VB 15002 - Voorwaarden tot behoud van de vrijstelling schenking familiale ondernemingen
- Nummer
- 15002
- Datum beslissing
- 21 december 2015
- Publicatiedatum
- 18 januari 2016
Heffing
- Schenkbelasting
Wettelijke basis
- art. 2.8.6.0.6. VCF
I. Voorwerp van de aanvraag
1. De aanvraag strekt er toe de bevestiging te krijgen dat:
de verwerving van een bijkomend onroerend goed door de betrokken vennootschappen, vermeld onder punt 4, waardoor de parameters opgelegd door artikel 2.8.6.0.3, §2, 2°, VCF cumulatief worden overschreden en er vermoed wordt dat de familiale vennootschap geen reële economische activiteit heeft, geen beletsel vormt voor het behoud van de vrijstelling van artikel 2.8.6.0.3 VCF.
2. De verwijzing naar de wettelijke bepalingen waarop de beslissing moet slaan:
Artikelen 2.8.6.0.3, 2.8.6.0.4 en 2.8.6.0.6 VCF bepalen:
Artikel 2.8.6.0.3 VCF
§ 1. In afwijking van artikel 2.8.4.1.1 wordt van het schenkbelasting vrijgesteld :
1° de schenking van de volle eigendom, de blote eigendom of het vruchtgebruik van de activa die door de schenker of zijn partner beroepsmatig zijn geïnvesteerd in een familiale onderneming. Die vrijstelling is niet van toepassing op de overdrachten van onroerende goederen die hoofdzakelijk tot bewoning worden aangewend of zijn bestemd;
2° de schenking van de volle eigendom, de blote eigendom of het vruchtgebruik van aandelen van een familiale vennootschap met zetel van werkelijke leiding in een van de staten van de Europese Economische Ruimte, op voorwaarde dat de aandelen van de vennootschap op het ogenblik van de schenking onder de levenden voor ten minste 50 % in volle eigendom toebehoren aan de schenker en zijn familie.
In afwijking van het eerste lid moeten de aandelen van de vennootschap op het ogenblik van de schenking minstens voor 30 % in volle eigendom toebehoren aan de schenker en zijn familie als hij en zijn familie aan een van de volgende voorwaarden voldoen :
1° samen met één andere aandeelhouder en zijn familie volle eigenaar zijn van minstens 70 % van de aandelen van de vennootschap;
2° samen met twee andere aandeelhouders en hun familie volle eigenaar zijn van minstens 90 % van de aandelen van de vennootschap.
Voor de toepassing van het tweede lid komen de aandelen die toebehoren aan rechtspersonen, niet in aanmerking om te worden samengeteld met de aandelen die toebehoren aan de schenker.
§ 2. Voor de toepassing van dit artikel en artikel 2.8.6.0.4 tot en met artikel 2.8.6.0.7 wordt verstaan onder :
1° familiale onderneming : een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwbedrijf of een vrij beroep dat door de schenker of zijn partner, al dan niet samen met anderen, persoonlijk wordt geëxploiteerd en uitgeoefend;
2° familiale vennootschap : een vennootschap die de uitoefening van een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit, of van een vrij beroep tot doel heeft en uitoefent.
Als de vennootschap aan het voorgaande niet beantwoordt, maar minstens 30 % van de aandelen houdt van minstens één directe dochtervennootschap die aan die voorwaarde beantwoordt en die haar zetel van werkelijke leiding heeft in een van de staten van de Europese Economische Ruimte, wordt ze ook beschouwd als een familiale vennootschap.
Vennootschappen die geen reële economische activiteit hebben, worden uitgesloten van de vrijstelling, vermeld in paragraaf 1. Een vennootschap wordt geacht geen reële economische activiteit te hebben als uit de balansposten van ofwel de goedgekeurde jaarrekening in geval van een vennootschap als vermeld in paragraaf 2, punt 2°, eerste lid, ofwel de goedgekeurde geconsolideerde jaarrekening in geval van een vennootschap als vermeld in paragraaf 2, punt 2°, tweede lid, van minstens een van de drie boekjaren die voorafgaan aan de datum van de authentieke akte van schenking, cumulatief blijkt dat :
a) de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen een percentage uitmaken dat gelijk is aan of lager is dan 1,50 % van de totale activa;
b) de terreinen en gebouwen meer dan 50 % uitmaken van het totale actief. De begiftigde kan het tegenbewijs daarvan leveren.
