.6.0.3. VCF en artikel 2.7.4.2.2. VCF.

39. Derhalve meent de aanvrager, gelet op de doorgevoerde herstructurering zoals hiervoor besproken, dat de BVBA X en BVBA Y wel degelijk een economische activiteit tot doel hebben en uitoefenen zoals bedoeld in artikel 2.8.6.0.3., § 2, 2°, tweede lid en artikel2.7.4.2.2.,§ 2, 2°, twee lid VCF.

Dit heeft als gevolg dat de aandelen van deze vennootschappen onder de vrijstelling van artikel 2.8.6.0.3. VCF geschonken kunnen worden aan de kinderen.

40. In deze aanvraag werd de historiek van de betrokken vennootschappen weergegeven. De aanvragers kregen graag bevestiging dat de verhuuractiviteit die BVBA X en BVBA Y na de omschreven herstructurering uitoefenen ten voordele van BVBA Z kwalificeert als reële economische activiteit, zoals bedoeld in artikel 2.8.6.0.3., § 2, 2°, eerste lid en artikel2.7.4.2.2., § 2, 2°, eerste lid VCF.

41. Onder de assumptie dat de verhuuractiviteit van de betrokken vennootschappen ten voordele van BVBA Z niet gewijzigd is op het ogenblik van de schenking van de aandelen van BVBA X en BVBA Y, zal deze schenking van aandelen plaats kunnen vinden onder de vrijstelling van artikel 2.8.6.0.3. VCF.

Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:

42. Om in aanmerking te komen voor de vrijstelling van de schenkbelasting of het verminderd tarief van de erfbelasting moet cumulatief aan de volgende voorwaarden voldaan zijn:

• er moet voldaan zijn aan de participatievoorwaarde zoals bepaald in artikel 2.8.6.0.3, §1, 2° en 2.7.4.2.2, §1, 2° VCF
• de vennootschap moet de uitoefening van een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit, of van een vrij beroep tot doel hebben en uitoefenen, dan wel minstens 30 % van de aandelen houden van minstens één directe dochtervennootschap die aan deze voorwaarde beantwoordt en die haar zetel van werkelijke leiding heeft in een van de lidstaten van de Europese Economische Ruimte zoals bepaald in artikel 2.8.6.0.3, §2, 1°, eerste en tweede lid en 2.7.4.2.2, §2, 1°, eerste en tweede lid VCF
• de vennootschap moet een reële economische activiteit hebben als bepaald in artikel 2.8.6.0.3, §2, 1° derde lid en 2.7.4.2.2, §2, 1°, derde lid VCF

43. Wanneer gewerkt wordt via een maatschap, kunnen de aandelen in een familiale vennootschap tevens in aanmerking komen voor de vrijstelling van schenkbelasting. Een maatschap heeft geen rechtspersoonlijkheid en heeft geen afgescheiden vermogen, zodat de deelgenoten van de maatschap samen onverdeelde eigenaars blijven van de goederen van de maatschap. Daarom wordt de maatschap als fiscaal transparant beschouwd, zodat rechtstreeks wordt gekeken naar de participaties die door de natuurlijke personen achter de maatschap worden aangehouden.

44. De vrijstelling geldt enkel voor familiale vennootschappen. Een familiale vennootschap is een vennootschap die de uitoefening van een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit, of van een vrij beroep tot doel heeft en deze ook effectief uitoefent.
Een vennootschap heeft een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit, of oefent een vrij beroep uit, wanneer in eerste instantie uit de statuten van de vennootschap een dergelijk doel blijkt. Bovendien moet de economische activiteit ook effectief worden uitgeoefend zodat een louter passief optreden niet volstaat . Zo zal het louter beheer van roerende of onroerende goederen of het verkrijgen en aanhouden van aandelen of deelbewijzen niet aanvaard worden als een voormelde activiteit.
Het is niet voldoende dat enkel het maatschappelijk doel in de statuten een dergelijke activiteit bevat. De vennootschap moet de activiteit ook werkelijk uitoefenen, hetgeen zal dienen aangetoond te worden. Dit kan met alle middelen van recht, met uitzondering van de eed. Veelal zal uit de jaarrekening kunnen afgeleid worden of de vennootschap een dergelijke activiteit uitoefent (o.a. uit de posten 34, 40, 44, 60, 62 en 70 van de jaarrekening). Indien dit niet zo is, zullen bijkomende stukken dienen bijgebracht te worden (vb. facturen, cliëntenlisting, gegevens in de KBO...).

