VB 16048 - Familiale Vennootschap - Behoud gunstmaatregel na partiële splitsing
- Nummer
- 16048
- Datum beslissing
- 17 oktober 2016
- Publicatiedatum
- 24 oktober 2016
Heffing
- Erfbelasting
Wettelijke basis
- art. 2.7.4.2.2. VCF
- art. 2.7.4.2.3. VCF
I. Voorwerp van de aanvraag
1. De aanvraag strekt er toe :
a) bevestiging te krijgen dat de partiële splitsing van de NV waarbij de niet-bedrijfsgerelateerde onroerende goederen zullen worden overgedragen aan een nieuw op te richten vennootschap de N.V. X en de inbreng in/verkoop aan een holding van de aandelen van de NV, geen invloed zal hebben op de wijze waarop de “a posteriori-controle” plaatsvindt. M.a.w. dat de a posteriori-controle van de voorwaarden voor het behoud van het gunsttarief voor familiale vennootschappen in de zin van artikel 2.7.4.2.2. VCF louter zal worden uitgevoerd in hoofde van de NV.
b) bevestiging te krijgen dat de omdeling/vermindering van het eigen vermogen – waaronder het fiscaal gestort kapitaal – in het kader van de partiële splitsing ingevolge de toepassing van artikel 213 WIB 92 geen kapitaalvermindering door uitkering of terugbetaling in de zin van artikel 2.7.4.2.3,§2,3° VCF uitmaakt.
II. Omschrijving van de verrichtingen
II. A. Identiteit van de aanvrager en de partijen
2. De aanvraag wordt ingediend door ‘A’, namens :
- “de langstlevende”
- “kind 1”
- “kind 2”
- “kind 3”
- “de N.V.”
- Een nog op te richten “de N.V. X”
II.B. Beschrijving van de huidige situatie en doelstelling
3. De NV werd destijds opgericht onder de vorm van een BVBA door de langstlevende en haar echtgenoot. Later werd de vennootschap omgevormd tot een NV en vond gelijktijdig een kapitaalverhoging plaats.
In 2014 overleed de echtgenoot van de langstlevende. Tot dan werd het bedrijf door hem geleid, hierin bijgestaan door kind 1 en 2.
Kind 3 heeft nooit interesse gehad om te participeren in het familiebedrijf.
4. Gezien de NV beantwoordt aan de voorwaarden van een familiale vennootschap in de zin van artikel 2.7.4.2.2 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF), zijn de aandelen van de overledene vererfd aan het vast tarief van 3% in de erfbelasting.
Ingevolge het overlijden heeft de aandeelhoudersstructuur thans de volgende samenstelling:
- De langstlevende heeft 50% in VE en 50% in VG;
- Kind 1 heeft 16,66% in NE;
- Kind 2 heeft 16,66% in NE;
- Kind 3 heeft 16,66 % in NE.
5. Sedert het overlijden van de echtgenoot van de langstlevende, wordt het bedrijf verder geleid door kind 1 en 2. De langstlevende, die niet actief is in het bedrijf, wil hen de mogelijkheid bieden om de handelszaak over te nemen. Evenwel blijft het belangrijk dat kind 3 niet wordt benadeeld en dus ook correct zal vergoed worden.
6. Kind 1 en 2 zijn vragende partij om de handelszaak over te nemen daar zij het familiebedrijf willen verderzetten en uitbouwen in de toekomst.
Om de overname voor hen financieel haalbaar te maken, is het noodzakelijk dat de NV “lichter” wordt. Tot het patrimonium van de NV behoort thans immers niet alleen de handelsactiviteit maar ook het bedrijfspand en enkele andere onroerende goederen, meer bepaald vijf handelspanden en drie appartementen, die aan derden worden verhuurd.
7. Teneinde de overname financierbaar te maken, wenst men de niet-bedrijfsgerelateerde onroerende goederen af te splitsen van de NV. Anders zal het voor kind 1 en 2 quasi onmogelijk worden om de financiering rond te krijgen, zelfs indien zij niet de volledige prijs zouden moeten betalen.
