1. De aanvraag strekt er toe bevestiging te krijgen dat de verlenging van het vruchtgebruik geen aanleiding zal geven tot de heffing van het verkooprecht.

II. A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

2. De aanvraag tot voorafgaande beslissing wordt ingediend door BVBA X

De vennootschap werd opgericht in 2003 bij authentieke akte verleden voor W. De hoofdactiviteit van de vennootschap bestaat in het verwerven en beheer van onroerend goed met het oog op de onroerende verhuur.

De vennootschap wordt vertegenwoordigd door de heer A, tevens zaakvoerder en aandeelhouder.

Het betrokken onroerend goed betreffende de aanvraag tot voorafgaande beslissing is gelegen te […], tevens ook de zetel van de vennootschap. De vennootschap bezit het vruchtgebruik en de heer A de blote eigendom. - hierna het goed

II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

3. Het betrokken onroerend goed bestaat uit een kantoorruimte op het gelijkvloers en een studio op de eerste verdieping.

De vennootschap heeft het vruchtgebruik van de kantoorruimte verworven middels een inbreng in natura door de heer A ingevolge akte verleden in 2003 (tevens de oprichtingsakte). De termijn van het vruchtgebruik bedraagt 15 jaar, van xx.xx.2003 tot xx.xx.2018.

De vennootschap heeft het vruchtgebruik van de studio verworven middels een aankoop van het vruchtgebruik van de heer A ingevolge akte verleden in 2003. De termijn van het vruchtgebruik bedraagt 15 jaar, van xx.xx. 2003 tot xx.xx.2018.

De studio is op heden nog verhuurd voor privébewoning.

De kantoorruimte werd verhuurd aan de BVBA Z . Deze vennootschap (huurder) werd in faling verklaard op in 2015. De kantoorruimte werd vervolgens tijdelijk gebruikt door de curator. De faling van de huurder werd afgesloten in 2016. Op heden werd de kantoorruimte ontruimd en staat deze leeg. Bovendien zijn herstellingswerken ingevolge huurschade noodzakelijk.

Gezien de korte resterende looptijd van het vruchtgebruik, met name x.xx.2018, is het voor de vennootschap X economisch niet verantwoord de herstellingswerken en geplande renovatiewerken uit te voeren.

Bovendien staat in de akten van het vruchtgebruik bepaald dat de vruchtgebruiker het onroerend goed voor bepaalde duur mag verhuren maar geen huurovereenkomsten mag afsluiten langer dan de resterende looptijd van het vruchtgebruik op het ogenblik van de inwerkingtreding van de huurovereenkomsten.

Eventuele toekomstige huurders wensen een huurovereenkomst af te sluiten met een langere duurtijd dan de huidige resterende looptijd van het vruchtgebruik (tot april 2018, respectievelijk mei 2018).

Daarom wensen de partijen, vruchtgebruiker en blote eigenaar, de overeenkomsten van het bestaande vruchtgebruik van de kantoorruimte en de studio te verlengen met een termijn van 15 jaar voordat het bestaande vruchtgebruik een einde neemt. Zodoende wordt de totale duur van het vruchtgebruik 30 jaar.

4. Overeenkomstig artikel 2.9.1.0.1 VCF wordt het verkooprecht gevestigd naar aanleiding van de registratie of de verplichting tot registratie van akten of geschriften die als titel gelden van een overeenkomst houdende overdracht onder bezwarende titel van eigendom of vruchtgebruik van onroerende goederen, met uitsluiting van de inbrengen, vermeld in artikel 115bis van het federale Wetboek van Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten.

Opdat het verkooprecht van 10% van toepassing zou zijn, is het in principe vereist dat het gaat om:

• een overdragende overeenkomst onder bezwarende titel,
• betreffend eigendom of vruchtgebruik,
• van een in Vlaanderen gelegen onroerend goed.

Overeenkomstig artikel 1104 BW is een overeenkomst onder bezwarende titel gesloten wanneer aan elke partij een gelijkwaardige verplichting wordt opgelegd om iets te geven of te doen.

De overeenkomst is overdragend wanneer ze juridisch en werkelijk tot gevolg heeft uit kracht van de overeenkomst een zakelijk recht van het ene hoofd op het andere over te dragen.

In geval van de verlenging van een vruchtgebruik is niet voldaan aan de voorwaarde van een overdragende overeenkomst. Er wordt immers geen vruchtgebruik overgedragen van het ene hoofd op het andere, het vruchtgebruik bestaat reeds.

Bovendien zijn de partijen, vruchtgebruiker en blote eigenaar, nog steeds dezelfde partijen als diegene die op xx.xx. 2003 en respectievelijk xx.xx.2003, de bestaande initiële overeenkomsten hebben onderschreven. De verlenging van het vruchtgebruik wordt dus toegestaan door dezelfde persoon dan diegene die het vruchtgebruik initieel heeft gevestigd.

Bijgevolg is bij de verlenging van het vruchtgebruik tussen dezelfde partijen geen verkooprecht van toepassing op basis van titel 2, hoofdstuk 9, Vlaamse Code Fiscaliteit (VCF).

5. Gelet op artikel 3.22.0.0.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit komt het besluitvormingsorgaan tot volgende voorafgaande beslissing:

De verlenging van het vruchtgebruik is een nieuwe overeenkomst waarbij over een zakelijk recht op een onroerend goed wordt beschikt en dus belastbaar met het verkooprecht van 10%. De omstandigheid dat de partijen bij de verlenging dezelfde zijn als bij de oorspronkelijke vestiging speelt geen rol.

Deze beslissing heeft alleen betrekking op de registratiebelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.