Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 18009 - Beding van aanwas Vlaamse Belastingdienst

VB 18009 - Beding van aanwas

Voorafgaande beslissing
Nummer
18009
Datum beslissing
19 maart 2018
Publicatiedatum
23 maart 2018

Heffing

  • Schenkbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.8.1.0.1. VCF
  • art. 3.17.0.0.2. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvraag strekt ertoe bevestiging te krijgen dat:

a) de voorgenomen verrichting niet zal belast worden met schenkbelasting (art. 2.8.1.0.1 VCF);

b) de voorgenomen verrichting niet zal belast worden met erfbelasting op basis van de fictiebepaling van art. 2.7.1.0.3, 3°, VCF

c) de voorgenomen verrichting geen fiscaal misbruik vormt in de zin van artikel 3.17.0.0.2 VCF.

II. Identiteit van de aanvrager en de partijen

2. De aanvraag wordt ingediend door de heren X en Y, namens: de heer A en mevrouw B

3. De echtgenoten A-B zijn gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen blijkens huwelijkscontract verleden voor notaris Z, in het jaar 1994, ongewijzigd tot op heden.

III. Beschrijving van de voorgenomen verrichtingen

4. De heer A is eigenaar van driehonderd vijfenzeventig (375) aandelen van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid “C”, behorende tot zijn eigen vermogen, hetzij de helft van de in totaal zevenhonderd vijftig (750) aandelen van deze vennootschap.

5. Mevrouw B is eveneens eigenaar van driehonderd vijfenzeventig (375) aandelen van de voormelde bvba “C”, behorende tot haar eigen vermogen, hetzij de andere helft van de in totaal zevenhonderd vijftig (750) aandelen van deze vennootschap.

6. De echtgenoten A-B wensen onderling een aanwasovereenkomst te sluiten betreffende de voormelde aandelen waarbij zij bij wijze van kanscontract onder bezwarende titel overeenkomen dat bij het overlijden van de eerststervende van hen, zijn of haar aandelenpakket (375 aandelen van de bvba "C") in volle eigendom zal toekomen aan de langstlevende onder hen. Elk van de partijen staat aldus zijn 375 aandelen van de bvba "C" in volle eigendom af aan de andere, onder de opschortende voorwaarde van vóóroverlijden, en elk van de partijen verkrijgt als tegenprestatie voor deze afstand een gelijke kans om de 375 aandelen van de bvba "C" toebehorend aan de andere, te verwerven indien hij of zij het langst leeft.

7. Deze aanwasovereenkomst zal worden gesloten onder de volgende modaliteiten en voorwaarden:

- De aanwas zal gebeuren ten voordele van de langstlevende van de partijen met ingang van het overlijden van de eerststervende, zonder terugwerkende kracht;

- De overeenkomst wordt aangegaan voor een termijn die eindigt na het overlijden van de eerststervende van de partijen, behoudens andersluidend akkoord tussen de partijen. De partijen sluiten de overeenkomst evenwel onder de uitdrukkelijk ontbindende voorwaarde van beëindiging van de samenwoning tussen hen door de inleiding van een vordering tot echtscheiding door één van hen of indien zij meer dan zes maanden feitelijk gescheiden leven (met uitdrukkelijke verwijzing naar de arresten van het Hof van Cassatie van 6 maart 2014 (Nr. C.13.0362.N) en 21 oktober 20L6 (Nr. C.15.0a57.N/1);

- Zolang de aanwasovereenkomst geldt en beide partijen in leven zijn, mogen zij de 750 aandelen van de bvba "C", voorwerp van het beding van aanwas, niet vervreemden (noch ten bezwarende titel, noch om niet), in pand geven, in betaling geven of op enigerlei andere wijze (met zakelijke rechten) bezwaren, behoudens uitdrukkelijke en schriftelijke goedkeuring van de andere partij. Wel kunnen zij, mits het akkoord van de andere partij, overgaan tot de vervreemding van de aandelen en de vervanging ervan door andere vermogensbestanddelen die in de plaats van de vervreemde aandelen zullen treden en aan het beding van aanwas zullen onderworpen zijn (= zaakvervangingsclausule).

IV. Motivering van de aanvraag

8. De voorgenomen verrichting (aanwasovereenkomst) is ingegeven vanuit de intentie om de langstlevende der echtgenoten zo veel mogelijk te beveiligen tegen een mogelijke inmenging van hun drie gemeenschappelijke kinderen. Vandaar dat geopteerd wordt voor een beding van aanwas, waarmee de mogelijke gevolgen van de wettelijke reserve van deze drie kinderen

kunnen worden uitgesloten.

9. Rekening houdende met de beschreven modaliteiten en voorwaarden enerzijds en onderstaande feitelijke gegevens anderzijds, dient geconcludeerd te worden dat het een overeenkomst ten bezwarende titel betreft:

- Het bezwarend karakter wordt duidelijk in de overeenkomst weergegeven en beide partijen verklaren hun kansen gelijkwaardig te achten om het deel van de andere te verwerven.