Na/ingevolge de partiële splitsing zal het vermogen van de NV exclusief bestaan uit de economische activiteit en het bedrijfspand waarin deze activiteit wordt uitgeoefend. Dit zal overigens ook het beheer van het bedrijf ten goede komen aangezien de bestuurders daardoor o.a. een betere transparantie in de cijfers zullen bekomen.
8. Om haar zonen een duwtje in de rug te geven, wenst de langstlevende haar aandelen van de afgeslankte familiale vennootschap NV te schenken aan haar drie kinderen. Kind 1 en 2 zouden dan vervolgens de aandelen van kind 3 aan marktwaarde overkopen (zodat een gelijke behandeling van de drie kinderen wordt gegarandeerd). De uitkoop van kind 3 zal – teneinde de financiering haalbaar te houden zonder een te grote druk op het bedrijf - via een holdingvennootschap dienen te gebeuren.
II.C. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)
A. Stap 1 : Partiële splitsing van de NV
9. De aanvragers wensen de niet-bedrijfsgerelateerde onroerende goederen belastingneutraal af te splitsen naar een nieuwe immo-vennootschap, NV X. De bedrijfsactiviteit en het bedrijfspand blijven behouden in de NV.
10. Bij een partiële splitsing wordt een deel van het maatschappelijk vermogen van een vennootschap, zonder ontbinding, overgedragen naar één of meer bestaande of nieuwe vennootschappen. Als tegenprestatie verkrijgen de aandeelhouders van de overdragende vennootschap aandelen van de verkrijgende vennootschap(pen). Uiteraard behouden zij ook de aandelen die zij reeds bezaten in de overdragende vennootschap.
Anders dan bij een klassieke splitsing, blijft de overdragende vennootschap voortbestaan na de partiële splitsing. Er wordt slechts een deel van het vermogen overgedragen. Dat maatschappelijk vermogen bestaat niet enkel uit activa en schulden/rechten en verplichtingen, doch ook uit het deel van het eigen vermogen dat hiermee overeenstemt.
11. In huidige casus betekent dit dat een deel van het maatschappelijk vermogen van de NV, met name de niet-bedrijfsgerelateerde onroerende goederen, wordt overgedragen naar een nog op te richten vennootschap NV X. De aandeelhouders van de NV verkrijgen daarvoor – in dezelfde verhouding als de bestaande aandeelhoudersstructuur van de NV – aandelen in de NV X.
De NV – die de bedrijfsactiviteit en het bedrijfspand behoudt – blijft bestaan.
Het deel van het eigen vermogen van de NV dat overeenstemt met de waarde van het afgesplitst vermogen zal ook worden overgedragen naar de NV X.
12. Na de partiële splitsing zou het voor kind 1 en 2 financieel haalbaar worden om de afgeslankte vennootschap NV – middels een door hen opgerichte holding - over te nemen. De partiële splitsing zorgt er m.a.w. voor dat het bedrijf kan worden overgenomen door de “actieve” zonen en dat derhalve de continuïteit van de onderneming – met daarbij de tewerkstelling - verzekerd wordt.
13. In het kader van de partiële splitsing zouden alle activa en passiva gerelateerd aan de exploitatie zoals het bedrijfspand, de installaties en (rollend) materieel, de voorraden, de klanten(vorderingen), de liquide middelen, de overlopende rekeningen, de BTW-rekening, de leveranciers(schulden) en alle bankschulden in de NV blijven. De activa en passiva met betrekking tot niet-bedrijfsgerelateerde onroerende goederen zouden worden overgedragen aan de NV X.
De partiële splitsing zal volledig worden vergoed in nieuwe aandelen van de NV X, met proportionele uitreiking van aandelen aan de huidige aandeelhouders-natuurlijke personen van de NV. Er wordt met andere woorden niet voorzien in een opleg in geld. De partiële splitsing zal uitgevoerd worden conform art. 671 tot en met 758 van het Wetboek van Vennootschappen.