45. De vennootschappen dewelke een nijverheids-, handels-, ambachts-, landbouwactiviteit hebben of een vrij beroep uitoefenen, kunnen volgens de VCF beschouwd worden als familiale vennootschappen. Familiale vennootschappen die echter geen reële economische activiteit hebben, zijnde de vennootschappen die cumulatief voldoen aan de twee in de VCF vermelde parameters, worden alsnog van het toepassingsgebied uitgesloten, ondanks het feit dat zij in eerste instantie wel een nijverheids-, handels-, ambachts-, landbouwactiviteit of een vrij beroep uitoefenden en er tevens voldaan was aan de participatievoorwaarde.
De parameters zullen gecontroleerd worden aan de hand van de jaarrekening van de vennootschap indien het een vennootschap betreft die gelegen is binnen de EER en zelf een nijverheids-, handels-, ambachts-, landbouwactiviteit heeft of een vrij beroep uitoefent.

46. In de eerste parameter (de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen een percentage uitmaken dat gelijk is aan of lager is dan 1,50 % van de totale activa) worden de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen vergeleken met het totaal actief van de vennootschap. De post bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen is de post 62 van de resultatenrekening van de jaarrekening. De post bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen omvat enkel de kosten verbonden aan het personeel dat is ingeschreven in het personeelsregister. Er wordt derhalve geen rekening gehouden met uitkeringen en vergoedingen van bestuurders, zaakvoerders en werkende vennoten toegekend buiten enige arbeidsovereenkomst of personeelskosten die onder de post 61 werden geboekt.

47. In de tweede parameter (de terreinen en gebouwen meer dan 50 % uitmaken van het totale actief) worden de terreinen en gebouwen vergeleken met het totaal actief van de vennootschap. Onder "terreinen en gebouwen" wordt de waarde bedoeld die opgenomen is onder post 22 van de jaarrekening. Het betreft derhalve de terreinen en gebouwen geboekt als materiële vaste activa. Er wordt derhalve rekening gehouden met de boekwaarde van deze terreinen en gebouwen, hetgeen logisch is gelet op het feit dat bij de totale activa ook rekening gehouden wordt met de boekwaarde.
Ook voor het totaal actief wordt gekeken naar de jaarrekening, meer bepaald naar de waarde, opgenomen onder balanspost 20/58.
Concreet zal de controle van deze voorwaarde gebeuren aan de hand van de jaarrekeningen die gepubliceerd zijn op het ogenblik dat de schenking plaatsvindt.
Indien de vennootschap op het ogenblik van de schenking niet beschikt over gepubliceerde jaarrekeningen zal er op een andere wijze moeten aangetoond worden dat er al dan niet sprake is van een reële economische activiteit. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van de oprichtingsstukken van de vennootschap.

48. Indien blijkt dat aan bovenstaande parameters werd voldaan, weerhoudt niets de begiftigde ervan om het tegenbewijs te leveren. Concreet zal derhalve dienen aangetoond te worden dat alle onroerende goederen die aanwezig zijn in de vennootschap worden aangewend voor de economische activiteit van de vennootschap, en derhalve geen privaat patrimonium betreffen.
Wanneer een onroerend goed wordt verhuurd/verpacht aan derden (private of handelshuur), zal dit niet voldoende zijn om het tegenbewijs te leveren, ongeacht het aandeel of percentage dat dit verhuurde/verpachte onroerend goed vertegenwoordigt in de totaal aanwezige onroerende goederen. Verhuur van onroerende goederen kan uitzonderlijk wel in aanmerking komen als het bedrijfsgebouwen betreft die uitsluitend binnen de groepsstructuur worden gebruikt. Elke andere vorm van verhuur (verhuur aan privépersonen of beroepspersonen buiten de groepsstructuur) wordt dus niet aanvaard als tegenbewijs en zal steeds aanzien worden als privaat patrimonium.

49. De verhuring van de onroerende goederen van BVBA X en BVBA Y aan BVBA Z kwalificeert niet als een verhuring binnen de groepsstructuur in strikte zin van het woord. Doch gelet op het huidig Wetboek van vennootschappen dat dochtervennootschappen definieert in de zin van het hebben van controlebevoegdheid (artt. 5 tot en met 9) voldoet deze verhuring als tegenbewijs. De aanwezige onroerende goederen worden in casu geacht voor de economische activiteit te worden aangewend.

50. Huidige voorafgaande beslissing vervangt niet het voorafgaand attest waarvan sprake in art. 3.21.0.0.1 VCF.
Voorafgaand aan de authentieke akte van schenking kan de belanghebbende een verzoek richten tot de Vlaamse Belastingdienst om een attest te bekomen waaruit blijkt dat op het moment van het verzoek en op basis van de gegevens, aangereikt door de verzoeker, al dan niet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2.8.6.0.3, VCF is voldaan.
Artikel 2.8.6.0.3 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit bepaalt dat aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de vrijstelling moet voldaan zijn op het ogenblik van de schenking. Het recht op vrijstelling moet op het ogenblik van de schenking en het aanbieden ter registratie van de akte beoordeeld worden.

Deze beslissing heeft alleen betrekking op registratiebelasting en erfbelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.