Voor de toepassing van de hiervoor vermelde omschrijving moet worden begrepen onder :
a) bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen : de waarde, opgenomen onder de gelijknamige post van de resultatenrekening van de jaarrekening of onder een soortgelijke post van de geconsolideerde jaarrekening. Als een vennootschap geen jaarrekening volgens het standaardmodel naar Belgisch recht hoeft neer te leggen, is het de waarde die opgenomen is onder de post waaruit alle kosten blijken die naar hun aard als kosten kunnen worden beschouwd voor de tewerkstelling van personeel in dienstverband;
b) terreinen en gebouwen : de waarde, opgenomen onder de gelijknamige balanspost van de jaarrekening of van de geconsolideerde jaarrekening of onder een soortgelijke post van de jaarrekening of van de geconsolideerde jaarrekening. Als een vennootschap geen jaarrekening volgens het standaardmodel naar Belgisch recht hoeft neer te leggen, wordt een soortgelijke post bedoeld die opgenomen is onder de post materiële vaste activa;
c) totaal actief : de waarde, opgenomen onder de balanspost totaal van de activa van de jaarrekening of onder een soortgelijke post van de jaarrekening of van de geconsolideerde jaarrekening;
3° aandelen :
a) elk deelbewijs met stemrecht dat een deel van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigt;
b) de certificaten van aandelen, uitgereikt door rechtspersonen met een zetel in een van de staten van de Europese Economische Ruimte, ter vertegenwoordiging van aandelen van familiale vennootschappen die aan de gestelde voorwaarden voldoen en waarvan de rechtspersoon de verplichting heeft om de dividenden en andere vermogensvoordelen onmiddellijk en uiterlijk binnen een maand door te storten aan de certificaathouder;
4° familie van de schenker of de aandeelhouder als vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 2°:
a) de partner van de schenker of aandeelhouder, waarbij het begrip partner voor de aandeelhouder op een gelijkaardige wijze moet worden geïnterpreteerd als dat het geval is voor de schenker;
b) de verwanten in rechte lijn van de schenker of aandeelhouder, alsook hun partners, waarbij het begrip partner op een gelijkaardige wijze moet worden geïnterpreteerd als dat het geval is voor de schenker;
c) de zijverwanten van de schenker of aandeelhouder tot en met de tweede graad en hun partners, waarbij het begrip partner op een gelijkaardige wijze moet worden geïnterpreteerd als dat het geval is voor de schenker;
d) de kinderen van broers en zussen van de schenker of aandeelhouder.
§ 3. Als een vennootschap met toepassing van paragraaf 2, 2°, tweede lid, als een familiale vennootschap wordt beschouwd, wordt de vrijstelling beperkt tot de waarden van de aandelen van de vennootschap in de dochtervennootschappen die de uitoefening van een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit, of van een vrij beroep tot doel hebben en die hun zetel van werkelijke leiding in een van de staten van de Europese Economische Ruimte hebben.
Artikel 2.8.6.0.4 VCF
De vrijstelling, vermeld in artikel 2.8.6.0.3, is alleen toepasselijk als de volgende voorwaarden cumulatief zijn vervuld :
1° de schenking van de activa of aandelen van de familiale onderneming of vennootschap wordt vastgesteld bij authentieke akte;
2° aan de verplichtingen, vermeld in artikel 3.12.3.0.1, § 1, 4°, en § 5, is voldaan.
Artikel 2.8.6.0.6 VCF
§ 1. De vrijstelling, vermeld in artikel 2.8.6.0.3, § 1, eerste lid, 1°, wordt behouden als de volgende voorwaarden cumulatief zijn vervuld :
1° als een activiteit van de familiale onderneming zonder onderbreking wordt voortgezet gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking;
2° als de onroerende goederen die met toepassing van de vrijstelling zijn overgedragen, niet hoofdzakelijk tot bewoning aangewend of bestemd worden gedurende een periode van drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking.
§ 2. De vrijstelling, vermeld in artikel 2.8.6.0.3, § 1, eerste lid, 2°, wordt alleen behouden als de volgende voorwaarden cumulatief zijn vervuld :
1° de familiale vennootschap blijft gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2.8.6.0.3, § 2, 2° ;
2° een activiteit van de familiale vennootschap wordt zonder onderbreking voortgezet gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking en voor elk van de drie jaar wordt een jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening opgemaakt die in voorkomend geval wordt gepubliceerd overeenkomstig de vigerende boekhoudwetgeving van de lidstaat waar de maatschappelijke zetel gevestigd is op het ogenblik van de datum van de authentieke akte van schenking, die ook aangewend is ter verantwoording van de aangifte in de inkomstenbelasting.