B. Stap 2 : Schenking van aandelen van de NV aan de drie kinderen
14. Na de afsplitsing van de niet-bedrijfsgebonden onroerende goederen, zal de langstlevende 50% volle eigendom en 50 % vruchtgebruik hebben van de NV en de NV X.
De langstlevende wenst haar aandelen (50% VE en 50% VG) in de NV te schenken aan haar drie zonen (elk voor 1/3) om kind 1 en 2 financieel een handje toe te steken. De aandelen in de NV X zal zij voorlopig behouden teneinde haar pensioen/inkomsten veilig te stellen. Kind 1 en 2 moeten door de schenking enkel de uitkoop van kind 3 uit de NV financieren, waardoor het enerzijds eenvoudiger zal zijn om de financiering rond te krijgen maar anderzijds – en vooral – de NV na de overname niet onder een al te grote (financiële) druk komt te staan.
15. Zowel de partiële splitsing als de schenking dragen er m.a.w. toe bij dat de financieringslast op het niveau van de holdingvennootschap zo veel als mogelijk kan worden beperkt zodat de winst die door de exploitatievennootschap NV zou worden verwezenlijkt in de volgende jaren, voor een groot deel op dit niveau kan blijven en verder kan worden aangewend als werkkapitaal alsook voor nieuwe investeringen die noodzakelijk blijken.
Enkele jaren voor zijn overlijden was de echtgenoot van de langstlevende immers begonnen met de bouw van een nieuwe productiehal. Na zijn overlijden hebben kind 1 en 2 besloten om de uitbouw van het bedrijf niet “on hold” te zetten maar juist actief verder te zetten door deze productiehal af te werken. Op heden is de productiehal zo goed als afgewerkt en dient de volgende uitdaging/investering zich aan: de aankoop van nieuwe machines, broodnodig om concurrentieel te blijven. Kind 1 en 2 voorzien hiervoor een aanzienlijke investering in machines teneinde de productiehal rendabel te maken (een lege hal levert immers niets op voor het bedrijf). De laatste zware investering in machines heeft al een achttal jaren geleden plaatsgevonden zodat het absoluut noodzakelijk wordt geacht om de nieuwe investeringen te doen als men de groei van de onderneming wil verzekeren en een concurrentiële marktpositie wil behouden.
16. Gezien de afgeslankte NV zonder enige twijfel beantwoordt aan de voorwaarden van een familiale vennootschap, zal de schenking van de aandelen aan 0% kunnen plaatsvinden voor een Belgische notaris. Waarschijnlijk zullen de aanvragers alvorens de schenkingsakte te verlijden overgaan tot de aanvraag van een voorafgaand “attest” met betrekking tot de vrijstelling van schenkbelasting voor familiale vennootschappen.
C. Stap 3: Inbreng in/verkoop aan holdingvennootschap
17. Ingevolge het overlijden van de echtgenoot van de langstlevende en de schenking van de langstlevende, zouden de kinderen elk 1/3 van de aandelen van de NV bezitten.
Gezien kind 3 geen interesse heeft in het familiebedrijf, zullen kind 1 en 2 zijn aandelen overkopen tegen marktwaarde.
Om deze uitkoop te financieren, zouden kind 1 en 2 hun aandelen inbrengen in een nieuw op te richten holdingvennootschap. Vervolgens zal die holdingvennootschap de overige aandelen aan marktwaarde kopen van kind 3. Door een marktconforme prijs te betalen, wil men de gelijke behandeling van het niet-actieve kind verzekeren. Er zullen wel soepele betalingsmodaliteiten (moeten) worden afgesproken gelet op de beperkte cashflow in de NV.