- Beide partijen zijn financieel gelijkwaardig (ze onderwerpen beiden eenzelfde aantal aandelen van dezelfde vennootschap met eenzelfde waarde) en zij hebben elk een gelijke kans om het langst te leven, zoals dit ook blijkt uit hun medisch getuigschrift en hun weinig verschillende leeftijd.

V. Beslissing

10. Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:

11. In casu gaat het niet om onverdeelde goederen van de partijen maar telkens om onderscheiden eigen goederen in volle eigendom van de partijen.

Een beding van aanwas van niet-onverdeelde goederen bestaat theoretisch niet. Dit is immers een contradictio in terminis. Wanneer het evenwel eveneens om een kanscontract ten bezwarende en bijzondere titel gaat kan dezelfde fiscale regeling gevolgd worden als bij een beding van aanwas.

12. Tussen de partijen wordt overeengekomen dat de specifiek opgesomde goederen van de eerststervende in volle eigendom, onder opschortende voorwaarde van het overlijden van de eerststervende, van rechtswege zullen toekomen en dus verkregen zullen worden door de overlevende. De tegenprestatie bestaat in een evenwichtige kans voor elke partij de in het contract specifiek opgesomde goederen te verwerven, indien hij/zij de langstlevende is.

Er wordt vanuit fiscaal oogpunt aanvaard dat de betrokken goederen niet zijn onderworpen aan de erfbelasting of schenkbelasting (maar bij onroerende goederen wel aan het verkooprecht) mits voldaan is aan de volgende voorwaarden:

13. Het kanscontract moet :

  • beperkt zijn, via beschikking onder bijzondere titel
  • ten bezwarende titel zijn

14. Het kanscontract is onder bijzondere titel, wanneer de overeenkomst of het beding niet de algemeenheid van de goederen betreft die de partij bij zijn overlijden zal nalaten, en evenmin een evenredig deel van de goederen die de partij zal nalaten, noch al zijn onroerende goederen, al zijn roerende goederen, of een evenredig deel van al zijn onroerende goederen of van al zijn roerende goederen bij zijn overlijden.

15. Zaakvervanging is mogelijk binnen een beding van aanwas. Het vervanggoed volgt dan dezelfde regels/bestemming als het goed dat het vervangt. Hetzelfde geldt voor meerwaarden.

In beide gevallen gelden volgende (bijkomende) voorwaarden:

  • er moet in de akte conventionele zaakvervanging voorzien worden
  • als er zaakvervanging is, moet dit nog bevestigd worden op het moment van de verwerving van het nieuwe zaakvervangende goed

16. Er is sprake van een kanscontract ten bezwarende titel wanneer de kansen evenwichtig zijn. Er wordt niet vereist dat de kansen gelijk zijn. Er dient wel sprake te zijn van een gelijkaardige levensverwachting van de betrokken partijen en er dient een gelijkwaardige inleg te zijn.

17. Een gelijkwaardige levensverwachting kan niet enkel worden beoordeeld op basis van sterftetabellen maar kan ook worden beïnvloed door specifieke factoren zoals de gezondheidstoestand van de partijen, bepaalde activiteiten die ze uitvoeren, een overlijden dat kort volgt op het sluiten van het beding van aanwas etc...

De gelijkaardigheid van de levensverwachting dient aanwezig te zijn bij het afsluiten van het kanscontract.

Op basis van de elementen en feiten vermeld in de aanvraag tot voorafgaande beslissing, kan worden besloten dat het in casu om een kanscontract ten bezwarende titel gaat.

Enkel indien zou blijken dat de voorstelling van de feiten onjuist of onvolledig was, zal deze kwalificatie herzien worden, rekening houdende met de werkelijke feitelijke situatie.

18. De gelijkwaardigheid van inleg wordt beoordeeld bij het afsluiten van het beding, niet bij het realiseren (een goed kan in waarde stijgen of dalen). In casu heeft, volgens de gegevens in de aanvraag, de inleg van iedere echtgenoot betrekking op zijn/haar driehonderd vijfenzeventig (375) aandelen van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid “C”, en is er sprake van gelijkwaardigheid van inleg.

19. Indien het beding van aanwas in een contract is opgenomen vanaf 1 juni 2012 kan het afgetoetst worden aan de anti-misbruikbepalingen. Het beding van aanwas maakt geen fiscaal misbruik uit indien er ook niet-fiscale motieven aan ten grondslag liggen. Herkwalificatie is mogelijk indien de belastingplichtige niet kan aantonen dat de geviseerde verrichting ook niet-fiscale doelstellingen heeft, en dat deze niet-fiscale doelstellingen voldoende opwegen tegen de fiscale motieven

20. De vooropgestelde verrichting maakt geen fiscaal misbruik uit in de zin van art. 3.17.0.0.2 VCF nu er ook niet-fiscale motieven, opgenomen onder punt 8, aan het beding ten grondslag liggen die voldoende opwegen tegen de fiscale motieven.

21. Uit fiscaal oogpunt aanvaardt de Vlaamse belastingdienst het principe dat bij de realisatie van een kanscontract ten bijzondere en ten bezwarende titel de betrokken roerende goederen niet zijn onderworpen aan de schenkbelasting of de erfbelasting.