Ondernemingen of vennootschappen waarvan de maatschappelijke zetel buiten het Vlaamse Gewest maar binnen België ligt, moeten een jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening opmaken en in voorkomend geval publiceren overeenkomstig de vigerende boekhoudwetgeving in België op de datum van de authentieke akte van schenking;
3° het kapitaal daalt niet door uitkeringen of terugbetalingen gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking;
4° de zetel van de werkelijke leiding van de vennootschap wordt niet overgebracht naar een staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking.
II. Omschrijving van de verrichting(en)
II. A. Identiteit van de aanvragers en de betrokken partijen
3. De aanvraag wordt ingediend door mevrouw O en de heer P van Q, namens:
3.1. De heer A;
3.2. Mevrouw B.
4. Bij de hierna beschreven verrichtingen zijn de volgende partijen betrokken:
4.1. De NV X;
4.2. De NV Y;
4.3. De Burgerlijke Maatschap Z.
II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting
5. De geplande verrichting kadert binnen de hierna beschreven omstandigheden:
Op 8 april 2015 hebben de aanvragers twee "test-attesten" aangevraagd om na te gaan of de NV X, vermeld onder punt 4 voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de vrijstelling van schenkbelasting voor de overdracht van familiale vennootschappen, en meer specifiek voor twee schenkingen van de blote eigendom van de deelbewijzen van de Burgerlijke Maatschap Z. Dit werd bevestigd bij twee beslissingen van 24 juni 2015, waarin werd gesteld dat er voldaan is aan de voorwaarden zoals gesteld in artikel 2.8.6.0.3. van de Vlaamse Codex Fiscaliteit:
- voor 39.081 aandelen op naam in X NV, die via 39.081 deelbewijzen in de Burgerlijke Maatschap Z in volle eigendom toebehoorden aan de heer A;
- voor 3.900 aandelen op naam in X NV, die via 3.900 deelbewijzen in de Burgerlijke Maatschap Z in volle eigendom toebehoorden aan mevrouw B.
X NV, vermeld onder punt 4, kwalificeert volgens vermelde beslissingen als een familiale vennootschap omdat o.a.:
- de participatievoorwaarde vervuld is aangezien de heer A en mevrouw B samen met hun kinderen over alle aandelen van X NV beschikken;
- X NV een participatie bezit in een actieve dochtervennootschap, te weten de naamloze vennootschap Y, vermeld onder punt 4, van 313.443 aandelen van een totaal aantal aandelen van 356.258 (>30%-participatie);
- Y NV aan de voorwaarden beantwoordt om te kwalificeren als een actieve familiale vennootschap op basis van haar handelsactiviteit;
- X NV vermoed wordt een reële economische activiteit te hebben, aangezien de parameters niet cumulatief vervuld zijn.
Zodoende kon er geschonken worden met vrijstelling van schenkbelasting voor de overdracht van familiale vennootschappen, hetgeen geschiedde op 4 september 2015. Volgende twee schenkingen werden die dag notarieel verleden:
- de schenking van de heer A aan zijn echtgenote, B, van de blote eigendom van 39.081 deelbewijzen van de Burgerlijke Maatschap Z;
- de schenking van mevrouw B aan haar echtgenoot, de heer A, van de blote eigendom van 3.900 deelbewijzen van de Burgerlijke Maatschap Z.
Deze schenkingen werden op 7 september 2015 in het registratiekantoor te […] ter registratie aangeboden en geregistreerd.
Opdat de vrijstelling van schenkbelasting voor de overdracht van familiale vennootschappen behouden blijft, moet X NV gedurende drie jaar na de authentieke schenkingen blijven voldoen aan de voorwaarden voor een dergelijke vrijstelling.
De aanvragers melden dat voorzien is om het komende jaar een bijkomend onroerend goed in Brussel aan te kopen van circa € 25.000.000, hetgeen aan derden verhuurd zal worden conform de huidige activiteit van de groep. Dit zal tot gevolg hebben dat post 22 op de geconsolideerde jaarrekening zal stijgen, waardoor de parameters cumulatief vervuld zullen zijn en X NV aldus vermoed zal worden geen reële economische activiteit te hebben.
Per hypothese zal de participatievoorwaarde vervuld blijven en blijft X NV kwalificeren als een familiale vennootschap. Er zal dus enkel vermoed worden dat X NV geen reële economische activiteit heeft.