III. Motivering van de aanvraag
1. Voorwaarden tot behoud van het gunstregime
18. Overeenkomstig artikel 2.7.4.2.3., §2 VCF blijft het verlaagd en vast tarief enkel behouden als de volgende voorwaarden cumulatief zijn vervuld:
- de familiale vennootschap blijft gedurende drie jaar vanaf de datum van het overlijden van de erflater voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2.7.4.2.2, § 2, 2°;
- een activiteit van de familiale vennootschap wordt zonder onderbreking voortgezet gedurende drie jaar vanaf de datum van het overlijden van de erflater en voor elk van de drie jaar wordt een jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening opgemaakt en in voorkomend geval gepubliceerd overeenkomstig de vigerende boekhoudwetgeving van de lidstaat waar de maatschappelijke zetel gevestigd is op het ogenblik van het overlijden, die ook aangewend is ter verantwoording van de aangifte in de inkomstenbelasting. Ondernemingen of vennootschappen waarvan de maatschappelijke zetel buiten het Vlaamse Gewest, maar binnen België ligt, moeten een jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening opmaken en in voorkomend geval publiceren overeenkomstig de vigerende boekhoudwetgeving in België op het ogenblik van het overlijden;
- het kapitaal daalt niet gedurende drie jaar vanaf de datum van het overlijden van de erflater door uitkeringen of terugbetalingen;
- de zetel van de werkelijke leiding van de vennootschap wordt niet overgebracht naar een staat die geen deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte gedurende drie jaar vanaf de datum van het overlijden van de erflater.
19. De omzendbrief nr. 2015/2 van 15 december 2015 betreffende de overdracht van familiale ondernemingen en vennootschappen verduidelijkt daarbij onder titel 6.2 dat:
“een wijziging in de aandeelhoudersstructuur van de vererfde familiale vennootschap op zich geen invloed heeft op de beoordeling van de voorwaarden tot behoud van het gunstregime. Bij de controle van de voorwaarden tot behoud van het gunstregime moet uitgegaan worden van de geschonken of vererfde aandelen van de familiale vennootschap. De vraag bij die controle is dus of de aandelen na drie jaar nog voldoen aan de voorwaarden van het gunstregime zoals dat voor die aandelen het geval was op het ogenblik van het openvallen van de nalatenschap”.
2. Toepassing in casu
20. Gelet op het bovenstaande dient de NV – met name de vennootschap waarvan de aandelen onder de gunstmaatregel werden overgedragen – aan de volgende voorwaarden te beantwoorden opdat het gunsttarief behouden blijft:
1. de familiale vennootschap blijft gedurende drie jaar vanaf de datum van het overlijden van de erflater voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2.7.4.2.2, § 2, 2°
21. De omzendbrief nr. 2015/2 van 15 december 2015 betreffende de overdracht van familiale ondernemingen en vennootschappen verduidelijkt onder titel 6.2 dat deze voorwaarde moet worden begrepen als volgt: “de vennootschappen waarvan de aandelen onder de gunstmaatregel werden overgedragen [dienen] deze reële economische activiteit ook nadien blijven te behouden”.
22. Op basis van artikel 2.7.4.2.3., §2 VCF en de omzendbrief nr. 2015/2 dient de NV gedurende drie jaar vanaf de datum van het overlijden van de echtgenoot van de langstlevende blijven voldoen aan de activiteitsvoorwaarde.
De partiële splitsing heeft geen invloed op de beoordelingswijze van de activiteitsvoorwaarde.
23. Het feit dat een deel van het maatschappelijk vermogen van de familiale vennootschap NV wordt overgedragen naar een nieuwe vennootschap N.V. X wijzigt niets aan de invulling van deze voorwaarde.
Immers, in tegenstelling tot een gewone splitsing (de gesplitste vennootschap houdt op te bestaan), blijft de familiale vennootschap NV (waarvan de aandelen onder de gunstmaatregel werden overgedragen) bestaan.
In het kader van een gewone splitsing in de drie jaren na het overlijden voorziet de titel 5 van de omzendbrief nr. 2015/2 dat “indien voor een vennootschap de gunstmaatregel werd genoten en deze vennootschap nadien gesplitst wordt in 2 vennootschappen, elk van deze vennootschappen aan de voorwaarden zal dienen te blijven voldoen opdat de gunstmaatregel zou worden behouden”.
