Vaststellen opcentiemen - gemeentelijke bevoegdheid
- Rolnummer
- 20/2642/A
- Datum beslissing
- 14 oktober 2021
- Publicatiedatum
- 14 oktober 2021
- Rechtbank
- Rechtbank van Eerste Aanleg te Gent
- Status
- Definitief
Heffing
- Onroerende voorheffing
Wettelijke basis
- art. 2.1.3.0.1. VCF
- art. 3.1.0.0.4. VCF
Samenvatting
Artikel 2.1.3.0.1. VCF bepaalt:
“De onroerende voorheffing wordt vastgesteld op basis van het kadastraal inkomen van de belastbare goederen dat op 1 januari van het aanslagjaar bekend is.”
De rechtbank merkt op dat de gemeenten jaarlijks het tarief van de gemeentebelasting vastleggen voor hun grondgebied bij wijze van opcentiemen. De gemeenten beslissen dit autonoom.
De gemeentelijke opcentiemen zijn een jaarlijkse belasting geheven op het kadastraal inkomen en deze wordt geïnd via de Vlaamse Belastingdienst, die bevoegd is om de onroerende voorheffing te innen.
Na ontvangst van de onroerende voorheffing stort de Vlaamse Belastingdienst het deel bestemd voor de gemeenten door naar de respectievelijke gemeente.
Het vaststellen van de gemeentelijke opcentiemen behoort echter tot de gemeentelijke fiscaliteit waarvoor de Vlaamse Belastingdienst niet bevoegd is.
Overeenkomstig artikel 3.1.0.0.4. VCF worden de opcentiemen samen met de onroerende voorheffing geïnd door de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie.
De rechtbank is van oordeel dat verweerster dan ook terecht de vastgestelde opcentiemen voor de gemeente Hamont-Achel toegepast heeft op het kadastraal inkomen. In het voorliggende geschil bedragen deze opcentiemen 730 voor het aanslagjaar 2020.
De rechtbank besluit dat de verhoging voor het aanslagjaar 2020 dan ook terecht is en het gevolg is van de verhoging van de gemeentelijke opcentiemen.
De vordering van de belastingplichtige dat de opcentiemen te hoog zijn zonder enige motivering, is manifest ongegrond.