III. Motivering van de aanvraag
6. Het vermoeden van art. 2.8.6.0.3, §2, 2°, VCF kan weerlegd worden vermits er in de hele vennootschapsgroep geen enkel onroerend goed privaat gebruikt zal worden door de heer A, mevrouw B en/of hun familie. Aldus heeft X NV volgens de aanvragers wel degelijk nog steeds een reële economische activiteit.
IV. Beslissing
Gelet op artikel 3.22.0.0.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit komt het besluitvormingsorgaan tot volgende voorafgaande beslissing:
8. Om te blijven genieten van de gunstmaatregel, dient de vennootschap o.m. een familiale vennootschap te blijven.
Dit betekent dat een holding die enkel als een familiale vennootschap kon gekwalificeerd worden daar zij minstens 30 % van de aandelen van een directe dochter met een nijverheids-, handels-, ambachts-, of landbouwbedrijf of een vrij beroep, met zetel van werkelijke leiding binnen de EER aanhoudt, ook gedurende 3 jaar na de datum van de authentieke schenkingsakte 30 % van de aandelen dient aan te houden in minstens 1 dochtervennootschap die aan voormelde voorwaarden voldoet.
De familiale vennootschappen waarvan de aandelen onder de gunstmaatregel werden overgedragen dienen na de schenking de reële economische activiteit te blijven behouden.
Concreet heeft dit tot gevolg dat de parameters vermeld in artikel 2.8.6.0.3, § 2, 2°, 3de lid, VCF en artikel 2.7.4.2.2, §2, 2°, 3de lid, VCF zowel gedurende de drie boekjaren voorafgaand aan de schenking, als gedurende de drie boekjaren volgend op de schenking niet cumulatief vervuld mogen zijn.
De parameters zullen voor het behoud van de vrijstelling gecontroleerd worden aan de hand van de (geconsolideerde) jaarrekening van het boekjaar waarin de schenking gebeurde en de twee navolgende boekjaren. Dit heeft tot gevolg dat het laatste boekjaar volledig dient afgesloten te zijn alvorens deze voorwaarde kan gecontroleerd worden.
Door de aankoop van een bijkomend onroerend goed zal volgens de aanvragers de groep voldoen aan beide parameters en dus wordt verondersteld geen reële economische activiteit te hebben.
Voor de geconsolideerde cijfers, moet de consolidatie van de volledige groep aan de Vlaamse Belastingdienst worden aangeleverd, dus alle betrokken holdings, dochter-, kleindochter-, achterkleindochtervennootschappen, … die in deze groep zitten inbegrepen. De consolidatie zal moeten gebeuren op niveau van de NV X, voormeld onder 4.
Ook in de periode van drie jaar volgend op de schenking, kan evenwel het tegenbewijs worden geleverd dat toch een reële economische activiteit wordt uitgeoefend.
Wanneer een onroerend goed wordt verhuurd aan derden (private of handelshuur), zal dit niet voldoende zijn om het tegenbewijs te leveren, ongeacht het aandeel of percentage dat dit verhuurde onroerend goed vertegenwoordigt in de totaal aanwezige onroerende goederen. Verhuur van onroerende goederen kan uitzonderlijk wel in aanmerking komen als het bedrijfsgebouwen betreft die uitsluitend door één of meerdere actieve dochtervennootschap(pen) word(t)(en) gebruikt. Elke andere vorm van verhuur (verhuur aan privépersonen of beroepspersonen buiten de groepsstructuur) wordt dus niet aanvaard als tegenbewijs en zal steeds aanzien worden als privaat patrimonium.
9. Het besluitvormingsorgaan komt tot de beslissing dat de vrijstelling van de schenkbelasting bij aankoop van een bijkomend onroerend goed verloren gaat omdat niet meer voldaan wordt aan de voorwaarden tot behoud van de vrijstelling, meer bepaald wordt het tegenbewijs niet geleverd dat er wel degelijk van een reële economische activiteit sprake is.
Dit antwoord heeft alleen betrekking op de registratiebelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.
Het antwoord is gebaseerd op de informatie zoals deze door u verstrekt werd en bindt de Vlaamse Belastingdienst alleen voor zover:
- de informatie over de situatie en/of de verrichtingen volledig en correct is en de verrichtingen verwezenlijkt worden op de door u omschreven wijze;
- de toepasselijke regelgeving niet wijzigt.