Gezien bij een partiële splitsing er geen sprake is van een splitsing in 2 vennootschappen – integendeel, de overdragende (familiale) vennootschap blijft bestaan – menen wij dat titel 5 van de omzendbrief niet van toepassing is indien er sprake is van een partiële splitsing waarbij – zoals in casu - de familiale vennootschap (waarvan de aandelen hebben genoten van het gunstregime) blijft voortbestaan. Het zou uiteraard anders zijn indien de economische activiteit werd overgedragen, maar dat is in casu geenszins het geval. De NV blijft na de partiële splitsing aan alle voorwaarden voldoen om te kwalificeren als een familiale vennootschap.
Een wijziging in de aandeelhoudersstructuur heeft geen invloed op de beoordeling van de voorwaarden tot behoud van het gunstregime.
24. De omzendbrief nr. 2015/2 verduidelijkt tevens dat “een wijziging in de aandeelhoudersstructuur van de geschonken of vererfde familiale vennootschap op zich geen invloed (heeft) op de beoordeling van de voorwaarden tot behoud van het gunstregime. Bij de controle van de voorwaarden tot behoud van het gunstregime moet uit gegaan worden van de geschonken of vererfde aandelen van de familiale vennootschap. De vraag bij die controle is dus of de aandelen na drie jaar nog voldoen aan de voorwaarden van het gunstregime zoals dat voor die aandelen het geval was op het ogenblik van de schenking of het openvallen van de nalatenschap”.
De inbreng in/verkoop aan de holdingvennootschap van de aandelen van de afgeslankte NV heeft– o.a. gelet op deze verduidelijking van de omzendbrief – geen invloed op de beoordelingswijze van het behoud van het gunsttarief.
Zoals hierboven reeds gesteld, moet de NV gedurende drie jaar vanaf de datum van het overlijden blijven voldoen aan de activiteitsvoorwaarde om de eerste voorwaarde te voldoen.
2. een activiteit van de familiale vennootschap wordt zonder onderbreking voortgezet gedurende drie jaar vanaf de datum van het overlijden van de erflater en voor elk van de drie jaar wordt een jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening opgemaakt en in voorkomend geval gepubliceerd overeenkomstig de vigerende boekhoudwetgeving van de lidstaat waar de maatschappelijke zetel gevestigd is op het ogenblik van het overlijden, die ook aangewend is ter verantwoording van de aangifte in de inkomstenbelasting. Ondernemingen of vennootschappen waarvan de maatschappelijke zetel buiten het Vlaamse Gewest, maar binnen België ligt, moeten een jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening opmaken en in voorkomend geval publiceren overeenkomstig de vigerende boekhoudwetgeving in België op het ogenblik van het overlijden
25. Overeenkomstig deze bepaling dient een activiteit van de NV zonder onderbreking te worden voortgezet gedurende drie jaar vanaf de datum van het overlijden van de echtgenoot van de langstlevende en dient voor elk van die drie jaren een jaarrekening voor de NV te worden opgemaakt/ gepubliceerd.
Dit zal in casu zonder enige twijfel het geval zijn vermits de economische activiteit en de daaraan verbonden tewerkstelling integraal behouden blijft in de NV. De partiële splitsing gevolgd door de overname door de twee “actieve broers” is er juist op gericht om de continuïteit en desgevallend groei van de activiteit binnen de NV nog beter te verzekeren.
3. het kapitaal daalt niet gedurende drie jaar vanaf de datum van het overlijden van de erflater door uitkeringen of terugbetalingen
26. Een partiële splitsing heeft tot gevolg dat niet enkel de activa en schulden / rechten en verplichtingen worden overgedragen naar de verkrijgende vennootschap, maar ook het deel van het eigen vermogen van de overdragende vennootschap dat overeenstemt met het afgesplitste vermogen.
