VB 16045 - Verlenging vruchtgebruik
- Nummer
- 16045
- Datum beslissing
- 5 september 2016
- Publicatiedatum
- 16 september 2016
Heffing
- Verkooprecht
Wettelijke basis
- art. 2.9.1.0.1. VCF
I. Voorwerp van de aanvraag
1. De aanvraag strekt er toe, gelet op het feit dat de verlenging van een vruchtgebruik geen overdragende overeenkomst is, bevestiging te krijgen dat de verlenging van het vruchtgebruik geen aanleiding zal geven tot de heffing van een verkooprecht op basis van titel 2, hoofdstuk 9, VCF.
II. Omschrijving van de verrichtingen
II. A. Identiteit van de aanvrager en de partijen
2. De aanvraag wordt ingediend door ‘X’:
- De heer ‘A’, en
- de vennootschap ‘B’, vast vertegenwoordigd door heer A voormeld.
3. Het betrokken onroerend goed betreft een onroerend goed aangekocht gelegen te 'W'.
II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)
4. Ingevolge een notariële akte van 17 februari 2003 werd een onroerend goed aangekocht door de heer A en de naamloze vennootschap "B".
De heer A kocht in deze akte de volle eigendom van het onroerende goed aan, met uitzondering van het vruchtgebruik voor een periode van 15 jaar vanaf de aankoopakte.
De N.V. B, een Belgische vennootschap, kocht het vruchtgebruik aan voor een periode van 15 jaar te rekenen vanaf de aankoopakte.
5. Op datum van aankoop had de vennootschap B haar maatschappelijke zetel te 'V'. Op heden heeft de vennootschap haar maatschappelijke zetel in het aangekochte goed te 'W'. De N.V. wenst haar ondernemingsactiviteit ook komende jaren uit te oefenen in het onroerend goed te 'W'.
Partijen wensen het vruchtgebruik dat middels akte van 17 februari 2003 gevestigd werd te verlengen voor een bijkomende periode van 15 jaar voordat het vruchtgebruik een einde neemt. Partijen wensen deze verlenging op te nemen in een Belgische notariële akte.
III. Motivering van de aanvraag
6. Artikel 2.9.1.0.1. VCF bepaalt dat het verkooprecht wordt gevestigd naar aanleiding van de registratie of de verplichting tot registratie van akten of geschriften die als titel gelden van een overeenkomst houdende overdracht onder bezwarende titel van eigendom of vruchtgebruik van onroerende goederen, met uitsluiting van de inbrengen vermeld in artikel 115bis federaal Wetboek van Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten.
Teneinde tot de heffing van het verkooprecht over te gaan, moet cumulatief voldaan zijn aan volgende voorwaarden:
Het betreft een overeenkomst onder bezwarende titel; Het betreft een overdragende overeenkomst; Het betreft een overdracht van eigendom of vruchtgebruik; en Het betreft een overdracht van onroerende goederen.
De overdragende overeenkomst is die welke juridisch en werkelijk tot gevolg heeft. uit kracht van overeenkomst, een zakelijk recht van het ene hoofd op het andere over te dragen.
Bij de verlenging van het vruchtgebruik is niet voldaan aan de voorwaarde van een overdragende overeenkomst. In casu bestaat het vruchtgebruik in hoofde van B en wordt bij de verlenging van het bestaande recht niets overgedragen van het ene hoofd op het andere.
7. De verlenging van een vruchtgebruik verschilt wezenlijk van de vernieuwing van een vruchtgebruik.
Daar waar de vernieuwing van een vruchtgebruik eerst een aanwas voorligt van het vruchtgebruik bij de blote eigendom en bijgevolg een nieuwe overdracht van het vruchtgebruik (eigendomsovergang) aanwezig is, ligt bij de verlenging van het vruchtgebruik geen nieuwe overdracht voor. Het vruchtgebruik blijft bij een verlenging voor de einddatum van het vruchtgebruik steeds in handen van de vruchtgebruiker (hier B N.V.). Op geen enkel ogenblik heeft de blote eigenaar over het vruchtgebruik kunnen beschikken en is er dus geen sprake van een overdragende overeenkomst.
Indien een duurtijd van 30 jaar van bij het beginne overeengekomen was, zouden niet meer rechten verschuldigd zijn dan bij een duurtijd van 15 jaar.
Het louter verlengen van de lopende duurtijd van het vruchtgebruik berokkent dus geen nadeel. Er kan geen sprake zijn van enige belastingontwijking, laat staan enige belastingontduiking.
IV. Beslissing
8. Gelet op artikel 3.22.0.0.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit komt het besluitvormingsorgaan tot de voorafgaande beslissing dat er bij de voorgenomen verrichting geen fiscaal misbruik voorhanden is.
9. De verlenging van het vruchtgebruik is in de voorgelegde situatie evenwel een nieuwe overeenkomst waarbij over een zakelijk recht op een onroerend goed wordt beschikt. Er is wel degelijk sprake van de vestiging van een nieuw vruchtgebruik om de volgende reden: het bestaande vruchtgebruik werd gevestigd door de verkoper op het moment dat beide kopers (de heer A en de vennootschap B) het onroerend goed samen hebben aangekocht terwijl de huidige “verlenging” van het vruchtgebruik zal worden toegestaan door de heer A dus een ander persoon dan diegene die het vruchtgebruik initieel heeft gevestigd. Om die reden gaat het om de vestiging van een nieuw vruchtgebruik dat aan het verkooprecht van 10% is onderworpen.