Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 16002 - Schenking van familiale bedrijfsactiva met last Vlaamse Belastingdienst

VB 16002 - Schenking van familiale bedrijfsactiva met last

Voorafgaande beslissing
Nummer
16002
Datum beslissing
25 januari 2016
Publicatiedatum
27 januari 2016

Heffing

  • Schenkbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.8.3.0.1. VCF
  • art. 2.8.6.0.3. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvraag strekt er toe bevestiging te krijgen dat de voorgenomen schenking van familiale bedrijfsactiva (landbouwgronden met landgebouw-hangaar) door A en de huwgemeenschap A-B, onder last opgelegd aan de begiftigde om een geldsom te betalen, deels aan de schenker, deels aan een derde, gekwalificeerd kan worden als schenking.

II. Omschrijving van de verrichtingen

II.A. Identiteit van de aanvragers

2. De aanvraag wordt ingediend door X in naam van A, B, C en D.

II.B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting

3. De heer A en mevrouw B zijn eigenaar van de landgebouwen met medegaande grond en percelen weiland, gelegen […].

4. De heer A is eigenaar van de percelen weiland, gelegen […]

5. De totale verkoopwaarde in volle eigendom van voormelde onroerende goederen wordt geschat op 720.000,00 euro.

6. De totale waarde van de blote eigendom van voormelde goederen bedraagt volgens de aanvragers 525.000,00 euro.

7. De heer A en mevrouw B wensen de blote eigendom van voormelde activa te schenken met toepassing van vrijstelling van schenkbelasting overeenkomstig art. 2.8.6.0.3 VCF aan hun zoon, C, waarbij zij zich het tijdelijk vruchtgebruik voorbehouden tot de heer A de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt.

8. Bovenvermelde schenking van de blote eigendom van voormelde onroerende goederen zal plaatsvinden onder de last opgelegd aan de begiftigde C om een bedrag te betalen van 325.000,00 euro, waarvan 175.000,00 euro aan de schenkers en 150.000,00 euro aan zus D.

III. Vraagstelling en motivering van de aanvraag

9. De aanvraag strekt ertoe een voorafgaande beslissing te bekomen waarin wordt bevestigd dat de last die wordt opgelegd aan de begiftigde het bedrag van de schenking niet evenaart waardoor de schenking niet kan worden onderworpen aan enige herkwalificatie.

10. De omstandigheden, redenen en doelstelling van voormelde schenking onder last worden als volgt beschreven :

  • Vader A nadert de pensioengerechtigde leeftijd en wenst zijn beroepsloopbaan geleidelijk af te bouwen en op vijfenzestigjarige leeftijd te beëindigen ;
  • Enkel zoon C is geïnteresseerd om de exploitatie van het landbouwbedrijf verder te zetten, in combinatie met diens activiteiten als dierenarts gespecialiseerd in grootvee ; dochter D heeft duidelijk te kennen gegeven geen interesse te hebben in het verderzetten van de landbouwexploitatie. Bovendien verblijft de dochter op heden in het buitenland ;
  • Vader en moeder wensen de blote eigendom van voormelde activa van het landbouwbedrijf over te dragen aan hun zoon middels schenking als voorschot op erfenis ;
  • In het kader van de gelijkberechtiging van de beide kinderen wordt aan zoon C de last opgelegd om een bedrag van 150.000,00 euro te betalen aan zijn zus (die reeds 25.000,00 euro middels voorafgaande schenking van geld heeft ontvangen).
  • De ouders wensen zelf 175.000,00 euro te ontvangen om verder in hun levensonderhoud te voorzien.

Alhoewel niet het eigenlijke voorwerp van de vraagstelling, vermeldt de aanvrager dat de betaling van 150.000,00 euro door C aan zijn zus D overeenkomstig artikel 2.8.3.0.1.§3 VCF in hoofde van zus D beschouwd wordt als secundaire schenking en derhalve belast wordt met 3% schenkbelasting, meer bepaald 4.500,00 euro.

IV. Beslissing

11. Gelet op artikel 3.22.0.0.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit komt het besluitvormingsorgaan tot volgende voorafgaande beslissing :

12. Er is geen aanleiding om de voorgenomen schenking te herkwalificeren tot een rechtshandeling onder bezwarende titel.

De lasten beletten niet dat de overeenkomst in haar geheel een gift is, wanneer de waarde van de lasten lager is dan die van de geschonken goederen, zodat de verrichting voor de begiftigde nog een voordeel oplevert.

13. Opdat de schenking in aanmerking zou komen voor vrijstelling van schenkbelasting overeenkomstig artikel 2.8.6.0.3 VCF dient op het ogenblik van de schenking cumulatief voldaan te zijn aan volgende voorwaarden :

  • de onderneming moet door de schenker of zijn partner, al dan niet samen met anderen, persoonlijk worden geëxploiteerd als bepaald in artikel 2.8.6.0.3, §2, 1° VCF;
  • de over te dragen activa moeten door de schenker of zijn partner beroepsmatig zijn geïnvesteerd in de familiale onderneming als bepaald in artikel 2.8.6.0.3, §1, 1° VCF;
  • de overgedragen onroerende goederen mogen niet hoofdzakelijk tot bewoning worden aangewend of bestemd zijn zoals bepaald in artikel 2.8.6.0.3, §1, 1° VCF.

Hierover wordt naar aanleiding van deze voorafgaande beslissing geen uitspraak gedaan.

14. Voor het bepalen van de belastbare grondslag wordt met de last verschuldigd aan de schenker geen rekening gehouden : de schenkbelasting is verschuldigd op de volledige waarde van de geschonken goederen, zonder aftrek van deze last.

De last ten bate van de zus D wordt overeenkomstig artikel 2.8.3.0.1 §3 VCF afgetrokken van wat de hoofdbegiftigde C verkrijgt en in hoofde van D belast volgens de normale tarieven voor schenking van onroerende goederen.

Aangezien de last ten bate van D bestaat in een kosteloos bedongen geldsom, wordt de last afgetrokken van wat de hoofdbegiftigde verkrijgt en in hoofde van haar als schenking belast, indien ze in de akte tussenkomt en het beding aanvaardt.

Artikel 2.8.3.0.1§3 VCF stelt uitdrukkelijk : “ in de mate dat de schenking betrekking heeft op onroerende goederen, wordt de last in hoofde van de derde als schenking belast volgens de in artikel 2.8.4.1.1.§1 VCF geldende tarieven.”

Deze bepaling heeft tot gevolg dat wanneer de rechtstreekse schenking betrekking heeft op familiale bedrijfsactiva die voor vrijstelling van schenkingsrechten in aanmerking komen, de secundaire schenking van een geldsom die ermee gepaard gaat, belast zal worden tegen de normale tarieven van artikel 2.8.4.1.1.§1 VCF.

In casu zal de last bedongen in het voordeel van D in haar hoofde worden belast volgens de normale tarieven voor schenking van onroerende goederen.