Anders gezegd, ingeval van een belastingneutrale partiële splitsing in toepassing van artikel 211, § 1 WIB 92, wordt de verkrijgende vennootschap N.V. X, overeenkomstig de bepalingen van artikel 213 WIB 92, geacht het gestorte kapitaal, de belaste reserves en de vrijgestelde reserves van de NV te hebben overgenomen of verkregen evenredig met de fiscale nettowaarde van de door deze laatste gedane inbreng. Een omdeling van de fiscale vermogensbestanddelen conform het bepaalde in artikel 213 WIB 92 is één van de voorwaarden van een belastingneutrale partiële splitsing.
Het eigen vermogen (waaronder het kapitaal) van de NV zal ingevolge de partiële splitsing dus verminderen evenredig met de fiscale nettowaarde van het vermogen dat wordt afgesplitst naar de NV X. Deze omdeling van het eigen vermogen is evenwel geen vermindering van het kapitaal door “uitkeringen” of “terugbetalingen” in de zin van artikel 2.7.4.2.3, §2, 3° VCF. Integendeel, de eigen vermogensbestanddelen die verdwijnen uit het eigen vermogen van de NV zullen immers terug te vinden zijn in het eigen vermogen van de NV X. Er wordt geen enkele terugbetaling of uitkering van kapitaal aan de aandeelhouders verricht.
Deze omdeling van het eigen vermogen zal dan ook geen invloed hebben op het behoud van de gunstmaatregel.
4. de zetel van de werkelijke leiding van de vennootschap wordt niet overgebracht naar een staat die geen deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte gedurende drie jaar vanaf de datum van het overlijden van de erflater.
27. De zetel van werkelijke leiding van de NV mag gedurende drie jaar vanaf de datum van het overlijden van de echtgenoot van de langstlevende niet overgebracht worden naar een staat die geen deel uitmaakt van de Europese Economische ruimte.
IV. Beslissing
28. Overeenkomstig artikel 2.7.4.2.3., §2 VCF blijft het verlaagd en vast tarief van de erfbelasting enkel behouden als de volgende voorwaarden cumulatief zijn vervuld:
1° de familiale vennootschap blijft gedurende drie jaar vanaf de datum van het overlijden van de erflater voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2.7.4.2.2, § 2, 2° ;
2° een activiteit van de familiale vennootschap wordt zonder onderbreking voortgezet gedurende drie jaar vanaf de datum van het overlijden van de erflater en voor elk van de drie jaar wordt een jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening opgemaakt en in voorkomend geval gepubliceerd overeenkomstig de vigerende boekhoudwetgeving van de lidstaat waar de maatschappelijke zetel gevestigd is op het ogenblik van het overlijden, die ook aangewend is ter verantwoording van de aangifte in de inkomstenbelasting.
Ondernemingen of vennootschappen waarvan de maatschappelijke zetel buiten het Vlaamse Gewest, maar binnen België ligt, moeten een jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening opmaken en in voorkomend geval publiceren overeenkomstig de vigerende boekhoudwetgeving in België op het ogenblik van het overlijden;
3° het kapitaal daalt niet door uitkeringen of terugbetalingen gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking;
4° de zetel van de werkelijke leiding van de vennootschap wordt niet overgebracht naar een staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking.
A. Invloed van de partiële splitsing op de wijze waarop de a posteriori-controle van de voorwaarden tot behoud van het gunsttarief voor familiale vennootschappen plaatsvindt
29. In de Omzendbrief nr. 2015/2 van 15/12/2015 wordt betreffende reorganisaties binnen een periode van drie jaar na de schenking of het overlijden het volgende gemeld:
“In geval van splitsing of fusie in de drie jaren na de schenking of het overlijden zal de a posteriori controle op gelijkaardige wijze gebeuren. Dit heeft derhalve tot gevolg dat indien voor een vennootschap de gunstmaatregel werd genoten en deze vennootschap nadien gesplitst wordt in 2 vennootschappen, elk van deze vennootschappen aan de voorwaarden zal dienen te blijven voldoen opdat de gunstmaatregel zou worden behouden.”
30. In de huidige aanvraag tot voorafgaande beslissing is er sprake van een partiële splitsing.
Met een partiële splitsing wordt hier bedoeld : “de verrichting waarbij een deel van het maatschappelijk vermogen van een vennootschap A op een andere vennootschap B overgaat, en waarbij de aandeelhouders van vennootschap A, benevens het behoud van hun aandelen A, ook nieuwe aandelen B ontvangen. De vennootschap A die aldus slechts een deel van haar maatschappelijk vermogen heeft overgedragen blijft dus voortbestaan: zij ondergaat evenwel een vermogensvermindering die gelijk is aan het deel van haar maatschappelijk vermogen dat werd overgedragen aan vennootschap B.”
31. In huidige aanvraag is er geen sprake van een splitsing zoals bedoeld in de omzendbrief waarbij de vennootschap die genoot van de gunstmaatregel wordt opgesplitst in 2 afzonderlijke vennootschappen. Met betrekking tot een partiële splitsing wordt niets specifiek bepaald.
Derhalve worden de voorwaarden tot behoud van de gunstmaatregel enkel geëvalueerd in hoofde van de overdragende vennootschap (in casu “NV”).
B. Invloed van de inbreng/verkoop van de geschonken aandelen van de NV in een holdingvennootschap door kind 1 en 2 op de wijze waarop de a posteriori-controle van de voorwaarden tot behoud van het gunsttarief voor familiale vennootschappen plaatsvindt
32. In de Omzendbrief nr. 2015/2 van 15/12/2015 wordt bepaald :
“Een wijziging in de aandeelhoudersstructuur van de geschonken of vererfde familiale vennootschap heeft op zich geen invloed op de beoordeling van de voorwaarden tot behoud van het gunstregime. Bij de controle van de voorwaarden tot behoud van het gunstregime moet uit gegaan worden van de geschonken of vererfde aandelen van de familiale vennootschap. De vraag bij die controle is dus of de aandelen na drie jaar nog voldoen aan de voorwaarden van het gunstregime zoals dat voor die aandelen het geval was op het ogenblik van de schenking of het openvallen van de nalatenschap. Indien de aandelen later door de begiftigden of erfgenamen ingebracht worden in een nieuwe vennootschap zal bij een eventuele schenking of vererving van de aandelen van die nieuwe vennootschap moeten nagegaan worden of die nieuwe aandelen voldoen aan alle voorwaarden tot het bekomen van de vrijstelling of verlaagd tarief.”
33. De inbreng of verkoop van de vererfde en daarna geschonken aandelen van de NV in of aan een holdingvennootschap, heeft geen invloed op de wijze waarop de a posteriori-controle van de voorwaarden tot behoud van de gunstmaatregel plaatsvindt.
C. Invloed van de omdeling/vermindering van het eigen vermogen van de NV in het kader van de partiële splitsing op het behoud van het gunsttarief voor familiale vennootschappen.
34. Het eigen vermogen (waaronder het fiscaal gestort kapitaal) van de NV zal ingevolge de partiële splitsing verminderen, evenredig met de fiscale nettowaarde van het vermogen dat wordt afgesplitst naar de NV X.
35. Dergelijke afsplitsing van vermogen wordt aanzien als een kapitaalsvermindering door uitkering in de zin van artikel 2.7.4.2.3§2,3° VCF.
Er wordt immers nergens bepaald onder welke vorm de uitkering dient te gebeuren. In huidige aanvraag tot voorafgaande beslissing gebeurt de uitkering onder de vorm van aandelen.
36. Een partiële splitsing na de vererving zal het behoud van de vrijstelling in het gedrang brengen.
De kapitaalsvermindering van de NV die gepaard gaat met de partiële splitsing zal belast worden tegen het normaal tarief inzake erfbelasting.
Deze beslissing heeft alleen betrekking op de erfbelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.